maandag 18 juli 2011

Trionfi Amore!


De hele week keek ik al vol spanning naar het weerbericht. Regen, harde windstoten, noem maar op. Zou het doorgaan vrijdag? De opera Orfeo ed Eurydice in de vijver van Paleis Soestdijk? Ik zag geen druppels op vrijdag...het kan goed gaan..! Op donderdag naar Kevelaer, het leek wel herfst! Het regende de hele dag, het waaide vreselijk hard...het zal morgen wel niet veel beter zijn.... Maar op vrijdag: de lucht klaart op, de wind is gaan liggen en 's middags schijnt de zon. Dankbaar en blij zie ik het als een geschenk van de Voorzienigheid. Het is zelfs weer warm! We genieten voor de voorstelling nog van koffie in het park van Soestdijk en van de ondergaande zon.

De voorstelling begint om 22.00 uur. Het duistert al. Deze opera van Von Gluck is kort maar krachtig, met hoofdrollen voor een counter-tenor (alt) en sopranen. De enscenering is werkelijk heel bijzonder. Alles speelt zich af in het water. 


Orfeo die zijn geliefde Eurydice mist, mag van Amor haar ophalen uit de onderwereld...Nergens is het water zo diep als daar waar het water levenden scheidt van de doden (Imme Dros).
Op zijn reis wordt hij tegen gehouden door de Furiën. Dit is wel het meest spectaculaire deel van de opera. In het duister brandende fakkels, zijn er 'vuurlijnen' in het water en waaiervormige fonteinen die het pad afsluiten. Paleis Soestdijk ziet er uit als de onderwereld, belicht met vlammen.


Dan volgt de dialoog tussen Eurydice en Orfeo, waarbij zij hem vraagt waarom hij haar niet aankijkt. Orfeo moest Amor beloven dat hij niet zou omkijken naar zijn geliefde en mocht de reden ervan ook niet aan haar vertellen.
Als hij dat toch doet, sterft Eurydice. Een aangrijpende scene waarbij Eurydice onder water verdwijnt. Als Orfeo met een prachtige bekende aria besluit achter zijn geliefde aan te gaan, komt Amor hem zeggen dat hij genoeg geleden heeft en schenkt zij  hem zijn geliefde terug...een happy end, waarbij veel leden van het koninklijk huis mee figureren: Juliana fietst van het paleis door het water naar Orfeo en zijn geliefde, op de steiger van de orkestbak zien we Willem-Alexander met Maxima, Wilhelmina op een paard, Emma en nog een paar koninklijke figuranten. Het stuk eindigt met vuurwerk.


Het is een prachtig spektakel op een heel bijzondere plek. Het is zo anders, alleen al doordat het in een vijver speelt. Je wordt van het één naar het andere spektakel geleid. Er vliegt een uil over. Dan weer een boot vol prachtig aangelichte koorleden. Dan weer een gele streep door het water waarlangs mensen lopen en wat ik al noemde de spectaculaire scene met de furiën, met vuur en fonteinen. (zie you tube filmpje). Daardoor kwam ik niet echt aan het verhaal toe, de muziek, de tekst, die helaas ook niet in vertaling ergens te zien was! We hadden onderwatertiteling wel bijzonder gevonden! Maar achteraf, hier en nu met het prachtige programmaboekje zit ik integraal na te genieten!

De volle maan komt achter de wolken vandaan. Het is windstil. Een heerlijke zomernacht. Een heel speciale dag en avond als een eilandje temidden van natte, koude dagen vol wind! Met de opera zou ik mee willen zingen:

Trionfi Amore! E il mondo intiero serva all'impero della beltá!;
Laat Amor, de liefde, zegevieren!
En laat heel de wereld het rijk der schoonheid dienen!

                           Impressies van de try out.

zondag 17 juli 2011

Religie voor atheïsten


Met veel plezier heb ik in no time het nieuwste boek van Alain de Botton uitgelezen 'Religie voor Atheïsten' Een heidense gebruikersgids, (Amsterdam 2011). Ik vind het de vraag of het een gebruikersgids moet heten voor heidenen. Ik meen toch dat heidenen niet per definitie atheïsten zijn.
Het boek heeft oorspronkelijk dan ook een veel duidelijkere ondertitel: A non-believers guide to the uses of religion.

Er is nogal veel belangstelling voor het boek en terecht (Zie zomernummer van het tijdschrift Filosofie). In plaats van religie alleen maar negatief te beoordelen kiest Alain ervoor dat wat positief is in religies ook seculier te benutten. Ik vind het een goed idee. Het lijkt me geweldig dat als je niet gelooft je toch een plek kan vinden van troost, bijvoorbeeld. Een soort tegenhangers van kerken, kathedralen en Mariakapelletjes. Ik haal er maar eens even wat uit. Ook zijn ideeën om musea op thema in te richten spreekt me erg aan. Eigenlijk alles wel. Niet dat ik er persoonlijk speciaal op zit te wachten, maar het lijkt me geweldig als de publieke ruimte iets krijgt dat voor ieder mens betekenis kan krijgen. Zijn ideeën over onderwijs (dat meer wijsheid zou moeten opleveren en kwaliteit van leven dan geleerdheid) vind ik erg goed, al meen ik dat de hele stroming aan levenskunst al een geweldige bijdrage levert (Schmidt, Bieri, Dohmen).

Gelukkig bedoelt De Botton niet een seculiere religie te ontwerpen, zoals eerder August Comte probeerde in Frankrijk. Zo'n geconstrueerde universele religie is net zoiets als Esperanto. De werking is niet universeel. Ik herinner me dat de prachtige kathedraal gewijd aan de Heilige Hilarius (mijn geboorteheilige) in Poitiers een dergelijke functie heeft gehad, maar dat het niet werkte. Je gaat kennelijk niet op de knieën voor een beeld van de rechtvaardigheid. Je bidt niet voor een beeld van de waarheid of de liefde. Welke gebaren zou je verder kunnen stellen? Het werkt blijkbaar niet.

Een religie groeit organisch, fluctueert. Het universeel bedoelde Westerse Soefisme heeft toch geringe aantrekkingskracht, hoe mooi de doelstellingen en de leringen ook zijn, vooral die van Hazrat Inayat Khan. Ik bezocht hun prachtige tempel in Katwijk, maar ik ervaar erbij toch niet dat wat ik in mijn eigen kerk ervaar. Daar kniel ik, maak een kruisteken, steek ik kaarsjes op bij de Moeder Gods. Ik ervaar er de Eenheid met Christus. Daar bid ik de Kruisweg. 

Het boek van De Botton maakt me bewust van de schat aan goede elementen van een religie en het is een feest het te herkennen. Al zie ik dat veel van de dingen die hij noemt momenteel ook niet speciaal opgaan voor een religie. Zo verdwijnt zienderogen het gevoel van gemeenschap in de kerk en ik ben benieuwd of een seculier gebruik van dit gegeven het hedendaags individualisme kan keren. 

