woensdag 25 mei 2011

Hoofd en hart


Het boek van Safranski over 'Heidegger en zijn tijd' blijft mij fascineren (zie blog). Het is alsof ik terug ben in mijn studietijd. Ik blijf lezen, al moet ik het wel af en toe met wat anders afwisselen. In het stuk wat ik nu heb gelezen komt Karl Barth aan bod. De boeiende protestants theoloog die zo tegen Schleiermacherei was, terwijl ik juist daar wel iets mee heb. Religie is  iets om te ervaren, al begrijp ik dat Barth dat vreesde omdat mensen al gauw zelf invullen wat het opnieuw zou verbinden met 'God' en andere mensen. We kennen de verschrikkelijke gevolgen van een civil religion als het totalitaire nazisme. Het is daarom niet zo gek dat er kritisch gekeken wordt naar religie en mystiek. Daardoor zal zich steeds meer uitzuiveren.

De confrontatie lijkt me ook altijd zinvol. Ik ervaar dat altijd wel zo. Ik laat me graag bevragen. Wat zie ik over het hoofd. Wat laat ik liggen. Wat projecteer ik zelf in mijn godsbeeld, in mijn religieuze ervaringen? Ik wil wel net als Sint Jan van het Kruis voorbij aan alle weten en al te menselijke opvattingen en meningen. Dat alleen kan mij verder brengen. Dat is het avontuurlijke wat ik er aan beleef. Dat is de dynamiek erin. Door het boek van Safranski merk ik steeds te moeten switchen tussen filosofie en mystiek. Soms lijkt het om theoretische zaken te gaan, soms over het 'werkelijk' ervaren van de werkelijkheid (of zoiets, Heidegger begint allerlei neologismen te maken om zijn visie te verduidelijken, die ik niet allemaal kan vatten).

Het is wel verhelderend ten opzichte van mijn eigen standpunt. De werkelijkheid en het denken zijn toch wel problematisch. Is het daarom dat Wittgenstein zegt dat we moeten zwijgen als we er niet over kunnen spreken? Maar, ja, het eigene van de mystiek is juist dat je er niets over kunt zeggen en dat je er ook niet over kunt, mag of wilt zwijgen. De eeuwige paradox dus.

Deze stevige kost wissel ik af met de boeken van Richard Rohr, een Amerikaanse Franciscaanse priester, die naar mijn idee op een mooie open en universele manier probeert leven en leer weer met elkaar te verbinden. Hij constateert dezelfde binnenkerkelijke problemen als ik: het gebrek aan religieuze en mystieke ervaring. Natuurlijk haalt hij Rahner aan. De theoloog die gelooft dat de Kerk zal verdwijnen als de gelovigen geen mystici worden.

Zover zou ik zelf niet willen gaan. Maar ik blijf vol verwondering dat ik weinig respons krijg, op mijn Bijbelgroepje, als ik vraag of iemand wel eens iets van God of de Heilige Geest heeft ervaren. Het is werkelijk de sprakeloosheid van katholieken dit niet echt te kunnen communiceren. Als we dan wat door praten komen er wel allerlei verhalen, waar de groep Gods Geest uiteindelijk wel werkzaam ziet.
Rohr, ook bekend van de introductie van het Enneagram in katholieke kring, weet een aantal dingen goed om te zetten in iets praktisch. Zo leidt hij mannengroepen om initiatie weer gestalte te geven in onze traditie. Iets waar ik ook jaren mee bezig was, maar prematuur. Ik had zo graag het Vormsel gezien als een werkelijke initiatie, maar de werkgroepen begrepen nauwelijks wat ik bedoelde. Al zaten we wel op het goede spoor. Op youtube is er een mooi filmpje waarin Richard Rohr vertelt over initiatie en zijn veelbelovende ervaringen ermee. Kijken dus!

Veel mensen schrikken ervan dat God wat in je leven zou kunnen betekenen, laat staan dat je bekering, metanoia, transformatie aandurft.
Dan bedoel ik dit gegeven niet een bekering tot een burgerlijk veilig en nauwkeurig door regels en moraal omschreven leventje, nee, dan bedoel ik de weg durven gaan van overgave en loslaten, leven uit Gods creatieve Geest, leven uit onvoorwaardelijke liefde.
Rohr omschrijft in een mooie spreuk waar het hem om gaat:
"We do not think ourselves into new ways of living,
we live ourselves into new ways of thinking".
Wees praktisch, zegt het Handboek van Hoger Bewustzijn, en dat is Rohr. Hij is ook nog een enthousiaste en prettige man om naar te kijken en te luisteren. Zijn boekje 'The naked now' moet voor katholieken verrassend zijn. Ik ben gelukkig niet de enige universalistisch denkende priester. Ik voel me net als Rohr een gelovige van het en-en, alleen dan is dialoog mogelijk en bereid je je voor op de nieuwe wegen die wereldwijd gezien gegaan zullen worden. We zijn nu éénmaal wereldburgers geworden en kunnen ons niet meer terugtrekken op absolute aanspraken. We leven in een global village! Bewonderenswaardig hoe Rohr dat aanpakt, zonder de traditie van waaruit hij leeft geweld aan te doen, iets wat bij Willigis Jäger minder goed lukt. Maar goed dat er geëxperimenteerd wordt! Ook dat hoort bij transformatie.

Graag had ik ook al kennis genomen van het nieuwe boek van Peter Sloterdijk: 'Je moet je leven veranderen. Over antropotechniek.' Merkwaardig dat de filosofie nu ook dergelijke uitspraken doet. Mooi! Ik verwacht zelf veel van dergelijke stromingen die proberen op een integrale manier verandering van leven te bevorderen. Ik vind dat Joep Dohmen en Wilhelm Schmidt dat ook geweldig doen. Maar ook al die vertalers van de klassieke filosofie, zoals van Epictetus' Werken, een overzicht van de leer van Epicurus, etc. Je hoeft om je leven te veranderen (waarom zou je? Het moet niet!) niets transcendents aan te nemen. Daar ben ik het ook wel mee eens. Het is zo wie zo al goed je leven als kunstwerk te gaan zien en daarvan iets moois te maken (Foucault wordt hier vaak genoemd en terecht!).

Het boek van Sloterdijk maakt me nieuwsgierig omdat hij aanneemt dat we in een nieuwe spiltijd leven. De axiale tijd in de oudheid (de termen zijn van Karl Jaspers) werd al zo fascinerend beschreven door Karen Armstrong in haar boek 'De grote Transformatie'. Sloterdijk neemt aan dat we nu door de globalisering, met name door de nieuwe communicatiemiddelen, opnieuw in een spiltijd zitten. Hij noemt het zelfs een hyper-spiltijd. In de oudheid was er een beperkte synchroniciteit, maar nu is er een echte wereldwijde synchroniciteit. Ik ben net zo benieuwd als hij wat ons dat zal brengen. 

