dinsdag 1 maart 2011

Ik wil dat je leeft!


Gisteren schreef ik over de Schola Contemplationis. Ik kon er niet begrijpen dat men door het pijnigen van hart en ziel men vergiffenis krijgt van het kwaad dat men begaan heeft.
Het gaat echt om hard slaan, teisteren, beschadigen, pesten (adflictio). Eén van de scholaleden bracht de daad van Benedictus in herinnering. Om iedere verleiding van de onkuisheid te vernietigen wentelde Benedictus zich naakt in de doornen en de brandnetels. Het bleek effectief. Dat kan ik nog wel begrijpen. Benedictus doet hier eigenlijk aan neurolinguïstisch programmeren. Hij ankert onkuisheid aan een nare ervaring en weet het zo effectief te overwinnen. Zo'n eenmalige actie zie ik niet als pathologisch. Op bovenstaande ikoon zie je links onder een doornentak als herinnering aan deze overwinning op de onkuisheid.

We kwamen ook te spreken over automutilatie (zelfbeschadiging). Het kan een vorm zijn van aandacht vragen. Het kan een behoefte aan straf zijn. Het heeft iets dwangmatigs en ik heb ook niet de indruk dat een automutilant er iets spiritueels in ervaart. Vandaag stond er iets over in Trouw. Jezelf snijden kan echt opluchten! Nogmaals: ik zie er niets spiritueels in. Er bestond tot ca. 1960 een praktijk van geselen in kloosters. Het is niet voor niets afgeschaft! Ik heb nog nooit een kloosterling daar iets positiefs over horen zeggen.

Verderop schrijft Cassianus over mortificatie van hart en lichaam. Het versterven ervan. Letterlijk: mors=dood, facio=maken, uitvoeren, bewerken, veroorzaken, bewerkstelligen.
Dus letterlijk doodmaken. Omdat vlees en bloed toch niet kunnen delen in het Rijk Gods (1Kor.15,50).
De goedheid van de schepping komt hier wel erg in het gedrang!
Maar Cassianus is van mening dat dit voert tot het afsterven van de ondeugden en dat men dan komt te leven voor God en dat dan de deugden tot bloei komen. Ik hoop het van harte! Ik zie meer in de bewustwording dat je licht bent en in je besef een kind van God te zijn.
Meer: overwin het kwade door het goede!

In mijn pastorale praktijk heb ik nog nooit mogen beleven dat dergelijke dingen voerden tot een rijker spiritueel leven. Het doet me denken aan een moraaltheoloog van wie ik college kreeg.
Hij had twee maal in z'n leven mensen ontmoet die een Jozefhuwelijk aangingen. Een band zonder sex dus (net als bij Maria en Jozef, volgens de katholieke traditie). Maar het bleken geen gezonde relaties!
Cassianus geeft bij dit soort dingen wel de goede richting: het moet je voeren naar de zaligheid van de eeuwige vreugde en perspectief bieden op geestelijke gaven en deugden. Dat klinkt weer okay.

Ik zal in mijn pastoraat dergelijke dingen niet propageren.
Christus heeft al genoeg geleden.
Wij hoeven daar niets aan toe te voegen,
laat staan dat we ons moeten versterven.
Christus zei toch: Ik ben de Opstanding en het Leven.
Leef dan in Godsnaam!