Net als bij het boek 'Flirten met God' van Koert van de Velde heb ik de indruk dat veel mensen deze dingen al wel doen. In mijn traditie zijn nogal wat 'sociale katholieken', die ietsisten, agnosten of zelfs uitgesproken atheïsten zijn, maar het heerlijk vinden in een kerkkoor te zingen. Die toch maar trouwen in de kerk om hun gevoel van dankbaarheid gestalte te geven. Die als laatste draadje met de kerk nog komen met Kerstmis. Die veel hebben aan een uitvaartritueel. Deze non-believers vinden nu nog plek binnen religie, maar ik hoop dat er goede substituten voor in de plaats komen. Ik vind de voorstellen van De Botton bijzonder zinnig. 

Ik vind dat we als kerk ook een welkome plek moeten zijn, zonder enig protest die sommige collega's menen te moeten uiten. Vanuit ons standpunt kun je toch niet weten wat God met andere mensen voor heeft en stelt God het wellicht ook op prijs te flirten met hen of dat de beschikbare faciliteiten benut worden voor troost, kracht of dankbaarheid? Leave it to God, zou ik zeggen!

Het hoort nu allemaal bij de huidige tijd en de tijd zal leren hoe het in de toekomst eruit zal zien. Misschien gaat het wel via communicatiekanalen die nog worden uitgevonden of is men op een gegeven moment er aan toe in kleine kringen echt samen te zijn en als groepjes samen weer naar een kerk gaan. Wie zal het zeggen?
Ik hoop ook dat als de kerk domweg op zijn retour is dat er dan ook nieuwe wegen gevonden worden en dat wat De Botton aanreikt aan positiefs ook wordt opgepakt. Het leven kan er alleen maar rijker op worden!


Mocht je dan even niets meer met religie hebben dan raad ik je aan om van Alain de Botton 'De troost van de filosofie' te lezen. Het boek kwam uit in 2000 en is aan zijn 25ste druk toe! Het leest net zo vlot als de bovenstaande gebruikersgids en is zelfs humoristischer. Een goede inleiding op Socrates, Epicurus, Seneca, e.a. In het hoofdstuk Seneca vind je een prachtige inleiding op het stoïcisme, dat nu nog furore maakt in de Rationeel-Emotieve Training.


Alom rijst de vraag waar je Alain de Botton moet plaatsen. Mij lijkt hij een filosoof die geweldig goed in staat is te populariseren en werkelijk bijdragen levert die je aan het denken zetten. Op mij heeft hij zo'n uitwerking als Bas Haring kan hebben, die komt ook zomaar opeens met een nieuwe kijk op dingen. Goede kost! Stimulerend! Wat leven we toch in een prachtige spannende tijd!
Bijna jammer dat aan je eigen tijd een eind zit!
Misschien toch maar reïncarneren?
Of komt alles goed als de Heer wederkomt?
Wie zal het zeggen?

vrijdag 8 juli 2011

KKK-dag (2)

De KKK-dag beginnen met een blijde lach!
'Zie, hoe goed, hoe weldadig broeders te wezen en samen te zijn', zingt David in psalm 133. Hij vindt het 'als olie kostelijk op het hoofd en nedervloeiend over de baard'... Helaas hebben we geen baard en zitten we ook niet met olie op ons hoofd. Nee voor ons is het samenzijn als 'bij La Place met koffie en gebak, overvloeiende van slagroom of vanillesaus, goedkoop door de bonnetjes van K.'!

Het is het begin van een mooie dag samen. We lezen op moment het boek van Joep Dohmen 'Brief aan een middelmatige man'. Het is een soort compilatie van werken van andere schrijvers over het vormgeven van je leven als kunstwerk. Dohmen sluit vooral aan bij het werk van Michel Foucault, met name deel III van de geschiedenis van de sexualiteit, 'De zorg voor zichzelf'.

Het boek is een prima uitgangspunt voor gesprek en zeker ook voor ons nu we een groepje zijn waarin wel en niet in God geloofd wordt. Het biedt een ruime invalshoek. Ik mis natuurlijk in dit boek wel dat innerlijk ijkpunt, maar in zijn visie doet dat niet ter zake .

Het leven op zich is al de moeite waard om geleefd te worden en goed geleefd te worden. Daar ben ik het uiteraard mee eens. Ik mag overigens graag zo leven dat ik het zelfs zo zou doen als God niet bestaat. Voor mijn levenspraktijk maakt het me niet zoveel uit.

Dohmen gaat in de hoofdstukken die we lazen in op vrijheid, op zelfontplooiing, een jezelf ontplooien tot openheid en vitaliteit. Het valt me wel op dat je steeds zoveel moet doen. Je bent er maar druk mee een kunstwerk te worden.
Overigens is niet een statisch kunstwerk bedoeld zoals een beeld of schilderij, maar het is open bedoeld, vitaal, creatief, dynamisch. Hoe het dan moet als je senior wordt en al die kwaliteiten moet opgeven wegens ziekte of ouderdomsgebreken hoop ik nog te zien. Dohmen verzamelde met anderen een dik boek vol met teksten over deze levensfase. Misschien nog eens lezen.

Ja, later op de dag worden we ernstige senioren
die tenminste nadenken over hun leven!

Een poging van ons onszelf als een kunstwerk te omschrijven kan niet anders dan overgaan in een reflectie op ons leven en handelen. Daarmee zaten we gelijk een hoofdstuk verder waarin Dohmen met Taylor betoogt dat narrativiteit nodig is. We hebben verhalen nodig om het leven betekenis te geven. Het gaat erbij ook om een in contact zijn met een hypergood (een nieuwe term zonder verdere introductie, van Taylor? Is God dan mijn hypergood? Je zegt by the way: haipergood) omdat dit je eenheid schenkt, een levensdoel en samenhang. Je kunt dus gewoon niet leven zonder een context. Je formuleert die toch steeds weer voor jezelf.

Voor Dohmen is de conclusie een variant op Descartes: Ik ben mezelf, dus ik ben. Terecht wijst hij erop dat zelfontplooiing alleen samen kan gaan met anderen en ook in dienst van anderen. Ik kan me niet onttrekken dat dit ook de basiskenmerken zijn van het christendom, hier weergegeven in geseculariseerde vorm. Dus ik onderschrijf ze. Ik denk dat het een goede observatie is van Dohmen dat het christendom teveel gefocust is geraakt op de dienst aan anderen en zo de zelfzorg er bij inschoot. Ik zie dat in het pastoraat, al weet ik niet of het typisch een probleem is van christenen, maar wellicht lijden we er allemaal aan in deze postchristelijke tijd. Ik meen ook dat Japanners erom bekend staan. De zorg voor de gemeenschap staat daar voorop.

Het is denk ik eigenlijk betrekkelijk nieuw om aan zelfzorg te doen. Het hele individualiseringsproces lijkt me nieuw. Alles wordt teruggebracht tot jezelf. Je moet het zelf doen. Mijn moeder zei dat altijd al. Ik vind het nog waar ook. Ik vind de winst van nu dat je je leven zo mooi vorm kunt geven. Dat geldt voor het religieuze of spirituele kunstwerk dat je zou willen zijn, wellicht met mooie zijwegen van kunst en litteratuur. Misschien een politiek geëngageerd kunstwerk met een rijk gevarieerd sociaal netwerk. Mogelijkheden te over om je te profileren via de moderne communicatiemiddelen tot en met één of ander optreden in een show om ontdekt te worden als zanger, schrijver of dichter. 