Zo, dat was wel weer genoeg hoogdravende kost. Lekker, vooral voor je hoofd! Het geeft een gevoel van bevoorrecht te zijn in deze tijd te mogen leven en dit allemaal mee te mogen maken.

Maar ik bemerk dat ik tot tranens toe geraakt wordt door het programma 'De confrontatie'. Daar gebeurt het echte werk. Een jonge TNT-postbode, Ton, werd neergeslagen door een groepje jongens. Hij vond de rechtszaak die erop volgde koel en afstandelijk. Daardoor durfde Ton nog steeds niet in die wijk te komen. Moest zelfs met zijn lijf vol angst bij de dader een pakje afleveren. De dader bood geen excuses aan. Nu ging Ton, met de camera erbij, vragen waarom dat niet gebeurde... de advocaat van de dader raadde het af dat voor de rechtszaak te doen!  Nou, ja, er wordt dus echt niet aan het slachtoffer gedacht! Gelukkig was hij zelf zo dapper er op af te gaan en hij kreeg ook, naar zijn gevoel, een oprecht excuses van deze dader. Kijk dat zou dus moeten veranderen in de samenleving. Bij de rechtszaak zou een dader-slachtofferconfrontatie moeten zijn die dan kan leiden tot verzoening. Dat zou eigen moeten zijn aan ons rechtssysteem. In Canada, waar ik ooit een wereldcongres van geestelijken bij Justitie bijwoonde, bleek dit al heel succesvol, zelfs bij zedendelicten. Je hebt dan weer de menselijke maat terug. Het werkelijke interpersoonlijke. Dan kan Justitie heilzaam werken. Nou, het komt er vast nog eens van. Gelukkig de dapperen, zoals Ton, die zorgdraagt voor zijn eigen genezing van dit trauma en iets van verzoening ervaart.
Ja, in het klein, daar gebeurt het.
Die Ton, die nooit Heidegger zal lezen,
noch Sloterdijk, die snapt het!
Zo'n programma is lekker voor je hart!

dinsdag 24 mei 2011

Groningen 2

Ik heb prima geslapen in mijn Gronings Hotel. Ik had zelfs een driepersoons kamer tot mijn beschikking! Na wassen en aankleden (in semi-clergy) naar het ontbijt. Ik vind het heel vreemd om er alleen aan een tafeltje plaats te nemen. Ik hoef niets te zeggen, heb niets te zeggen, weet niets te zeggen. Ik vind dat ik veel kabaal maak met het bestek, met alles pakken en knoei natuurlijk met de koffiemelk. Het ontbijten gaat nog sneller dan thuis. Toch vreemd, ook thuis ben ik alleen en dat vind ik totaal geen probleem. Hier voel ik me gewoon raar. Ik ben zelfs blij dat ik even 'nee, dank je wel' kan zeggen als de jongen van het hotel me een eitje aanbiedt.


Ik weet mijn verblijf in het hotel te rekken tot bijna half elf en ga dan naar de kathedraal waar mijn pupil tot diaken wordt gewijd. Ik vind het een prachtige kerk. Echt 100% neogotiek, mooi strak maar rijk gepolychromeerd. Het interieur maakt een warme indruk. Ik heb heel wat bekenden te begroeten, onder anderen de zuster van de Deborah-communiteit en Vader-Abt van het klooster waarvan ik oblaat ben. Zij kennen de dominee die vandaag tot priester zal worden gewijd. Ik wens mijn a.s. diaken alle goeds toe en klets wat met mijn collega's van het aartsbisdom en drink nog wat koffie.
Ik voel mij zeer vereerd bij de concelebranten te behoren. Een soort ereplaats die P. mij gunt en nog eens benadrukt door op het eind van de viering mijn naam nog eens expliciet te noemen. Ik voel me helemaal trots op deze geestelijke zoon van mij, die ik nu al zo'n zeven jaar ken. Het was een lange, maar ontspannen viering (meer dan twee uur), de moeite echter waard.


Nadien vertelde me een van de kosters dat het leek of de litanieën steeds langer worden. Ik telde 53 heiligen (inclusief Sara en Constantijn, ook al zijn ze het officiëel niet). Bij mijn wijding had ik er maar liefst 65! Hoezo lang?
De viering duurde lang vanwege de wijding van twee diakens en een priester. Er waren ook veel priesters voor de corona. Dat kost tijd bij de handoplegging en de accolade. Toch wel goed zo'n uitdrukkelijke bevestiging van je roeping. Zo wordt het een dag om nooit te vergeten, al vindt P. dat hij er veel te nuchter voor is om iets speciaals te voelen. Bij het Eucharistisch gebed stond ik naast de neomist. Bij de vredesgroet fluisterde ik hem toe dat hij toch even zijn familie en vrienden de vredesgroet moet gaan geven, zoals destijds ook de rector bij mij deed en dat je gewoon moet doen. Maar toen het moment van communiceren was gekomen had hij geen hostie. Ik brak de mijne en deelde met hem. Toch ook een zinvol gebaar. Na de communie genoten van dat mooie lied: 'U kennen, uit en tot U leven, Verborgene die bij ons zijt...' In gedachten dwaal ik naar die mensen die ik mag begeleiden, naar mijn kinderen en kleinkinderen, naar de kermis hier in Groningen, de boeken die ik hier nog wilde aanschaffen. Ja, verborgen is Hij in ons midden, waar en hoe dan ook!

Na de viering volgt de receptie. Het werd een gezellige reünie, o.a. met een vroeger teamgenoot van mij. Leuk de vader van P. te ontmoeten, die helemaal trots zat te wezen omdat zijn zoon zover gekomen was en er nu met zijn Romeinse boordje om rondliep (en net als ik het dragen ervan beperk tot bijzondere dagen). Het voelde ook wel bijzonder zijn eigen vader te ontmoeten en mezelf als zijn geestelijke vader te ervaren. 
Leuke gesprekken met vroegere studiegenoten van P. en met zijn vrienden. Goed dat P. zich niet beperkt tot een kleine kring.
Ik kende er al een paar van via facebook. Dat is de zegen van de nieuwe communicatiemiddelen.
Ik zat ook trots op hem te wezen vanwege zijn studie. Ik zie hem nog wel promoveren op Kierkegaard. Hij heeft al in Kopenhagen gestudeerd en het eerst hoofdstuk van zijn doctoraalscriptie ziet er goed uit. Het gaat over het gelijktijdig worden met Christus in plaats van navolging. Het gaat om worden wat Hij is. Stevige kost, want Kierkegaard komt niet zomaar bij je binnen. Ik zag wel onmiddellijk de link met de Zen, zoals Lathouwers die leert en beschreven heeft in zijn recente boek over Kierkegaard. Nog eens met hem erover spreken.


