woensdag 25 mei 2011

Hoofd en hart


Het boek van Safranski over 'Heidegger en zijn tijd' blijft mij fascineren (zie blog). Het is alsof ik terug ben in mijn studietijd. Ik blijf lezen, al moet ik het wel af en toe met wat anders afwisselen. In het stuk wat ik nu heb gelezen komt Karl Barth aan bod. De boeiende protestants theoloog die zo tegen Schleiermacherei was, terwijl ik juist daar wel iets mee heb. Religie is  iets om te ervaren, al begrijp ik dat Barth dat vreesde omdat mensen al gauw zelf invullen wat het opnieuw zou verbinden met 'God' en andere mensen. We kennen de verschrikkelijke gevolgen van een civil religion als het totalitaire nazisme. Het is daarom niet zo gek dat er kritisch gekeken wordt naar religie en mystiek. Daardoor zal zich steeds meer uitzuiveren.

De confrontatie lijkt me ook altijd zinvol. Ik ervaar dat altijd wel zo. Ik laat me graag bevragen. Wat zie ik over het hoofd. Wat laat ik liggen. Wat projecteer ik zelf in mijn godsbeeld, in mijn religieuze ervaringen? Ik wil wel net als Sint Jan van het Kruis voorbij aan alle weten en al te menselijke opvattingen en meningen. Dat alleen kan mij verder brengen. Dat is het avontuurlijke wat ik er aan beleef. Dat is de dynamiek erin. Door het boek van Safranski merk ik steeds te moeten switchen tussen filosofie en mystiek. Soms lijkt het om theoretische zaken te gaan, soms over het 'werkelijk' ervaren van de werkelijkheid (of zoiets, Heidegger begint allerlei neologismen te maken om zijn visie te verduidelijken, die ik niet allemaal kan vatten).

Het is wel verhelderend ten opzichte van mijn eigen standpunt. De werkelijkheid en het denken zijn toch wel problematisch. Is het daarom dat Wittgenstein zegt dat we moeten zwijgen als we er niet over kunnen spreken? Maar, ja, het eigene van de mystiek is juist dat je er niets over kunt zeggen en dat je er ook niet over kunt, mag of wilt zwijgen. De eeuwige paradox dus.

Deze stevige kost wissel ik af met de boeken van Richard Rohr, een Amerikaanse Franciscaanse priester, die naar mijn idee op een mooie open en universele manier probeert leven en leer weer met elkaar te verbinden. Hij constateert dezelfde binnenkerkelijke problemen als ik: het gebrek aan religieuze en mystieke ervaring. Natuurlijk haalt hij Rahner aan. De theoloog die gelooft dat de Kerk zal verdwijnen als de gelovigen geen mystici worden.

Zover zou ik zelf niet willen gaan. Maar ik blijf vol verwondering dat ik weinig respons krijg, op mijn Bijbelgroepje, als ik vraag of iemand wel eens iets van God of de Heilige Geest heeft ervaren. Het is werkelijk de sprakeloosheid van katholieken dit niet echt te kunnen communiceren. Als we dan wat door praten komen er wel allerlei verhalen, waar de groep Gods Geest uiteindelijk wel werkzaam ziet.
Rohr, ook bekend van de introductie van het Enneagram in katholieke kring, weet een aantal dingen goed om te zetten in iets praktisch. Zo leidt hij mannengroepen om initiatie weer gestalte te geven in onze traditie. Iets waar ik ook jaren mee bezig was, maar prematuur. Ik had zo graag het Vormsel gezien als een werkelijke initiatie, maar de werkgroepen begrepen nauwelijks wat ik bedoelde. Al zaten we wel op het goede spoor. Op youtube is er een mooi filmpje waarin Richard Rohr vertelt over initiatie en zijn veelbelovende ervaringen ermee. Kijken dus!