Voor al die dingen hadden mijn voorvaderen helemaal geen tijd tweehonderd jaar geleden. Ze aten roggebrood en spek, werkten hard en op zondag na de kerk een glaasje foezel en je hebt het gehad! We leven in een mooie tijd en als je die goed gebruikt ontstaan er zeldzaam mooie relaties waarin je elkaar echt leert kennen en je in staat stelt jezelf en de ander zo goed mogelijk te verstaan.

Bildung zoals Dohmen het voorstaat kan alleen maar onstaan als je echt communiceert met jezelf en met de ander, bereid tot een echte dialoog. Ik ben het daarom vaak met Dohmen eens en vind het daarom wellicht geen uitdagend boek. Ik beaam het en dat is eigenlijk heel saai.
Zoals gezegd mis ik een 'mystiek vervolg'. Het jezelf doorzien, het relativeren van je ego om daardoor in contact te komen met een Hypergood dat tenminste transpersoonlijk is, zo niet transcendent. Maar ik heb er alle vertrouwen in dat die fase zal komen. Het komt vast op een manier die ik me nu niet kan voorstellen.

Het is zoiets als wat ik met mijn dochter beleef. Zij weet dat ik gelukkig ben in mijn levensbeschouwing. Ze respecteert het ook. Maar zegt ze: ik heb alles, ik ben gelukkig, ik hou van mijn partner en mijn kind...maar wat is de zin ervan? Ik kan het haar niet aanpraten. Ik weet het niet. Ik zie haar niet bij mij in de kerk zitten. Ze heeft zoiets als veel jeugdigen: wat moet ik op zo'n vervelend tijdstip in een harde bank in een koud groot gebouw? Ik weet het ook niet. Ik zie er de zin wel van. Ze zal ongetwijfeld haar weg vinden en gaan 'naar verten die niemand kent'. Zo gaat dat. Ik verwijs meestal naar mijn cartoon van Gummbah: Een onooglijk mannetje slaat met de vuist op tafel en roept 'Als het leven geen zin heeft, dan máákt het maar zin, g**verdomme!'


Zo ben ik nu bij mijn eigen overwegingen beland naar aanleiding van onze ditmaal lange KKK-dag. We hebben het idee, geïnspireerd door een suggestie van Dohmen, na dit boek een roman te lezen en wel 'Nachttrein naar Lissabon' van Pascal Mercier, pseudoniem van de Duitse filosoof Peter Bieri.
Het boek laat zich lezen als Bildungsroman. K. (van de bonnetjes) had dit boek al laten reserveren bij de bibliotheek. Ik zag dat het boek slechts € 12,50 kost. Vriendin M. wist te melden dat zij het boek al had behandeld op haar boekenclub en dat iedereen er erg enthousiast over was. Des te meer reden om het samen te gaan lezen. Hopelijk sluit het dan aan bij onze eigen levenservaring.

Op het eind van de dag bij de uitwisseling van onze monastieke bladen hebben we het nog even over sexualiteit gehad omdat ik vertelde dat Cassianus, een monnikenvader uit de 4e eeuw, er vrijmoedig over schreef en er zo met zijn monniken over sprak. Een altijd interessant onderwerp dat we nog op de agenda zullen zetten. Ook hiervoor geldt dat we in een bijzondere tijd leven. Voor mij is het de vrucht van de jaren zestig toen ik mijn hippie- en flower-power tijd beleefde.


Met een stevige hug namen we afscheid van elkaar en aanvaardde ik de terugreis. Na alle lof toegezwaaid te hebben aan de verworvenheden van de (post-) moderne tijd herinnerde de Nederlandse Spoorwegen mij eraan dat er nog veel stamt uit andere tijden. Te korte treinen die maar een deel van het traject reden (Het was al vakantietijd begreep ik). Lang wachten op andere mogelijkheden. Treinen horen omroepen die niet reden! Zaten we eindelijk in een trein, mochten we meemaken dat deze niet harder kon rijden omdat er een goederentrein voor reed! Eén geluk had ik. Het boemeltje naar mijn woonplaats was blijven wachten. Zie, er is altijd wel iets om blij van te worden! Ik hoop dat 'de nachttrein naar Lissabon', dat we gezamenlijk zullen lezen, ons geen vertraging bezorgen zal... 

Onder de hemel



Jaren geleden bezochten vriendin M. en ik de fantastische tentoonstelling van Chinese kunstenaars in Groningen. Ik viel gelijk voor het prachtige werk van Ai Wei Wei, die kortgeleden nog vastzat op een onbekende plaats wegens belastingachterstand of zoiets. Gelukkig loopt hij weer vrij rond.


Het verbaasde ons dat Sui Jianguo nog niet is opgepakt. Zijn verrassende werk zagen we in het Museum BEELDEN AAN ZEE in Den Haag. Een prachtig vervolg op wat we destijds aan kunst zagen in Groningen. Het is typerend voor een bepaalde stroming vanaf de jaren negentig. Het is me niet helemaal duidelijk hoe dat zit. Het begon met het nieuwe (cynisch) realisme, als gevolg van de onderdrukte studentenopstand. Dit mondde kennelijk uit in de avant- garde. Ik was al erg gecharmeerd van het werk van Yue Minjun (1962) met al die nèt te hard lachende mensen. Ik wilde het zelfs nog gebruiken voor een nieuwjaarskaart.

In die tijd ontstond in China een kunststroming als kritiek op het Maoïsme en het voordien erg strenge regime. Er kwam toen een explosie los aan vrijheid en vrije meningsuiting. Sui Jianguo (1956) is duidelijk een exponent van deze beweging. Zijn naam betekent overigens: 'Bouw het land op'! 


De ijzeren kooi waarin een ijzeren bal rondrolt is wel een topper op de tentoonstelling (Limited moving, 2010). En zou het nog meer geweest zijn als je eraan zou mogen komen! Wij bezaten helaas die vrijheid niet! Het filmpje erover is eigenlijk veel indrukwekkender. Die enorme kogel is in het museum ook nog eens stilgelegd, wat me in strijd lijkt met de bedoeling van het werk! Ze hadden ons de vrijheid moeten gunnen met de bal te rollen, beseffend dat hij gevangen zat. De schrille tegenstelling van bewegingsvrijheid en -beperking.

Veel werken van Jianguo gaan de onderdrukking van de vrijheid. Die volmaakte overal rond te rollen ijzeren bal zou in alle vrijheid moeten kunnen gaan waar hij wil, maar zit gekluisterd in die kooi.


Indrukwekkend zijn de stenen in ijzeren banden gevat. De stenen lijken mij staan voor rotsvast vertrouwen op de vrijheid en dat het vreemd is die vrijheid zo in te perken. Het druk ook echt beklemming uit! Merkwaardig dat van nature bewegingsloze stenen door die omklemming van ijzeren kluisters zo'n sterke zeggingskracht hebben!