Dan moe, maar voldaan huiswaarts. Nog even het boek van de Paus gekocht dat in mijn eigen woonplaats nergens wordt aangeboden. Op aanraden van P. die tijdenlang helemaal idolaat was van Heidegger het boek aangeschaft voor een absolute bodemprijs: R. Safranski, Heidegger en zijn tijd, Olympus 2010(5). Ik was er gelijk weg van, al is het zware kost. Safranski schildert een fantastisch tijdsbeeld van eind 19e, begin 20ste eeuw.
Ik kom vele namen tegen die ik op de Universiteit heb leren kennen. Zoals vanwege de hermeneutiek Gadamer en Dilthey, maar ook Georg Simmel. Husserl en zijn leerlinge Edith Stein, de latere zalige. Mooi deze herhalingscursus! Het boek leest evengoed snel en laat zo mooi de inbedding zien van de fenomenologie en de latere uitwerking van Heidegger. Soms lastig lezen omdat mijn geest van de filosofie nog weleens overspringt naar de mystiek. Ik zie veel overeenkomsten wanneer het gaat om leven en niet alleen om de leer. De leer als louter denkexercitie. Het is toch heerlijk dat een 25 jarige je enthousiast weet te maken voor zo'n boek. Ik kan op zijn aanraden vertrouwen...en het houdt mij jong!

Tenslotte even boodschappen doen bij Albert Heijn in die mooie oude empiristische Korenbeurs. Zo weer helemaal terug op aarde. Brood, wijn, vla en wat lekkere dingen. Pinnen. Dan over de kermis richting station. En na enige uren weer lekker thuis! 

maandag 23 mei 2011

Groningen 1

Heerlijk genoten van twee dagen Groningen! Het was echt een experiment voor mij. Zelf een hotel reserveren (dat doet anders één van mijn kinderen) en leren het verblijf aangenaam te maken. Ik vind het niet makkelijk alleen op reis te zijn. Een dagje, okay, maar een overnachting....Het ging toch goed. Mijn achting voor vriendin M. die dat regelmatig doet en ook alleen op vakantie gaat is enorm gestegen! 


Eerst een middagje winkelen. Een makkelijk leesbaar boekje gekocht over het gebed van rust cq. contemplatief gebed van Theresia van Lisieux. Door een collega aangestoken lees ik wat meer over haar. Ik herken bij haar die Aanwezigheid van de Heer. Ik ervaar er dezelfde intimiteit. Ik houd van haar liefdevolle taalgebruik. Haar kleine weg beschrijft ze zo mooi als omhoog gaan in een lift, waarbij ze de armen van de Heer bedoelt , die haar optrekken in Zijn liefdevolle en intieme nabijheid.
Al lezend bedacht ik mij dat de donkere nacht ervaring eigenlijk helemaal niet zo spectaculair is. Is het niet het doodgewoon maar uitzitten van de tijd terwijl je heilig zit niets te doen met liefdevolle aandacht? Ik ervaar dat ook op zich als kaal en leeg. Het is denk ik werkelijk zo dat je God pas gaat ervaren in je dagelijks leven, daar ervaar je Zijn Aanwezigheid. De tijden van leegte en niets zijn juist heel erg vruchtbaar. Als je dat weet wordt het al minder ernstig. Als je er kennis van hebt weet je ook dat God op een eigenaardige manier in je leven gaat functioneren. Ik ervaar het op een dankbare manier als heel avontuurlijk. Een boekje was het voor tussendoor en een lekkere oppepper. Ik heb wel wat met Theresia!

Verder zag ik een boek van Charles Vergeer. Inmiddels heb ik drie boeken over het Markusevangelie gelezen van zijn hand. Heel inspirerend! Het boek dat ik nu kocht heet 'De kunst van de stilte'. Een vlot leesbaar boek. Mooie citaten van Goethe en Hadewijch bijvoorbeeld, dat mooie 'ende daarom swighic sachte'. Ja, dat wil wel als de Heer nabij is. Mooi en overtuigend vind ik zijn verhaal over het lege graf. Het lege graf is een plek van Stilte, van Heiligheid, van het Mysterie. Daarom eindigt Markus zijn evangelie met 'de vrouwen  werden door huiver en ontzag bevangen...ze voelden in dat lege stille graf huiver voor het grootste geheimenis, het mysterium tremendum, dat hen met ontzag en ontroering vervulde en waardoor ze werden aangegrepen.
Nieuw was voor mij ook dat de Jezus navolgende jongen (duidelijk een doopleerling) bij zijn gevangenneming zijn kleding verliest en naakt wegvlucht en als het ware met zijn doopkleed aan getuigt van de Verrijzenis, niet alleen die van de Heer maar ook die van hemzelf! Zoals Paulus ook getuigt dat wij met Christus verrijzen, in de brief aan de Romeinen. Nieuw voor mij was dat deze jongeling de rijke jongeling is die door Jezus zo liefdevol werd aangekeken, maar toen nog niet in staat was zijn rijkdom los te laten en te gaan voor Jezus en het Rijk Gods. Helaas heeft Vergeer geen oog gehad voor het geheime citaat waarvan Clemens van Alexandrië vertelt dat het van Markus is. Daar verblijft Jezus een nacht bij deze jongeling.

Het tweede deel van 'Jezus van Nazareth' van Benedictus XVI was ook te koop in Groningen. Wat is de Paus een goed schrijver! Je durft het bijna niet hardop te zeggen in Nederland. Je hoort hem gewoon helemaal fout te vinden. Nu, wat deze zaken aangaat mag ik hem graag lezen. Ik las alleen even de Paasverhalen. Heel duidelijk zegt Benedetto dat het niet gaat om een opgestaan en tot leven gebracht lijk, maar om een nabijkomen van Gods werkelijkheid, zoals ik dat noem. Daar is de dood een nieuwe geboorte. Zo wordt dood transformatie. Ik kan er wel wat mee in de verkondiging en ik had niet gedacht dat ik zo dichtbij zijn opvattingen stond. Ik deel met de Paus de opvatting dat in Jezus God en mens samen zijn gekomen en zo voor ons de mogelijkheid is ontstaan te vergoddelijken. Het gaat om een Mysterium waarvan wij deel uit maken. Ik vind dat heel rijk en stroom vol vreugde om dit gebeuren van pure onvoorwaardelijke liefde.

Nou, dat was dus het winkelen. Het schoot niet erg op omdat het heel druk was vanwege een enorme kermis! Wel erg gezellig. Ik vind Groningen zo vitaal en jong overkomen. Toch maar eens vaker er naar toe. Na een patatje even uitpuffen op mijn kamer.