Veel mensen schrikken ervan dat God wat in je leven zou kunnen betekenen, laat staan dat je bekering, metanoia, transformatie aandurft.
Dan bedoel ik dit gegeven niet een bekering tot een burgerlijk veilig en nauwkeurig door regels en moraal omschreven leventje, nee, dan bedoel ik de weg durven gaan van overgave en loslaten, leven uit Gods creatieve Geest, leven uit onvoorwaardelijke liefde.
Rohr omschrijft in een mooie spreuk waar het hem om gaat:
"We do not think ourselves into new ways of living,
we live ourselves into new ways of thinking".
Wees praktisch, zegt het Handboek van Hoger Bewustzijn, en dat is Rohr. Hij is ook nog een enthousiaste en prettige man om naar te kijken en te luisteren. Zijn boekje 'The naked now' moet voor katholieken verrassend zijn. Ik ben gelukkig niet de enige universalistisch denkende priester. Ik voel me net als Rohr een gelovige van het en-en, alleen dan is dialoog mogelijk en bereid je je voor op de nieuwe wegen die wereldwijd gezien gegaan zullen worden. We zijn nu éénmaal wereldburgers geworden en kunnen ons niet meer terugtrekken op absolute aanspraken. We leven in een global village! Bewonderenswaardig hoe Rohr dat aanpakt, zonder de traditie van waaruit hij leeft geweld aan te doen, iets wat bij Willigis Jäger minder goed lukt. Maar goed dat er geëxperimenteerd wordt! Ook dat hoort bij transformatie.

Graag had ik ook al kennis genomen van het nieuwe boek van Peter Sloterdijk: 'Je moet je leven veranderen. Over antropotechniek.' Merkwaardig dat de filosofie nu ook dergelijke uitspraken doet. Mooi! Ik verwacht zelf veel van dergelijke stromingen die proberen op een integrale manier verandering van leven te bevorderen. Ik vind dat Joep Dohmen en Wilhelm Schmidt dat ook geweldig doen. Maar ook al die vertalers van de klassieke filosofie, zoals van Epictetus' Werken, een overzicht van de leer van Epicurus, etc. Je hoeft om je leven te veranderen (waarom zou je? Het moet niet!) niets transcendents aan te nemen. Daar ben ik het ook wel mee eens. Het is zo wie zo al goed je leven als kunstwerk te gaan zien en daarvan iets moois te maken (Foucault wordt hier vaak genoemd en terecht!).

Het boek van Sloterdijk maakt me nieuwsgierig omdat hij aanneemt dat we in een nieuwe spiltijd leven. De axiale tijd in de oudheid (de termen zijn van Karl Jaspers) werd al zo fascinerend beschreven door Karen Armstrong in haar boek 'De grote Transformatie'. Sloterdijk neemt aan dat we nu door de globalisering, met name door de nieuwe communicatiemiddelen, opnieuw in een spiltijd zitten. Hij noemt het zelfs een hyper-spiltijd. In de oudheid was er een beperkte synchroniciteit, maar nu is er een echte wereldwijde synchroniciteit. Ik ben net zo benieuwd als hij wat ons dat zal brengen. 

Zo, dat was wel weer genoeg hoogdravende kost. Lekker, vooral voor je hoofd! Het geeft een gevoel van bevoorrecht te zijn in deze tijd te mogen leven en dit allemaal mee te mogen maken.

Maar ik bemerk dat ik tot tranens toe geraakt wordt door het programma 'De confrontatie'. Daar gebeurt het echte werk. Een jonge TNT-postbode, Ton, werd neergeslagen door een groepje jongens. Hij vond de rechtszaak die erop volgde koel en afstandelijk. Daardoor durfde Ton nog steeds niet in die wijk te komen. Moest zelfs met zijn lijf vol angst bij de dader een pakje afleveren. De dader bood geen excuses aan. Nu ging Ton, met de camera erbij, vragen waarom dat niet gebeurde... de advocaat van de dader raadde het af dat voor de rechtszaak te doen!  Nou, ja, er wordt dus echt niet aan het slachtoffer gedacht! Gelukkig was hij zelf zo dapper er op af te gaan en hij kreeg ook, naar zijn gevoel, een oprecht excuses van deze dader. Kijk dat zou dus moeten veranderen in de samenleving. Bij de rechtszaak zou een dader-slachtofferconfrontatie moeten zijn die dan kan leiden tot verzoening. Dat zou eigen moeten zijn aan ons rechtssysteem. In Canada, waar ik ooit een wereldcongres van geestelijken bij Justitie bijwoonde, bleek dit al heel succesvol, zelfs bij zedendelicten. Je hebt dan weer de menselijke maat terug. Het werkelijke interpersoonlijke. Dan kan Justitie heilzaam werken. Nou, het komt er vast nog eens van. Gelukkig de dapperen, zoals Ton, die zorgdraagt voor zijn eigen genezing van dit trauma en iets van verzoening ervaart.
Ja, in het klein, daar gebeurt het.
Die Ton, die nooit Heidegger zal lezen,
noch Sloterdijk, die snapt het!
Zo'n programma is lekker voor je hart!