Een ander mooi voorbeeld is het uniformjasje uit de Mao-tijd gemaakt van metaal zodat het als een harnas zit.
Een fraai contrast zijn de beelden van de slaven van Michelangelo met een Maopak aan. Verleden en heden vol slavernij en onderdrukking? In Oost en West? Een waarschuwing voor ons om niet tot slavernij te vervallen, niet te vallen voor de macht van het uniform, voor de uniformiteit? Zoals men in China genoeg geleden heeft? In een recent boek dat zelfs een prijs won ligt de schatting van het aantal doden onder het communistische bewind op 45 miljoen! 

Het meest spectaculaire werk is wel Slant Paradise (2008). Sui Jianguo maakte het naar aanleiding van een souvenirbordje dat hij kreeg van een bevriende Nederlandse kunstenaar. Het toont een scheef paradijs vol boeren, klompen, kaas en molens. Haast een karikatuur van Nederland, natuurlijk bekend om tulips en wooden shoes. Een bijzonder effect is dat ze in een hoek zijn opgehangen. Het is dezelfde hoek waarin beide landen hun plaats hebben op de wereldbol. Dit Nederlandse paradijs bestaat natuurlijk niet en wordt in deze installatie vanuit hun hoek bekeken, verkeerd bekeken natuurlijk. Net zo karikaturaal als wij Chinezen kunnen zien!




Na deze tentoonstelling bleef er nog tijd over om op het Lange Voorhout het vervolg te zien. En wat voor één! Meteen toen we het Lange Voorhout betraden keken naar de achterzijde van het enorme beeld van de hand van Minjun! Een glanzend gouden kont en ballen van een enorme man die steunend op knieën en handen luid lachend ontdekt dat zijn piemel ontbreekt (Flexible Latitude, 2010). Dat maakte ik eruit op bij de eerste rondgang. Ik zag er een onderdanige houding in, waarbij alle potentialiteit ontbreekt deze te doorbreken. Later las ik dat deze figuur de klassieke koutou houding aanneemt. Een gebaar van respect naar oudere familieleden en andere superieuren. De houding zou hier kruiperig en slaafs zijn, schijnbaar een voorstelling van hoe men zichzelf voor de gek kan zetten, aldus het krantje over het beeld. Ik zie het belachelijke erin van holle frasen en niet meer beleefde etiquette, die dus geen uitdrukking meer zijn van het innerlijk. Het is uiterlijke dienst, men lacht erom. Die superieur die de koutou toekomt ziet dat niet...wij mogen het wèl zien... Het beeld heet flexible latitude, wat ik zou vertalen als buigzame speelruimte, de flexibele ruimte van de geestelijke vrijheid, van ruimdenkendheid. Je superieuren geef je de hun toekomende eer, maar in je eigen binnenruimte lach je erom.


Het is onmogelijk alle werk te bespreken dat we hebben gezien. Er was nog meer verrassend werk, zoals van Cang Xin(1967) en Wenda Gu (1955), maar helaas was de kloosterkerk al gesloten. Heel gepast besloten we de dag met een maaltijd in Chinatown. Even waande ik me weer in Beijing. Sobere inrichting. Tafels met draaiplateau. Veel mensen.
Ja, er is veel gedoe onder de hemel.

Ode aan de rivier


In mijn geboortestad werd op de langste dag van het jaar, midzomerdag, een danklied opgedragen aan de rivier. Ik was erg enthousiast over de aankondiging ervan en wilde er graag naar toe. Ik, als eerste (en enige?) aanhanger van de IJssellandmystiek, gun mijn IJssel een prachtig danklied, een ode. Iets wat recht doet aan haar eeuwenlange stromen door het groene land. Het stille stromen, steeds weer nieuw en fris. Ik hoopte op een instrumentaal op mijn haiku:

stroom als een rivier
zonder toen of later
het is altijd hier

Ik dacht ook aan die mooie uitleg van de mystiek. We zien onszelf als het ware als golfjes op de stroom (met dank aan Hermann Hesse!). Misschien zien we onszelf als komende en gaande golfjes. Bewogen door de wind. Maar we vergeten helemaal dat we maar tijdelijk een golfje lijken, ons ik denkt dat we golfjes zijn, bewogen door de wind van ons denken. Maar we zijn echt en alleen maar Goddelijk. Want we zijn allemaal water.

Ons denken maakt een soort individuen van ons, maar we zijn alleen water. In de Advaita Vedanta is dit zo mooi uitgewerkt. Theresia van Avila ziet ons allemaal als riviertjes die uiteindelijk allemaal uitstromen in de Oceaan. Ashtavakra sluit daar mooi op aan door God te omschrijven als Oceaan. Aan de oppervlakte, bewogen door de wind van het denken , menen de golven zelfstandige entiteiten te zijn.

'Hoe wonderbaarlijk!  In mij, de oeverloze oceaan, rijzen de golven van de individuele ik-wezens omhoog, botsen tegen elkaar, spelen hun spel en verdwijnen dan weer...zegt de Ashtavakra Samhita.
Ook de andere voorbeelden zijn sterk: zoals alle voorwerpen van god, o sorry, goud vooral en alleen god, o nee, goud zijn!
Toen bij mij dat besef doordrong verbleef ik lange tijd in grote vreugde. Ik maakte een nieuwjaarskaart (1985/86) met deze haiku:

niet een golf ben jij
maar een zee van liefde levend
de morgenzon rijst


De dynamiek van het individuele leven vind ik meer terug in de stromende rivier dan in het beeld van een oceaan. Bob Dylan zegt bij zijn Ballard of Easy Rider dat de rivier de Weg van God is. Die gedachte kwam ik zowaar ook tegen in 'In de ban van de ring'. Frodo spreekt aan het begin van de queeste een gedicht uit van Bilbo:
De weg gaat verder, eindeloos, vanaf de deur waar hij begon.... Het doet Frodo inderdaad aan Bilbo denken: 'Hij placht vaak te zeggen dat er maar één Weg was en dat die op een grote rivier leek: de bronnen ervan lagen voor iedere deur en ieder pad was een zijtak. Het is een gevaarlijke onderneming, Frodo, om je deur uit te gaan, zei hij dan, Je stapt de weg op en als je niet op je benen let, weet je nooit waar je naartoe wordt gesleept.'

Mijn enthousiasme voor IJssellandmystiek is dus nog onverminderd en hoopte dus op een mooi danklied. Misschien ben ik wel te vooringenomen geweest.
Ik dacht aan iets als de Watermusic van Händel.
Muziek die meestroomt met de rivier. Een lied dat stroomafwaarts meegenomen wordt op de golven of met de glinsterende zon mee gebroken wordt door de golfjes in duizendvoudige schitteringen. Desnoods een zegenrijk lied waarbij regendropp'len in de grijze stroom van de rivier weer opnieuw de cyclus van het water doorlopen. Ik dacht aan gedichten met stromen van klanken meegevoerd op het water en zoete klanken klinkend helder en schoon, hier en daar door een kolk meegenomen naar de diepten van de rivier om verderop weer te ontsnappen in klanken van vreugde.