Ervoor nog even de Martinikerk bekeken. Ook hier valt me weer op hoe mooi het in Groninger kerken geweest moet zijn qua interieur voor de 16e eeuw. Mooie beschilderingen. Een priesterkoor met hemelsblauwe gewelven en gouden sterren. Er is zelfs een gedenkbord dat in 1594 zonder beeldenstorm de reformatie werd ingevoerd. Wie waren daar nu eigenlijk blij mee? Voor mij is het nog steeds een raadsel dat men zomaar afstand deed van een visueel ingestelde kerk ten gunste van een kerk met alleen de Schrift. Ik vind het nog steeds spijtig. Al houd ik ook van mooie nieuwe kerken, zoals de prachtige ondergrondse kathedraal in Fatima. Het gaat me om wat het interieur met je doet. Het komt wellicht ook door de keuze van de reformatie mensen via enorme tekstborden te vermanen, zoals die met de 10 geboden. Je gaat zitten lezen en treed niet meer binnen in een sacrale ruimte. Ik wil er de Heer ontmoeten en niet alleen over Hem horen vertellen. Het is duidelijk waarom ik katholiek ben geworden....

Vroeg in de avond heb ik een stadswandeling gehouden met een routeboekje. Groningen heeft een prachtig oud centrum met bijzondere huizen waarvan vele gedateerd zijn. Wel merkwaardig tweemaal in een rosse buurt te belanden, tja, dat ken ik niet in de plaats waar ik nu woon. Het lijkt me ook niets. Al heb ik in mijn Amsterdamse tijd nogal wat prostituees verpleegd en dat waren geweldige vrouwen, waar je respect voor kreeg!
Nog lekker zitten meegenieten van de kermis. Ik krijg er altijd een wat wee-gevoel van, net als bij muziekkorpsen. geen flauw idee waarom. Jaloers op het plezier?


Genoeg gelopen. Ik vlij mij neer op het bed in mijn hotel, met een glaasje wijn en wat borrelnootjes en val ongemerkt in slaap...
morgen is het een grote dag voor één van mijn geestelijke zonen...

zaterdag 14 mei 2011

Maria

Helaas lag het blog er langer dan 24 uur uit. Vervelend, want ik wilde graag nog het één en ander kwijt. Ik heb inmiddels een fototoestel en heb geloof ik al in de gaten dat ik nu eigen foto's kan toevoegen aan mijn blog. Dat doet me goed!


Het is een foto van mijn Mariabeeld in de tuin. Ze staat onder een zogenaamd luifel met blauwe regen. Maria-blauwe regen. Ik moet haar steeds losknippen uit de klimop die dit jaar wel erg hard groeit en bijna enge grote bladeren heeft. Dat doet me denken aan één of andere griezelfilm.

Ik vind het een mooi beeld. Ik heb het cadeau gekregen van mensen die ieder jaar trouw naar Medjugorje gaan. Het beeld is een weergave van de wijze waarop Maria er verscheen, uitnodigend en glimlachend (naar ik hoop).
Ik twijfel nog steeds over haar naam.


Is ze OLV van de mussen? Om haar heen vliegen veel mussen die het vogelhuisje bezoeken, rechts van Haar. Maar zo doe ik de koolmezen, de merels en de spreeuwen te kort. En de Turkse tortels niet te vergeten, die als stelletje komen. Af en toe duikt ook een ekster mijn tuintje in, maar kan niets vinden van zijn gading. Er zijn ook vogels die walnootdoppen achterlaten. Dus dan toch OLV van de vogels?


Ze zou ook OLV van de varens kunnen heten. Ze staat boven een put. Enige eeuwen geleden moet daar ook een put geweest zijn waar een botanicus deze varens aantrof en beschreef.
Ze heeft wellicht ook iets met de Gingko Biloba die groeit in mijn tuin. Ik vind het een heel bijzondere oerboom. Goethe heeft er heel mooi over geschreven en gedicht. De bladeren verwijzen naar Yin en Yang, het manlijke en vrouwelijke. Een soort androgynie dat mij wel aanspreekt.

Als je de foto goed bekijkt zie je ook nog twee slakken die over Haar heenkruipen. Maar zoals het een Hemeling betaamt blijft Ze er onbewogen onder. Dit is het ware focussen. Echt een Moeder van alle levenden, bron van leven, liefde en mededogen.

Door Lourdes ben ik Maria gaan zien als het Moederlijk Gezicht van God, dat naar ons glimlacht. Ik probeer dezer dagen vat te krijgen op wat dat betekent. Ik zie de glimlach als gevolg van een leven dat het lijden is doorgegaan en een besef heeft van Verrijzeniskracht. De glimlach is ontwapenend. Er hoeft zelfs niet meer  'Vrees niet' gezegd te worden.

Het is de glimlach die je ervaart als je een klein kind ziet en dat uitmondt in een gevoel van vreugde. Het is de glimlach als je verbaasd bent omdat anderen je prijzen. Wist jij veel! Het is de glimlach als je in jezelf verzonken weer gevraagd wordt deel te nemen aan het gesprek. Glimlachen kan ook grimlachen zijn... Niet weten wat je moet. De glimlach van Maria kan niet anders zijn dan een voorbode van een andere werkelijkheid, zoals bij Bernadette. Een blijk van een intieme verstandhouding vol respect.

Zo kan ik wel weer verder met mijn tekst over 'De spiritualiteit van de glimlach'. Maria in de tuin, heet nog maar gewoon 'Maria', en verder niets. Het is meimaand, dat is Mariamaand.
De kastanjebomen bloeien met prachtige kaarsen ter ere van Haar. De klaprozen voor mijn voordeur zijn al vol in de knop. Ze mogen gaan bloeien! Het mooiste Marialiedje vind ik eigenlijk:

O roze zonder doornen,
o violette zoet.
O bloemken blauw in 't koren,
neem mij in Uw behoed.
Vol liefde en gestadig
ootmoedig zo zijt Gij,
och, wees mij toch genadig,
aan U beveel ik mij!

donderdag 12 mei 2011

Feest

Sint Benedictus
Afgelopen week had ik vriend K. al een kaart gestuurd om hem met deze dag te feliciteren. Het is zijn huwelijksdag. Hij is 33 jaar getrouwd en ik hoop dat hij er met zijn vrouw een leuke dag van maakt. Dat is hen wel toevertrouwd.

Vanmorgen werd ik door H. mijn mede-oblate opgebeld en ze feliciteerde me....we zijn vandaag allebei 15 jaar oblaat! Ik was het echt helemaal vergeten! Natuurlijk kon ik het weten want vandaag is van oudsher de Dag van de Verpleging, is het K.'s huwelijksdag en ben ik op deze dag oblaat geworden van de Abdij! Wat een lange tijd geleden al weer.

