vrijdag 6 mei 2011
religie zonder geloof
Stomverbaasd lees ik vandaag in Trouw dat iemand promoveert op het thema 'religie zonder geloof'. Er komt een lijvig boek dat 'Flirten met God' heet. De terminologie vind ik al merkwaardig. Er staat dat minstens 10% van de Nederlanders op een a-gelovige manier religieus zijn. Ik denk zelf dat het er wel meer zijn als ik begrijp wat de promovendus bedoelt met deze uitspraak.
Het gaat dus om religieus ervaren los van een levensbeschouwing of godsdienst. Ik heb zelf de ervaring dat als je met mensen over religieus ervaren komt te spreken, ook al zijn ze niet godsdienstig, er toch wel een levensbeschouwing uit spreekt. En dan juist hoogst individueel en vaak zeer oorspronkelijk. Niet belemmerd door vooronderstelling, plichten en routine. Deze personen weten juist vaak heel creatief hun eigen visie op het leven weer te geven, soms middels klassieke beelden en woorden, aangevuld door eigen verwoordingen en privé-rituelen.
Ik zelf ervaarde aanvankelijk het religieuze niet-gelovig en heb me leren uitdrukken erover in de terminologie van het katholicisme, maar het kan ook op boeddhistische wijze, of meer nog: in Zen-termen! Als je gewoon gevoelig bent voor de archetypische wereld waaruit religie is opgebouwd zie je ook dat iedere religie of levensbeschouwing put uit deze universele bron, toegesneden op de ervaring van dit gegeven in een bepaalde context. Iedere religie wordt ook bepaald door geografie, economie, geschiedenis.
Zo ontstaat een specifieke religie, die dan helaas verabsoluteerd gaat worden in de meeste gevallen. Dan moeten bijvoorbeeld de christenen in een gebied dat onbekend is met wijngaarden wijn invoeren om Eucharistie te vieren. Of probeert men een woestijnreligie als de islam gestalte te geven in een moderne samenleving. Gelukkig ontstaat natuurlijk ook altijd aanpassing aan de situatie, al of niet goddelijk gelegitimeerd. Moest er vroeger 40 dagen gevast worden, nu volstaan kerkrechtelijk twee dagen (aswoensdag en goede vrijdag). A-gelovig religieus ontstaat misschien ook wel als de aantrekkingskracht van de heersende traditie verdwenen is. De ervaring blijft, maar het past niet meer in een traditie. De heersende traditie dekt niet meer de ervaring van het individu.
Ik vind het merkwaardig dat de promovendus toch op zoek gaat naar religies. Hij doet aan participerende observatie bij moslims, magiërs, op heilige plaatsen. Prachtige verhalen. Ik vind het zelf ook heel interessant in allerlei religieuze activiteiten te participeren. Ik heb er ook veel in mogen ervaren. Maar als je daar zoekt ben je toch niet a-gelovig religieus? Ook al neem je geen God aan en ben je geen lid van een gelovige gemeenschap dan maakt je dat toch niet zo'n heel anderssoortige zoeker?
Ik had gedacht dat hij het zou gaan hebben over andere vindplaatsen van religieuze ervaring. De ervaring van de promovendus op de Sinaï dat het wellicht hoogmoedig is de diepten van de religie te doorgronden, lijkt me eerder terug te voeren op zijn eigen achtergrond als voormalig lid van de Nederlands Hervormd Kerk. Ik heb zelf juist de ervaring dat ik de kern van religie heb mogen zien en dat ging gepaard met een enorm gevoel van vrijheid, eerbied en aanwezigheid. Zo'n ervaring gaat natuurlijk voorbij aan alles wat een religie zou kunnen verbeelden, verwoorden of ritualiseren. Ik heb juist 'God' leren ervaren in de alledaagsheid, in de liefde, de natuur, de stad. In baby's en senioren, in de supermarkt en op Koninginnedag. Nieuwe (?) plaatsen van Aanwezigheid. Want het is alles in allen. Het gaat niet om de golven, maar om het water.
Als je een ervaring hebt van een superieure aanwezigheid hoef je dat natuurlijk helemaal niet religieus te verwoorden. Toch zoekt de promovendus het juist wel in die hoek. Hij is van mening dat oude plekken en oude rituelen wel bijdragen. Zoals de prachtige kathedraal van Vezelay. Jammer dat het onderdeel over religieus (maar niet gelovig) ervaren niet verder aangetipt is. Hij vermeldt interviews met sporters en kunstenaars. Typisch dat hij niet uitgaat van het verschijnsel mystiek. In mijn doctoraal scriptie betoogde ik dat er ongetwijfeld een seculiere mystiek bestaat en steeds meer centraal zal komen te staan.
Een kennis van me, muzikant en kunstenaar, vertelde me dat hij het heerlijk vindt wekenlang te kluizen en in de stilte te vertoeven. Dat noemen jullie contemplatief leven, concludeerde hij, maar ik geniet van hetzelfde ook al geloof ik niet in God en heb ik niets met kerken. Ik kan het slechts beamen.
Ik meen dat de spiritualiteit van Osho ook hierop gericht is. Hij propageerde religieus zijn, geen gelovigheid of kerkelijkheid. Je kunt gewoon religieus zijn of mystiek. Ik vind dat de huidige Zen dat heel goed expliciteerd naast Osho.
Ik ben het met de promovendus eens dat oude geloofsvoorstellingen wellicht niet meer voldoen (al zegt hij ook dat ze nog kunnen helpen!) en dat mensen nieuwe wegen zoeken. Het lijkt op de spreuk van stand-up comedian Lenny Bruce (1925-1966): Elke dag dwalen mensen af van de kerk en keren ze terug naar God. Hij is eigenlijk op zoek naar nieuwe vormen van religiositeit. Ik denk dat die er altijd en overal zijn. Hij ziet een nieuwe weg. Ik zie alleen de eeuwige Wijsheid. De vormen veranderen. Ik vind het boeiend om dat mee te maken. Zo zal het altijd gaan. De nieuwe inhouden die de promovendus zoekt zijn er altijd al en zullen altijd weer ontstaan.
Ik vind zelf de a-gelovige religiositeit minder vreemd dan de
a-religieuze gelovigheid, die ik, meer dan me lief is, tegenkom. Mensen die kerkelijk zijn maar nog nooit iets van God ervaren hebben. Zogenaamde gelovigen met een strenge moraal, vol regeltjes en m.i. dwangneurotische trekjes. Mensen die je in naam van hun religie willen bekeren, overhalen of dwangmaatregelen opleggen. Dingen verbieden en je op maat willen snijden op hun Procrustusbed. Nee, voor mij is God liefde en de liefde God...
en doe dan maar wat je wilt!