Het zou toch iets moeten zijn van stromen van harmonie, die zich door niets laten weerhouden. Ja, het was zelfs mooi geweest om met heel veel mensen eens samen te luisteren naar de stem van de rivier zoals het krantenartikel daags na het gebeuren kopt.

Er is reden voor dankbaarheid, schrijft de verslaggever, de IJssel is een bron van leven, een helende stroom die geen einde heeft. Op acht kribben aan beide zijden van de rivier klinkt  het danklied op. Ik was er niet bij, me niet bewust dat het die avond zou zijn, omdat geen krant er iets over meedeelde, helaas! Er waren vooral positieve reacties. Gong en trom verbeeldden de harteklop van de rivier (Gek, maar ik heb er nooit aan gedacht dat je aan de rivier een harteklop kan toekennen. Ik denk ineens aan een slagader. Heel niet poëtisch!). Het bijwonen van dit danklied werd door enigen als helend ervaren, anderen stonden open voor de energie van de rivier. Iemand noemt het aardgodsdienst. Was het niet meer watergodsdienst?


Hoe dan ook: ik zou me er ook vast wel thuis gevoeld hebben. Al houd ik meer van het stille kijken naar de stroom, vooral ook bij hoog water. In mijn geloof is door de Doop van onze Heer alle water op aarde geheiligd en is iedere wassing een oproep tot ommekeer, een reiniging, een opnieuw beginnen.
Ik zou er hebben gestaan met mijn verlangen nog eens iemand te mogen dopen in de IJssel. Zodat je mag ervaren door de Mens van de Liefde te willen navolgen je een in de stroomgegane bent geworden. Dat je mag ervaren dat in jou door de Geest een stroom van levend water is gaan vloeien
en dat je je mee mag laten stromen tot je beseft
een zee van liefde levend te zijn.

donderdag 7 juli 2011

Een Godsgeschenk


Tien jaar geleden leerde ik haar kennen. Een stevige vrouw die al tijdenlang op een camping in een caravan verbleef. Ze zag er angstig en onverzorgd uit. Ik nam plaats in de shabby caravan en luisterde naar haar tragische verhaal. Na een eerder mislukt huwelijk had ze een alcoholverslaafde vriend leren kennen, die haar jarenlang tiranniseerde. Op oudjaarsavond stierf deze man in haar nabijheid en ze was van mening dat ze er schuld aan had, ook al was dat al door anderen uitgesloten. Sedertdien wist zij zich achtervolgd door zijn schim.

Ze dacht dat ze het klooster in moest gaan. Ze vroeg me om raad en wilde met me bidden. Ze vertelde dat deze 'vriend' haar nu het leven zuur maakte, ook op de camping. Hij achtervolgde haar en hield haar uit de slaap. En, zei ze plotsklaps, hij staat nu achter u te lachen. Eerlijk gezegd schrok ik en voelde een koude rilling over mijn hele lijf gaan.
Ik liet me niet kennen en pakte mijn rozenkrans. Zij pakte de hare. Ik vroeg haar nog eens waar die man nu was en ik ging tot haar grote ontsteltenis op de plek staan die zij aanwees. We begonnen de bidden. Af en toe verplaatste de man zich naar haar idee en dan verhuisde ik naar die plek. Haar angst nam in ieder geval wel af. Het was een begin.


Ik gaf haar in die tijd een afbeelding van 'Mijn Jezus Barmhartigheid' in allerlei soorten en maten. Ik zegende ook een skapulier voor haar. In ieder geval nam de frequentie van de hallucinaties af. Ik weet niet meer na hoeveel rozenkransen en sessies ze zei dat hij nu in het aangebouwde halletje verbleef van de caravan. Ah, zei ik, zover hebben we hem nu! Het was maar een piepklein halletje. Ik stond op de plek waar ze 'hem' had gezien. Zij stond bibberend van angst achter mij mee te bidden.

En ineens...vraag me niet hoe het kan....was 'hij' weg! Ik merkte het terstond aan haar gedrag. Ze werd rustig. Ze kreeg het gevoel dat wij -eigenlijk God- meer macht bezaten dan dit beeld dat haar steeds zo had getiranniseerd. Ik bevestigde dat uiteraard.

Toen ik enige tijd later weer bij haar kwam zei ze me dat hij nu niet meer op die manier bij haar kwam om te treiteren, maar dat ze nu nachtmerries van hem had! Ik zei haar toen dat we hem nou hadden waar hij hoorde: in het land der dromen! Nu kon ze tegen hem zeggen dat hij alleen maar een boze droom is en dat zij de baas is over hem. Want als zij wakker wordt, heeft hij geen macht meer! Ze begreep goed wat ik bedoelde.

Naar een paar heftige weken, die we rozenkransbiddend doorbrachten, werden de nachtmerries en dromen minder. Ze merkte dat het bidden uit een gebedenboek haar hielp en ook zingen gaf haar kracht. Een bijzondere mengeling van katholieke gebeden en evangelische liederen à la Johannes de Heer (gelukkig ken ik er heel wat, vooral door het zingen op zondagmorgen voor patiënten in de psychiatrische kliniek waar ik ooit werkte!). O wonder boven wonder, de nachtmerries namen af. Ze werd rustiger en rustiger. Ook de oxazepam begon goed te werken tegen de angst en de slapeloosheid.

Ze vond het goede evenwicht tussen medicijngebruik, bidden, zingen en de pastorale begeleiding. Ze nam van een pastor wel aan dat ze zich niet schuldig hoefde te voelen (Ik was nog niet gewijd overigens! Daar zit het hem dus niet in!). De ommekeer werd steeds zichtbaarder. Ze werd rustiger. Ze kon weer met vol enthousiasme de kinderen op de camping bezighouden met allerlei vakantieactiviteiten. De mensen om haar heen merkten de verandering ten goede op. Uit dankbaarheid ging ze sparen om een barbecue te kunnen geven op de camping en dan kon ze ook een springkussen laten komen voor de de kinderen. Ik moest zeker ook komen. Het was geweldig. Een echt volksfeest. Alle mensen van de camping hadden geld bij elkaar gelegd en kochten een gouden crucifix aan een ketting voor haar, die ik natuurlijk moest zegenen. Ze draagt hem altijd, zegt ze me.

Ze begon echt weer gelukkig te worden. Al moest ze soms nog wel even hard bidden en (vals en schel) zingen (maar dat kan me niets schelen, zei ze). Na het feest liet ze me weten dat ze heel graag een vriend zou willen hebben. Na twee vreselijke relaties was ze nu wel toe aan iets moois. Niks, klooster! Ik zei haar dat ik haar dat heel graag gunde en we baden er ook om. Nog geen maand later -je kunt het haast niet geloven- stapte bij de vijver op de camping een man op haar toe...met wie ze nu inmiddels vijf jaar een relatie heeft.