Ik werd oblaat omdat ik destijds eigenlijk monnik had willen worden, maar vanwege allerlei complicaties er toch vanaf zag. Ik ervaarde het als heel pijnlijk en de gemeenschap vond het vast teleurstellend. Ik voelde me toen ook haast schuldig, want kort erna werd de novicemeester ernstig ziek. Ik had hem nog zo graag een monnik gegund! Maar hij zei toen al dat ik dan mooi eerst priester kon worden en dan nog altijd kon zien of ik de roepstem van het monnikenleven zou kunnen beantwoorden. Helaas is dat niet het geval. Mijn leven heeft een andere wending genomen. De Voorzienigheid gaat heel creatief en avontuurlijk met het leven om. Het is goed zo. 

Mijn oblatuur is vooral symbolisch en uit dankbaarheid. Hier liggen mijn wortels in de katholieke traditie. Het klooster is een rijke voedingsbodem geweest voor mijn spiritualiteit. Mijn spiritualiteit zou ik monastiek noemen. Ik ben zo schatplichtig aan Sint Benedictus, de stichter van het Westers monachisme. In mijn werk als priester is dat een stevige ondergrond gebleken, waar ik heel dankbaar voor ben.

Toen ik voor het eerst het klooster bezocht was ik nog niet katholiek. Ik woonde in Amsterdam en voelde me voor het eerst in mijn leven vrij. Ik kon nu mijn eigen weg gaan. Mijn eigen levensroeping volgen. Ook al was ik een echte hippie, een flowerpower-figuur, ik wilde per se katholiek worden en ik prijs de monniken nog om hun geduld met mij.

Vooral ook mijn geestelijk begeleider, die tijdenlang me nauwelijks kon volgen. Voor mij was destijds het klooster een huis vol (geestelijke) vaders. Een vroegoverleden vader blijkt voor een kind een prima voedingsbodem te zijn voor een spirituele weg. Ongetwijfeld heeft de vroege dood van mijn vader mijn besef van het Mysterie van het Leven vergroot en verdiept. Al kan ik het niet speciaal tot dat punt terugvoeren. Die stap naar een klooster was goed.

Ik leerde er al op de eerste dag de mystiek van Sint Jan van het Kruis kennen. Alsof ik wist dat het van belang was! Ik had toen niet kunnen bedenken dat ik stiltedagen zou organiseren gebaseerd op zijn leringen. Laat staan dat ik durfde geloven ooit te zullen studeren en gewijd te worden. Een wonderlijke mix heeft het leven mij gebracht van geestelijk en familiair vaderschap. Laat ik dat vandaag vieren.

Oblaat zijn betekent dat je je leven als offerande aanbiedt aan God. Een kindoblaat werd vroeger in de altaardwaal gerold en zo aan het klooster verbonden voor opvoeding en opleiding. Ik herinner me de dag van de oblatuur nog. Moeder was voor het eerst in het klooster dat mijn geestelijk thuis is. Mijn broer en zus waren er ook en ook de KKK-groep. Erna een vrolijk samen zijn en een dagje Volendam en Marken. Heel gezellig!

Als je oblaat wordt van een abdij dan ontstaat een geestelijke band. Ik vind dat een waardevol gegeven. Ik heb het nooit beschouwd als een soort monnik worden. Al heb ik pogingen gedaan om de kloosterlijke levensstijl gestalte te geven in 'de wereld', ik ben tot de conclusie gekomen dat dat weinig zin heeft. Ik leef wel het leven als monachos, als éénling, maar los van een klooster krijgt dat toch anders vorm. De kern van mijn leven vind ik wel het leven uit de Kern, uit Christus. Ik kan nog wel putten uit de bronnen van het monastieke leven en zien hoe ik dat kan integreren in mijn eigen solitaire bestaan.

Ik kom niet zo vaak meer in mijn geestelijk thuis. Misschien geldt ook hier dat je eens uitvliegt en dat je het meedraagt in een dankbaar hart. Er is daar ook veel veranderd. We zijn echt een kerk in Umbruch. Op de plek waar ik werd gedoopt staan nu banken. Het koorgestoelte mij zo vertrouwd is nu alleen voor monniken en verkort.

Eigenaardig te beseffen dat ik al op zoveel plekken heb mogen voorgaan in de Eucharistie, behalve hier. Daar staat dan wel weer tegenover dat ik met anderen op het altaar heb gestaan om het kruis met ons Heer boven het altaar weg te nemen vanwege de Goede Week. Ik herinner me natuurlijk ook mijn blote voeten bij de voetwassing op Witte Donderdag. Zo koud! En dan de abt geknield aan je voeten! 

De tragische dood van de abt die mij doopte, blijft mij bij. Ik vond dat hij wat weg had van mijn vader, maar was ook even onbereikbaar. Hij leerde me omgaan met de akédia, de gruwelijke verveling die kan toeslaan op je geestelijk pad. Op dezelfde plek als ikzelf werd ook mijn zoon gedoopt. Ik zie me nog lopen met hem in mijn armen door de doodstille kerk.

Ik mis de kloostercellen uit de jaren zeventig vreselijk. Ze waren zo heerlijk primitief. Houten vloer, alleen koud water, bed, tafel en stoel. Een deur met een houten grendel. Het 'Pax vobiscum' als iemand aan je deur kwam. De kamers zijn nu modern en van alles voorzien. Ik vind het nu net een hotel waarbij een klooster staat. Je kunt ook niet meer participeren in het monnikenleven. Dus is het drukker dan thuis, want allerlei gasten willen in gesprek. Voor de stilte hoef ik niet te gaan. Het is wel fijn mijn peetoom te spreken. Met hem door het slot te struinen en me weer even een beetje deel van de gemeenschap te voelen, doet me goed. 

Als oblaat krijg je hier wel de spreuk van de abdij mee: Deo Vacare. Vrijstaan voor God. Ze legden het vaak uit dat de monniken voortdurend op vakantie (vacare) zijn, vanwege God (Deo). Die gedachte spreekt me nog steeds aan. Vrijstaan voor God en ik associeer er de titel van een boekje mee: 'Met lege handen'. Een boekje over Theresia van Lisieux van Koen de Meester (1972), dat destijds gelezen werd in de refter onder het eten. De Franse titel 'Les mains vides' heeft een soort magische werking op mij. Het ligt lekker in de mond en heeft iets mantrisch. Het is wel een topper, zoals alles van Koen de Meester en zijn ordegenoten de gebroeders Stinissen. De karmelitaanse spiritualiteit heeft me wel het meest gevormd, vermoed ik.