Een soort LAT-relatie, want ze is erg op haar vrijheid gesteld (en vindt dat hij die vrijheid ook moet hebben). Ze is inmiddels 72 jaar. Een fiere vrouw, die weet wat ze nog wil en niet wil. Zorgzaam. Ze heeft thee voor me gezet en we eten er sultana's bij, omdat je daar niet dik van wordt. Nog steeds iets te gezet, vindt ze zelf. Het rijtje grafstenen in haar mond is keurig vervangen door een blinkendschone prothese. Ze draagt keurige casual kleding en haar haar zit netjes. We zitten allebei te stralen onder het praten over toen.
Ik weet na een telefonisch consult met een psychiater dat ze op het randje van een psychose zat. Ik kon wel juichen dat we het hebben gered! Ik ben zo trots op haar!


Heel even komt 'hij' nog weleens voorbij.'Hij' kan dan geen kwaad meer. Ze bidt en zingt nog regelmatig. Jezus beschermt haar. Ze wijst op de afbeelding van Jezus waar stralen van Liefde uitkomen. Soms neemt ze nog een oxazepammetje want de angst om dood te gaan overvalt haar bij tijd en wijle. Al gelooft ze dat ze naar de hemel gaat. Ik weet het zeker! 
Ze brengt me naar de auto.
Glimlachend rijd ik huiswaarts.
Wat een prachtig mens is ze toch.
Ik houd gewoon van haar! 
Een godsgeschenk: zo luidt haar naam!
Theodora: een geschenk van God.
Dat is ze!

maandag 4 juli 2011

Wie ben ik?


Tijdens onze dagen in het klooster kregen vriendin I. en ik het over meditatie. Ze had het wel eens geprobeerd, maar het was haar niet gelukt om het denken uit te schakelen. 'Het stroomt maar door, het stroomt maar door...' constateerde ze. Inderdaad stroomt het maar door. De ene gedachte komt en de ander gaat. Het valt niet te stoppen. Het denken kan het denken niet stoppen.

Eigenlijk moet je dat hele idee loslaten. Je kunt alleen maar heilig gaan zitten niets doen met liefdevolle aandacht. Je kunt eigenlijk alleen maar leren naar je gedachten, emoties, verlangens, fantasieën te kijken met liefdevolle aandacht. Je wilt ze niet speciaal wel of niet hebben. Gewoon maar er naar kijken. Dan zie je ineens dat het een voortgaande stroom is die komt en gaat. Door alleen maar te kijken, door alleen maar te observeren, zul je zien dat de stroom steeds minder heftig wordt.

Op een gegeven moment zul je 'lege momenten' ervaren. In die mooie stilte, in dat lege, daar gebeurt het. Daar krijgt God de gelegenheid Zich mee te delen als Liefde, Vrede, Vreugde, een intense liefdevolle Stilte. Dan vertraagt de stroom der gedachten en krijg je een ervaren van eeuwigheid. Al kun je het nauwelijks nog ervaren noemen.

Een mooie techniek om erin te komen is die van Ramana Maharshi. Deze geweldige hindoe-heilige had een heel eenvoudige methode. In het Sanskriet Atma-vichara geheten, maar meestal vertaalt als de methode 'Wie ben ik?'.

Ga dus ontspannen zitten. Dat mag een stoel  zijn, maar als je de lotushouding fijn vindt is dat ook goed. Neem je voor niets te doen en te observeren met liefdevolle aandacht. Dan begin je.
Er komen gedachten voorbij over koffiedrinken. Je baalt ervan dat je maar één kopje koffie kon drinken. Je geeft de schuld aan de koffieautomaat en aan de persoon die het had moeten vullen. Dan erger je je eraan dat die monteur gebeld moet worden en dat hij pas uren later zal komen. Het gaat maar door en door.... Je kunt hier ook eigenlijk helemaal niet goed zitten. Wie koos er nu van die vreselijke stoelen. O ja, ook nog koude voeten. Tja, zo leer je ook nooit mediteren met zo'n figuur naast je, die zo keihard zit te hoesten. Hoor ik nu ook nog die sirene op straat? Zucht. Wat een slechte dag en wat een gevoelens en emoties....

En dan nu de methode. Ik heb wel een gedachte over de koffie, maar ik ben die gedachte niet...wie ben ik....???. Stilte... Ik heb wel een geirriteerd gevoel over die monteur, maar ik ben dat gevoel niet....wie ben ik...???. Stilte... Ik hoor wel dat keiharde gehoest, maar ik ben mijn horen niet...wie ben ik...???.
Stilte... Ik ervaar wel irritatie vanwege die sirene, maar ik ben die irritatie niet... wie ben ik...

Steeds neem je iets waar en alles wat je waarneemt dat bèn je niet. Je bent degene die kijkt. Dat noemen we de getuige. Het is kijken met de ogen van God naar de chaos, de rommel in je hoofd.
Je hoeft alleen maar naar die gedachten en emoties te kijken....en als je dat allemaal niet bent...wat ben je dan?...dan wordt het stil en dáár kan het gebeuren. Als je alles wat jij denkt dat je bent loslaat, kan God pas bij je binnenkomen.
Meester Eckhart, een Middeleeuwse christelijke mysticus, zegt heel gewaagd: God is als een paard. Als jij het hek openzet zal hij bij je binnenkomen en weide vinden. Je moet het leeg maken en die vraag 'Wie ben je?' is een geweldige hulp om het hek te openen en God binnen te laten.

Je kunt de oefening ook met iemand doen. Het beste kun je beginnen tijdens een wandeling. Je loopt naast elkaar en je spreekt een tijd af voor deze oefening. Je houdt je er allebei aan, tenzij iemand er niet goed van wordt.
Dan begin je te vragen: Wie ben je? Die ander zal aanvankelijk heel veel te vertellen hebben. Als deze stilvalt stel je de vraag weer. Er zal wel weer een verhaal komen. Daarna stel je weer je vraag. Net zo lang tot iemand niets meer weet te zeggen en iemand ook niets meer te denken heeft. Laat de stilte toe en de onderliggende ervaring (vrede, vreugde, liefde, etc.).

De oefening is indringender en vaak effectiever als je tegenover elkaar zit. Dan kan het gebeuren dat  je allebei in die Stilte wordt opgenomen en liefde naar elkaar gaat uitstralen. Daar ontmoet je elkaar dan in je ware natuur. Je bent. Geen gedachte stoort (hooguit is er nog een hortend stroompje). Je beider innerlijk gaan dan resoneren. Dan ben je in het Hart van God. Je kunt het overal ervaren. Je bent heel helder. Meestal zul je dergelijke momenten lang blijven herinneren en je zult nooit vergeten waar het plaatsvond. Dan ga je met de stille stroom mee. Je wordt kristalhelder als water.

Maar goed, lieve lezer
(in het bijzonder vriendin I.),
begin maar.
Wie ben je?
En als je er achter gekomen bent
dat je alles wat je waarneemt niet bent,
niet kàn zijn.
Dan....

The Face of Love


Enige tijd zingt een bijzonder lied door mijn hoofd. Ik ken het van de film 'Dead Man Walking'. Het is een zogenaamde Qawwali, een devotioneel mystiek soefi-lied. De Islamitische Soefi-mystiek is net als de Christelijke een liefdesmystiek. Het gaat om pure overgave en éénwording met God.

De grootste vrucht aan de boom van de Soefi-mystiek is wel Mevlana Rumi (1207-1273). Op zijn feestdag 15 december heb ik jaren geleden de plek bezocht waar zijn prachtige mausoleum staat: Konya, Turkije. Het was een geweldige ervaring. Het geluid van de melancholische rietfluit, de Ney, die terugverlangt naar de waterkant, vergeet je nooit weer. Het urenlange mantrische Allah, Allah neemt je mee in zoete extase, temidden van al die mensen die graag éénheid met God willen beleven. Geknield pak je je buurmannen aan beide zijden bij de arm en met een ritmische beweging naar voren met je hoofd herhaal je de Godsnaam (De katholieke Maltezers gebruiken deze Godsnaam ook, ik zag ook geen enkel bezwaar mee te doen): Allah, Allah, dat je heel diep en krachtig kunt intoneren. Het lijkt wel een gemeenschappelijk Jezusgebed of een heel lange litanie.


Dan, wanneer er veel energie opgebouwd is komen de derwisjen met hun lange en wijde rokken. Zij begroeten de Sjeich en beginnen te draaien. Ik zag zelfs kleine jongens dit doen en dat schijnt een grote genade op te leveren voor zo'n joch. Het is een mooi gezicht. Jaren later heb ik zelf leren draaien van een vrouw die het in een Soefi-orde in Turkije heeft geleerd en ertoe bekwaam was. Het is een heerlijk ervaring. Al draaiende lijken je gedachten weg te zweven uit je hoofd. Door het draaien raak je gecentreerd en ervaar je een stille open ruimte in jezelf. Als je ook maar even denkt, schiet je eruit en moet je overnieuw beginnen. Het schijnen sjamanistische technieken te zijn uit Mongolië of daar omtrent en zijn zo de Islam binnen gekomen.

De officiële Islam erkent het niet als orthodox en Soefi's worden vaak vervolgd. Ook in Turkije mocht het eigenlijk niet en werden we langs duistere paden stiekum naar een Tekkè geleid.
Het is ook overal hetzelfde. Zo gauw je meent iets van God te ervaren, vinden anderen dat verdacht en hebben dan ineens alle reden om je het leven zuur te maken of je gek te vinden.
Goed, mijn eigen godsdienststichter weet er alles van. Het lijkt wel of iedere religie probeert zo rationeel mogelijk te zijn. De mystiek is de uitlaatklep voor devotionele gevoelige gelovigen, die met hart en ziel zich zoeken te verenigen met God.

De Qawwali, met name uit Pakistan (maar nu vrijwel onmogelijk gemaakt), is zo'n heerlijke emotionele uitlaatklep. Je moet er even aan wennen als Westerling. Het is heel expressief, meer dan de hindoeïstische Bhakti-liederen, die overigens ook prachtig zijn. Ook dit is liefdesmystiek gericht op de vereniging met Krishna of Rama, waarbij ieder mens Zijn bruid is.

In de film worden er twee Qawwali's gezongen: 'The long road' en 'The face of love'. Het is een mooie combinatie van een Westerse zanger, de Amerikaan Eddie Vedder, die de Engelse tekst zingt en een ensemble die de Pakistaanse zanger Nusrat Fateh Ali Khan begeleidt met sitar, tabla en andere Oosterse instrumenten. De opnames duren helaas maar tien minuten. Als je zoiets ter plaatse meemaakt kan het uren duren, en word je er helemaal in onder gedompeld. 


Het lied past geweldig mooi bij de film.  Wie is in staat te houden van een ter dood veroordeelde man die een verschrikkelijk delict op zijn geweten heeft? Een katholieke zuster doet het, onvoorwaardelijk. In de film is dat misschien makkelijker dan in het echt. Wat hebben mijn collega dominee en ik bij Justitie geworsteld met moeilijke gedetineerden.
Onszelf moed inzingend met het lied van Huub Oosterhuis 'Delf mijn gezicht op, maak mij mooi..' Hopen dat het Beeld van God in iemand weer zichtbaar wordt en dat hij er ook weer op zou willen lijken... Maar goed, die zuster in de film wordt echt het Gezicht van de Liefde. Vlak voor zijn dood door een injectie zie je de veroordeelde naar de zuster achter het glas fluisteren: 'I love you..' Ze knikt. The face of love. Dat kun je daar leren en kun je het in een bajes zijn dan zal het niet lang duren of je wordt één met God en zul je het gezicht van de Liefde zijn.
The face of love:

Look in the eyes of the face of love
Look in her eyes, oh, there is peace
No, nothing dies within pure light

Only one hour of this pure love
To last a life of thirty years
Only one hour, so come and go 

Dat we in elkaar het Gezicht van de Liefde mogen zien.
The face of love.

zondag 3 juli 2011

In het Hart van God


Afgelopen week ben ik met vriendin I. twee dagen in een klooster geweest. Ik ken haar van onze bedevaarten naar Lourdes. Toen we naast elkaar kwamen te zitten op de heenreis in het vliegtuig kregen we het over ons geloof en al gauw hadden we het zelfs over de heilige Geest. Het klikte vrijwel meteen op geloofsgebied, al is zij protestant en ben ik katholiek.


We zijn allebei gezegend met een natuurlijk besef van Gods bestaan en Aanwezigheid. We hebben allebei een even sterke ervaring van, zoals ik dat noem, Gods Voorzienigheid en we vinden het heerlijk deze verhalen samen te delen.
In 2008 kwam er een soort reisdagboekje uit voor bedevaartgangers 'Thuiskomen  uit Lourdes'. Het was de bedoeling om in 9 brieven te vertellen wat je had beleefd in Lourdes met behulp van thema's. We zijn er bijna twee jaar mee druk geweest. Het werden lange brieven waarin we ons leven en geloven beschreven, ons lief en leed, de hoogte- en dieptepunten. Het is een vreemde gewaarwording elkaar zo nabij te weten en elkaar echt te begrijpen. Het is heerlijk om met iemand vrijmoedig over je ervaringen met God te kunnen spreken en het echt te delen. Je bezit dezelfde ervaring èn hetzelfde vocabulair. Zelfs per brief deel je de verrukking van Gods Aanwezigheid. Met een hart vol blijdschap lees je en deel je!

We hebben door die jaren heel wat mooie ervaringen opgedaan in Lourdes. Zo vulde zij heel mooi het bidden van de rozenkrans aan met het samenkomen in een kring. Onvergetelijke momenten waren het als we met een klein groepje onze beden deelden en dat afwisselden met de tientjes van de rozenkrans opkijkend naar de Grot terwijl boven ons het sterrenheir twinkelde. In een van onze gesprekken vertelde ik over mijn haiku, die zo ongeveer het begin vormt van de IJssellandmystiek die ik zo graag zou zien bloeien:


stroom als een rivier  
zonder toen of later
het is altijd hier
Ze begreep het meteen en zag precies welke associaties ik er mee heb en die ze deelt! Ze liet de tekst zelfs op een beker zetten en we hebben in een onvergetelijk nachtelijk ritueel er samen Lourdeswater uit gedronken. Dat wil zeggen: de laatste druppels die uit het kraantje kwamen. Het schijnt dat 's nachts de toestroom weleens stagneert. Maar het was genoeg, ons bewust van het unieke onvergetelijke moment. 