Vandaag 15 jaar oblaat van de abdij. Ik zal het gepast vieren met een sober gebakje en een glaasje wijn. De CD van Loreena McKennitt, die ik besteld had, lag vandaag in de brievenbus en ik beschouw het als geschenk vanwege mijn oblatuur. Haar mooie bewerking van Sint Jans gedicht 'Dark Night of the Soul' staat er in twee versies op. De life versie wint het wel. Het wekt een merkwaardig soort heimweh in mij op. Terug verlangen naar wat komt, maar er ook al is, zoiets.

I lost myself to Him
and laid my face upon my lover's breast...

Oh night that joined the lover
to the beloved one
transforming each of them into the other...

daar is het echt feest!

woensdag 11 mei 2011

Keep smiling!


De dag begon al vroeg. Eerst even lekker koffiedrinken bij het centrum aan de IJssel onder de prachtige grote beuken. Het is al zo vol groen overal. Madeliefjes aan mijn voeten, hier en daar een gele waas van paardenbloemen.

We zijn bij elkaar om de voortgang van de Academie voor praktische mystiek te bespreken. Het gaat allemaal niet zo voortvarend als we hoopten. Twee personen hebben afgehaakt omdat zij zich niet konden vinden in de definitie van de praktische mystiek. De bewandelde taalspelen en de daarbij veronderstelde realiteiten konden zij niet onderschrijven.

Ik vertelde dat ik ook nogal eens blijf haken en dingen verneem waar ik niets mee heb en die ik niets met mystiek te maken vind hebben. Maar ik luister en probeer zo de hele range van opvattingen, meningen en ervaringen op dit gebied te begrijpen. Ik bied zelf een bijdrage vanuit onze katholieke karmelitaanse mystiek. Zolang dat past vind ik dat ik mee kan doen.
  
Ik heb geen behoefte aan ingewikkelde onderscheidingen, rubriceringen en definities. Ik heb niets bijvoorbeeld met geesten die ons zouden begeleiden, zoals engelen, gidsen en kabouters. In de katholieke mystiek weten we niets van etherische of astrale lichamen. Ik ben niet druk met edelstenen, amuletten en allerlei andere leuke speeltjes op dit terrein.
Ik vertelde en passant wel dat ik in mijn kamer bergkristal en rosekwarts heb en gelijk wist men mij te vertellen dat het staat voor een helder bewustzijn en voor de hartchakra. Nou, mooi dat ik dat dan goed heb aangevoeld!

Ik zit in de Academie voor het thema Liefde en Mededogen. Ik put uit de leer van San Juan de la Cruz en heb als thema bedacht:
Op een weg van niks naar God, Die er niet uit ziet.
Het is mijn allerkortste omschrijving van zijn opvattingen van de weg, als je al een weg wilt beschrijven. Er is een periode een weg, maar ben je er, dan zijn er liefde, vreugde, vrede en al die andere goddelijke kwaliteiten.

Nu dien ik als ik het goed begrijp een verdeling te maken naar lichaam, emotie, het mentale en het spirituele. Ik schijn in de hoek te zitten van het mentaal-spirituele. Ik vind het best. Het past wel bij een geestelijk begeleider. Een van de leden vindt deze indeling ouderwets en te psychologisch. Het voorstel van hem is om het ook te hebben over fijnstoffelijk, grofstoffelijk en astraal lichaam. Maar de rest vindt dat alleen maar versluierend werken. Ik zou zelf niet weten wat ik met die begrippen moet, maar ik houd van bijscholen.

Opnieuw keken we naar onze omschrijving van mystiek. Voor mij is dat vanuit mijn traditie eenvoudigweg de vergoddelijking, de vereniging met God. Godsdienstwetenschappelijk zou ik het als volgt willen formuleren: Mystiek is een dynamisch transpersoonlijk proces van deliminaliseren. Een dynamisch proces is het waarbij je je grenzen (limina) steeds verder durft te verleggen tot voorbij je eigen persoonlijke bestaan naar een transcendente werkelijkheid.
O, help!, waar heb ik het over?

We waren het er over eens dat je misschien beter Diesseits kunt formuleren nl. dat het een transpersoonlijk gebeuren is.
Je kunt van het Jenseits eigenlijk niet zeggen wat het is, hoe het is, of het (on)persoonlijk is. Dit lijkt een betere opstap.
Dan gaat de open dialoog over jouw transpersoonlijke ervaring en staat het je vrij dat op je eigen wijze gestalte te geven. Het kan God heten of Eénheid, het kan persoonlijk zijn of onpersoonlijk, subject of object, energie of leegte, relationeel of niet, etcetera, etcetera. Hoe langer we erover spreken hoe vervagender het op mij werkt in mijn hoofd.
In mijn hart koester ik de zachte tedere liefde van mijn Heer. Ik verkeer persoonlijk in een stadium dat ik niet veel behoefte heb aan formuleringen en definities. Om met Sint Jan te spreken, zou ik willen zeggen: zend niet langer meer uw boden, toch niet in staat mij, wat ik wens, te zeggen...

Ik merk wel doordat ik nu met deze groep over de mystiek en scholing spreek dat het over heel andere taalvelden gaat dan bijvoorbeeld vorige week toen ik in een groep mensen die geestelijke begeleiding willen gaan geven mijn ervaringen met hen deelde.

Mijn werkgebied is in hoofdzaak christenen met een katholieke achtergrond of geinteresseerde protestanten.
Innovatief probeer ik te zijn binnen mijn eigen katholieke traditie door meditatie en contemplatie uit de kloosterlijke context te halen en weer opnieuw te verbinden aan de mystieke dimensie van de sacramenten, persoonlijke geestelijke lezing van de Schrift en het praktiseren van de Bergrede, bijvoorbeeld.
Ik vind in dit verband de dialoog met (Zen)boeddhisme heel vruchtbaar. Ik vind het wel belangrijk om ook met al die andere wegen in contact te blijven en ervaringen uit te wisselen. Laat ik dat het kader noemen van de wereldoecumene.
De Geest waait waar Zij wil, per slot van rekening. Laat ik het ook maar met de nodige humor doen. Dan kan ik het wel aan om het over vuurbollen te hebben en kabouters, over edelstenen en verabsolutering van standpunten. De innerlijke wereld is werkelijk een onuitputtelijke bron die naar buiten toe gestalte krijgt op ontelbare wijzen en met even talloze verklaringen. Mooi en wat heerlijk om dat te delen en nog te denken dat het van kosmisch belang is! Hier past een kosmische glimlach....