Door de laatste brieven kregen we het over het kloosterleven. I. had vroeger zijdelings ermee kennis gemaakt, maar had er nooit actief aan deelgenomen als gast. Daarom nodigde ik haar uit er eens van te proeven.
De afgelopen week stonden we dan donderdags om 11 uur voor de poort en zowaar begroet door de Abt himself. Ze voelde zich er gelijk thuis. Dat was heel voelbaar. Ze bewoog zich in de liturgie heel naturel. Wat heerlijk om iemand mee te hebben die net zoals ikzelf zo heerlijk kan genieten van de liturgie. Het werkte heel aanstekelijk en buiten de gebedstijden kon ons enthousiasme niet op! We hebben zoveel kunnen delen!

We leken Theresia van Avila wel en Jan van het Kruis. Alleen lukte het ons niet werkelijk op te stijgen in extase, in de Geest leek het er wel op. Ik heb blijkbaar steeds goed aangevoeld dat ze zo de weg der contemplatie zou kunnen gaan. Nu ze begrijpt waar het in meditatie om gaat kan het geen probleem meer zijn. Alleen de zin: je hebt wel gedachten, maar je bènt niet je gedachten, was eigenlijk al genoeg. Naast de grondgedachte van het prentje van Sint Jan van het Kruis dat je de weg moet gaan van het niets om tot God (het Al) te komen. Toen ik haar dat uitlegde, raakten we beiden tot tranens toe geroerd.Ze zag ineens dat dan alles van God spreekt, geladen is van God. 'Mijn Geliefde, het Bergland...' dicht Sint Jan dan, 'de ruisende rivieren, de bossen...eenzaamheid vol klanken...'.

Ik ervaarde het ook als aangenaam dat we dezelfde eerbied delen voor God en het was een feest om onze ervaring middels de psalmen te kunnen delen.
We mochten zelfs getuige zijn van een inkleding en we zagen hoe een broeder dan letterlijk door de Abt in zijn monnikenkleding werd gehesen. Je doet die kleren niet zelf aan, je wordt gekleed! Ontroerend gezicht! Alles is genade!


Verder sliepen we weinig omdat we de metten wilden bijwonen om 4.15 uur. Het waren lange metten vanwege het Hoogfeest van het Heilig Hart van Jezus. Mooi zo in het holst van de nacht door de doodstille kloostertuin naar de kerk te wandelen. Halverwege de dienst werd het allengs lichter en hoorden we de eerste vogels! We mochten ons lied op de schepping mee laten klinken! Er is zo'n prachtige kosmische kantiek dat alles voor Christus onze Heer is geschapen.

Dan weer terug naar onze kamers en wat sluimeren tot aan de Lauden en de Eucharistieviering om 7.15. Ook dit werd een intense ervaring. Het is mooi te zien hoe I. het Heilige van moment en plaats weet aan te voelen. De geringe hoeveelheid slaap zal wel bijgedragen hebben aan de intense ervaring van deze viering. Voor ons beiden een hoogtepunt! Op zo'n moment beseffen we beiden wat het zeggen wil dat de aanwezigen Lichaam van Christus zijn en door de communie mensen mogen worden die net als Christus onvoorwaardelijk liefhebben en mogen leven uit een zichzelf wegschenkende liefde. Dat je, door je los te maken van je ego (je niet langer identificeert met je gedachten en emoties) gaat overvloeien van liefde, zoals God zelf.

Dan vallen alle verschillen weg, maar je hoeft ze ook niet op te heffen. Je beseft gewoon dat het daar niet om gaat!
Zij gaat haar weg in de protestantse traditie en ik in mijn katholieke traditie, maar één in Christus, in Zijn Geest. Het werd een fantastische tijd.
Er gebeurde haast teveel (al kan het geloof nooit teveel verwachten!). Een bekroning van onze jarenlange briefwisseling. Een intense verdieping van onze vriendschap.
We vierden echt samen het feest van het Heilig Hart van Christus,
nee, we waren in Zijn Hart!
In het Hart van God!                        

Silven Elfen


Een paar blogs geleden liet ik weten hoe trots ik ben dat mijn zoon en kleinzoon beiden als tweede naam Elessar hebben. De Quenyaanse naam voor Aragorn c.q. Stapper. Het is Hoog-Elfs.

Quenyaans klinkt zacht, vloeiend en welluidend. Ook de Dùnedain, de mensen, houden van deze taal. Ook Elessar zal de naam met ere hebben gedragen. Elessar was gehuwd met Arwen. Arwen was een Boself die haar onsterfelijkheid opgaf uit liefde voor Elessar. Een prachtig verhaal in de appendix van de 'In de ban van de ring'.


Eenzelfde verhaal gaat ook over Beren en Lúthien. Tolkien vereenzelvigde zich met Beren en zijn vrouw was voor hem Lúthien. Hij wilde dan ook dat deze namen op hun beider graf zou komen te staan. Edith, zijn vrouw, was voor hem een engel, o nee, een elf. Trouwens: het hele boek door zou je engel en elf door elkaar kunnen lezen.

Ruwe smaragd oftewel beryl.
De elfen gedragen zich ook als beschermengelen. Een mooi gegeven. Het lijkt wel dat de mensen het zelf moeten doen, maar ze kunnen op de steun van elfen rekenen. Als Aragorn zijn taak heeft volbracht mag hij zich sieren met de naam Elessar, dat betekent: Elfensteen.
Als de elf Glorfindel een teken achterlaat voor Aragorn richting Rivendel doet hij dat door middel van een groene beryl, een elfensteen. Ik neem dus maar aan dat het ook voor Elessar geldt. Volgens 'A Guide to Middle Earth' van Robert Foster droeg Aragorn een emerald (smaragd) broche die hij van Arwen had gekregen. Smaragdos betekent overigens in het Grieks: groene steen.


In de film is het iets van filigrain, een hanger. Het lijkt zilver maar het zal wel iets anders edels zijn. Misschien wel mithril: licht, mooi en sterk. De maliënkolder van Frodo was er ook van gemaakt.

Maar goed, toen ik het boek van Foster aan het doorkijken was, kom ik de naam Silvan Elves tegen. Ik kies maar even voor de letterlijke vertaling als Silven Elfen. Silven is natuurlijk afgeleid van Silva, het Latijnse woord voor Bos. De Nederlandse vertaling heeft dus Boselfen. Ik had Silfijnse Elfen ook nog wel mogelijk geacht. Maar wat leuk dat de voornaam Silven van mijn kleinzoon zo ook nog in dit boek voorkomt. Arwen en Legolas, bijvoorbeeld, zijn Silven Elfen, Boselfen dus...

Boselfen: linksvoor Arwen
Ik wens dat het elfse èn het menselijke in Silven tot wasdom moge komen en dat hij uit mag groeien tot een edelman als Elessar.
Ik hoop het van harte!