Dat komt goed uit. Komende dagen wil ik mijn lezing over de spirituaiteit van de glimlach op papier hebben voor een groep fraters. Ik was me eigenlijk niet bewust wat voor een dankbaar onderwerp dat is. Het maakt me nu al weer blij te mogen spreken over Maria als het glimlachende moederlijke Gezicht van God. De eerste avond over dit onderwerp verliep al heel succesvol, vooral omdat de conferentie uitliep op het vieren van de Eucharistie en dat gaat dan heel diep, echt toeven in Gods Tegenwoordigheid. 
Het wordt nog wel even zwoegen om de lezing tot een mooie geheel te maken, inclusief de goede citaten en een notenapparaat.
Maar vooruit: Keep smiling! 

vrijdag 6 mei 2011

religie zonder geloof


Stomverbaasd lees ik vandaag in Trouw dat iemand promoveert op het thema 'religie zonder geloof'. Er komt een lijvig boek dat 'Flirten met God' heet. De terminologie vind ik al merkwaardig. Er staat dat minstens 10% van de Nederlanders op een a-gelovige manier religieus zijn. Ik denk zelf dat het er wel meer zijn als ik begrijp wat de promovendus bedoelt met deze uitspraak.

Het gaat dus om religieus ervaren los van een levensbeschouwing of godsdienst. Ik heb zelf de ervaring dat als je met mensen over religieus ervaren komt te spreken, ook al zijn ze niet godsdienstig, er toch wel een levensbeschouwing uit spreekt. En dan juist hoogst individueel en vaak zeer oorspronkelijk. Niet belemmerd door vooronderstelling, plichten en routine. Deze personen weten juist vaak heel creatief hun eigen visie op het leven weer te geven, soms middels klassieke beelden en woorden, aangevuld door eigen verwoordingen en privé-rituelen.

Ik zelf ervaarde aanvankelijk het religieuze niet-gelovig en heb me leren uitdrukken erover in de terminologie van het katholicisme, maar het kan ook op boeddhistische wijze, of meer nog: in Zen-termen! Als je gewoon gevoelig bent voor de archetypische wereld waaruit religie is opgebouwd zie je ook dat iedere religie of levensbeschouwing put uit deze universele bron, toegesneden op de ervaring van dit gegeven in een bepaalde context. Iedere religie wordt ook bepaald door geografie, economie, geschiedenis.

Zo ontstaat een specifieke religie, die dan helaas verabsoluteerd gaat worden in de meeste gevallen. Dan moeten bijvoorbeeld de christenen in een gebied dat onbekend is met wijngaarden wijn invoeren om Eucharistie te vieren. Of probeert men een woestijnreligie als de islam gestalte te geven in een moderne samenleving. Gelukkig ontstaat natuurlijk ook altijd aanpassing aan de situatie, al of niet goddelijk gelegitimeerd. Moest er vroeger 40 dagen gevast worden, nu volstaan kerkrechtelijk twee dagen (aswoensdag en goede vrijdag). A-gelovig religieus ontstaat misschien ook wel als de aantrekkingskracht van de heersende traditie verdwenen is. De ervaring blijft, maar het past niet meer in een traditie. De heersende traditie dekt niet meer de ervaring van het individu. 

Ik vind het merkwaardig dat de promovendus toch op zoek gaat naar religies. Hij doet aan participerende observatie bij moslims, magiërs, op heilige plaatsen. Prachtige verhalen. Ik vind het zelf ook heel interessant in allerlei religieuze activiteiten te participeren. Ik heb er ook veel in mogen ervaren. Maar als je daar zoekt ben je toch niet a-gelovig religieus? Ook al neem je geen God aan en ben je geen lid van een gelovige gemeenschap dan maakt je dat toch niet zo'n heel anderssoortige zoeker?

Ik had gedacht dat hij het zou gaan hebben over andere vindplaatsen van religieuze ervaring. De ervaring van de promovendus op de Sinaï dat het wellicht hoogmoedig is de diepten van de religie te doorgronden, lijkt me eerder terug te voeren op zijn eigen achtergrond als voormalig lid van de Nederlands Hervormd Kerk. Ik heb zelf juist de ervaring dat ik de kern van religie heb mogen zien en dat ging gepaard met een enorm gevoel van vrijheid, eerbied en aanwezigheid. Zo'n ervaring gaat natuurlijk voorbij aan alles wat een religie zou kunnen verbeelden, verwoorden of ritualiseren. Ik heb juist 'God' leren ervaren in de alledaagsheid, in de liefde, de natuur, de stad. In baby's en senioren, in de supermarkt en op Koninginnedag. Nieuwe (?) plaatsen van Aanwezigheid. Want het is alles in allen. Het gaat niet om de golven, maar om het water.

Als je een ervaring hebt van een superieure aanwezigheid hoef je dat natuurlijk helemaal niet religieus te verwoorden. Toch zoekt de promovendus het juist wel in die hoek. Hij is van mening dat oude plekken en oude rituelen wel bijdragen. Zoals de prachtige kathedraal van Vezelay. Jammer dat het onderdeel over religieus (maar niet gelovig) ervaren niet verder aangetipt is. Hij vermeldt interviews met sporters en kunstenaars. Typisch dat hij niet uitgaat van het verschijnsel mystiek. In mijn doctoraal scriptie betoogde ik dat er ongetwijfeld een seculiere mystiek bestaat en steeds meer centraal zal komen te staan.

Een kennis van me, muzikant en kunstenaar, vertelde me dat hij het heerlijk vindt wekenlang te kluizen en in de stilte te vertoeven. Dat noemen jullie contemplatief leven, concludeerde hij, maar ik geniet van hetzelfde ook al geloof ik niet in God en heb ik niets met kerken. Ik kan het slechts beamen.

Ik meen dat de spiritualiteit van Osho ook hierop gericht is. Hij propageerde religieus zijn, geen gelovigheid of kerkelijkheid. Je kunt gewoon religieus zijn of mystiek. Ik vind dat de huidige Zen dat heel goed expliciteerd naast Osho.
Ik ben het met de promovendus eens dat oude geloofsvoorstellingen wellicht niet meer voldoen (al zegt hij ook dat ze nog kunnen helpen!) en dat mensen nieuwe wegen zoeken. Het lijkt op de spreuk van stand-up comedian Lenny Bruce (1925-1966): Elke dag dwalen mensen af van de kerk en keren ze terug naar God. Hij is eigenlijk op zoek naar nieuwe vormen van religiositeit. Ik denk dat die er altijd en overal zijn. Hij ziet een nieuwe weg. Ik zie alleen de eeuwige Wijsheid. De vormen veranderen. Ik vind het boeiend om dat mee te maken. Zo zal het altijd gaan. De nieuwe inhouden die de promovendus zoekt zijn er altijd al en zullen altijd weer ontstaan.

Ik vind zelf de a-gelovige religiositeit minder vreemd dan de
a-religieuze gelovigheid, die ik, meer dan me lief is, tegenkom. Mensen die kerkelijk zijn maar nog nooit iets van God ervaren hebben. Zogenaamde gelovigen met een strenge moraal, vol regeltjes en m.i. dwangneurotische trekjes. Mensen die je in naam van hun religie willen bekeren, overhalen of dwangmaatregelen opleggen. Dingen verbieden en je op maat willen snijden op hun Procrustusbed. Nee, voor mij is God liefde en de liefde God...
en doe dan maar wat je wilt!

Fleur


Ik geniet nog volop van de pastel van mijn vader. Nichtje Hennie stuurde mij een foto van de mooie kamer op de molenbult in Warnsveld met onder deze pastel opa en oma op hun 50 jarig huwelijksfeest. Dat was in 1966. Natuurlijk een zwart-wit foto. Echt Achterhoeks feest zo te zien: de foezel op tafel en de advocaat. Suikerklontjes erbij. Ik mis de Boerenjongens, dat ik als kind best lekker vond. Hennie heeft de foto gescand dus daarom staat hij hierboven.

Mijn broer, die ik vandaag op bezoek had, heeft uit de nalatenschap van onze moeder nog de ansichtkaart weten op te vissen die mijn vader tot voorbeeld diende. Wat bijzonder de ansichtkaart en de pastel samen te zien! De pastel zit achter glas en bracht mijn vader nabij, maar deze kaart heeft hij echt in zijn handen gehad. Op de achterzijde zitten vlekken van verf of pastel. Op de kaart staat de oorspronkelijke schilder van het werk: L.Manceau. Toch eens proberen op te zoeken. Mijn vader probeerde het heel precies na te maken. Maar gebruikte ook eigen kleuren. Meer blauw. Ik voel me er nog heel vreemd bij nu zo echt in mijn vaders familie en nabijheid te vertoeven. Mijn broer is naarstig bezig allerlei zaken van onze ouders uit te zoeken en ik vind het heel bijzonder hoe hij achter allerlei dingen weet te komen.

Laatst vroeg hij zich af waarom we eigenlijk ons zo druk maken over de familiegeschiedenis en ook de stamboom (voorlopig eerst maar eens de stamreeks). Wellicht heeft het toch te maken dat je wilt weten waarom je bent zoals je bent. Wat heeft ons allemaal gevormd? In welke context werd ons leven vormgegeven? Vriendin M. zegt me steeds als we in het land mijner voorvaderen wandelen dat het toch mooi is als je weet waar je roots liggen, want door haar Indonesisch/Chinese afkomst zal ze dat nooit kunnen achterhalen. We hebben het er weleens over en dan zeg ik haar dat ik in haar geval Lao-Tse (hij schreef de Tao-The-King), Tswang-Tse en Kung-Fu-Tse (Confucius) tot mijn familiegeschiedenis zou rekenen, maar dat doet zij niet.
Ik kom niet verder dan de streekboeken van Meester Heuvel en Kerst Zwart bij onze geschiedenis  aan te knopen.

Aan levensfilosofie heeft mijn familie niets schriftuurlijks bijgedragen. In de geschiedenis van Ruurlo lees ik dat de protestanten er heel liberaal waren en behoorlijk individualistisch, ze hadden zowaar de eerste Nederlands Hervormde predikante van Nederland! De oecumene is nauwelijks een probleem. De Graafschapper heeft eigenlijk een geloof dat je kunt karakteriseren met twee woordjes: joa, joa. Het klinkt als JA, maar ze (we) bedoelen: 't zal wel. Ze hadden het veel te druk met in leven blijven. Het geloof beklijfde hier niet. Ik noem onze streek in navolging van het Bijbelse 'Galilea der Heidenen', waar Jezus werkte en Zijn leer verkondigde, de 'Graafschap der Heidenen'. De enige wijsheid uit de streek staat in boekje Achterhoekse gezegden en spreuken. Het is, zeg maar, nuchtere wijsheid, zonder poespas. Geen Kung-Fu-Tse liep hier rond, geen Lao-Tse, al kenden ze wel de leringen van de bomen en van het water...

Niet iedereen in onze familie wil de familiegeschiedenis leren kennen. Er is teveel gebeurd, ook in negatief opzicht. Mij bezwaart dat helemaal niet. Natuurlijk is er veel gebeurd en zijn er altijd dingen die je maar niets vindt, maar zo is het leven. Een genealogisch TV-programma leerde me beter de dingen te begrijpen. Iemand had bijvoorbeeld een voormoeder die prostituee was. De historicus vertelde dat het juist zoiets als emancipatie was in die tijd. Zo kon zo'n moeder het gezin uit het slop halen. Nu gebeurt dat in Aziatische landen. En wat hoop ik dat vrouwen daar ook in staat gesteld zullen worden op andere wijze de kost te verdienen!  

Het is de geschiedenis van kleijne luyden. Ik heb er juist heel veel respect voor. Ondanks alle ellende, tegenslag en kwalijke zaken leefden ze wel. En staan zij allemaal aan de oorsprong van mijn leven. Ik word mij er juist heel erg bewust dat je leeft in netwerken. Lineair, maar er is ook zoiets als circulair. Die grote kring van mensen die van context naar context hebben geleefd en aan je bestaan hebben bijgedragen. Het is heel bijzonder in die latere fasen een opgaande lijn te zien. Rond 1875 begon de alfabetisering van de Graafschap en een eeuw later leveren ze kunstenaars, leraren en academici af! Wat is er toch veel ten goede gekeerd.

Mijn broer probeert de levensgeschiedenis na te gaan van onze ouders, die is nog nabij genoeg om er gegevens over te vinden. Ik zie het als poging onze ouders te begrijpen. Het is heel vruchtbaar om er over te praten. Vragen die ik erover heb kan hij prima in de context plaatsen en daardoor kan ik het begrijpen. De puzzel wordt steeds zichtbaarder door alle nieuwe puzzelstukjes die we vinden.


Op een andere foto staat een pastel met een vaas zonnebloemen van mijn vader. Dit hing in de woonkeuken van opa en oma, boven de TV. Het is één van de drie zonnebloempastels die hij heeft gemaakt. We weten niet waar het gebleven is. Eén bezit mijn broer, de ander mijn nicht, maar deze? Geen flauw idee waar het is. We hopen wel dat iemand er van geniet.

Ik ben erg gecharmeerd van zonnebloemen. Ze zijn vrolijk, stralend, robuust. Zo'n mooi contrast met de tere anemonen. Anemoon komt van het Grieks anemos en betekent: wind, het waaien, de storm. Dat laatste zal wel niet kloppen...ik vermoed dat je moet kijken naar het werkwoord anemo-oo. Dat betekent: door de wind bewogen worden. Dat lijkt me in dit geval een goede observatie.

Zo brengen mijn nichtjes ineens een hoop fleur in mijn leven, ondanks de zwart-wit foto's!