vrijdag 8 juli 2011

Onder de hemel



Jaren geleden bezochten vriendin M. en ik de fantastische tentoonstelling van Chinese kunstenaars in Groningen. Ik viel gelijk voor het prachtige werk van Ai Wei Wei, die kortgeleden nog vastzat op een onbekende plaats wegens belastingachterstand of zoiets. Gelukkig loopt hij weer vrij rond.


Het verbaasde ons dat Sui Jianguo nog niet is opgepakt. Zijn verrassende werk zagen we in het Museum BEELDEN AAN ZEE in Den Haag. Een prachtig vervolg op wat we destijds aan kunst zagen in Groningen. Het is typerend voor een bepaalde stroming vanaf de jaren negentig. Het is me niet helemaal duidelijk hoe dat zit. Het begon met het nieuwe (cynisch) realisme, als gevolg van de onderdrukte studentenopstand. Dit mondde kennelijk uit in de avant- garde. Ik was al erg gecharmeerd van het werk van Yue Minjun (1962) met al die nèt te hard lachende mensen. Ik wilde het zelfs nog gebruiken voor een nieuwjaarskaart.

In die tijd ontstond in China een kunststroming als kritiek op het Maoïsme en het voordien erg strenge regime. Er kwam toen een explosie los aan vrijheid en vrije meningsuiting. Sui Jianguo (1956) is duidelijk een exponent van deze beweging. Zijn naam betekent overigens: 'Bouw het land op'! 


De ijzeren kooi waarin een ijzeren bal rondrolt is wel een topper op de tentoonstelling (Limited moving, 2010). En zou het nog meer geweest zijn als je eraan zou mogen komen! Wij bezaten helaas die vrijheid niet! Het filmpje erover is eigenlijk veel indrukwekkender. Die enorme kogel is in het museum ook nog eens stilgelegd, wat me in strijd lijkt met de bedoeling van het werk! Ze hadden ons de vrijheid moeten gunnen met de bal te rollen, beseffend dat hij gevangen zat. De schrille tegenstelling van bewegingsvrijheid en -beperking.

Veel werken van Jianguo gaan de onderdrukking van de vrijheid. Die volmaakte overal rond te rollen ijzeren bal zou in alle vrijheid moeten kunnen gaan waar hij wil, maar zit gekluisterd in die kooi.


Indrukwekkend zijn de stenen in ijzeren banden gevat. De stenen lijken mij staan voor rotsvast vertrouwen op de vrijheid en dat het vreemd is die vrijheid zo in te perken. Het druk ook echt beklemming uit! Merkwaardig dat van nature bewegingsloze stenen door die omklemming van ijzeren kluisters zo'n sterke zeggingskracht hebben!


Een ander mooi voorbeeld is het uniformjasje uit de Mao-tijd gemaakt van metaal zodat het als een harnas zit.
Een fraai contrast zijn de beelden van de slaven van Michelangelo met een Maopak aan. Verleden en heden vol slavernij en onderdrukking? In Oost en West? Een waarschuwing voor ons om niet tot slavernij te vervallen, niet te vallen voor de macht van het uniform, voor de uniformiteit? Zoals men in China genoeg geleden heeft? In een recent boek dat zelfs een prijs won ligt de schatting van het aantal doden onder het communistische bewind op 45 miljoen! 

Het meest spectaculaire werk is wel Slant Paradise (2008). Sui Jianguo maakte het naar aanleiding van een souvenirbordje dat hij kreeg van een bevriende Nederlandse kunstenaar. Het toont een scheef paradijs vol boeren, klompen, kaas en molens. Haast een karikatuur van Nederland, natuurlijk bekend om tulips en wooden shoes. Een bijzonder effect is dat ze in een hoek zijn opgehangen. Het is dezelfde hoek waarin beide landen hun plaats hebben op de wereldbol. Dit Nederlandse paradijs bestaat natuurlijk niet en wordt in deze installatie vanuit hun hoek bekeken, verkeerd bekeken natuurlijk. Net zo karikaturaal als wij Chinezen kunnen zien!




Na deze tentoonstelling bleef er nog tijd over om op het Lange Voorhout het vervolg te zien. En wat voor één! Meteen toen we het Lange Voorhout betraden keken naar de achterzijde van het enorme beeld van de hand van Minjun! Een glanzend gouden kont en ballen van een enorme man die steunend op knieën en handen luid lachend ontdekt dat zijn piemel ontbreekt (Flexible Latitude, 2010). Dat maakte ik eruit op bij de eerste rondgang. Ik zag er een onderdanige houding in, waarbij alle potentialiteit ontbreekt deze te doorbreken. Later las ik dat deze figuur de klassieke koutou houding aanneemt. Een gebaar van respect naar oudere familieleden en andere superieuren. De houding zou hier kruiperig en slaafs zijn, schijnbaar een voorstelling van hoe men zichzelf voor de gek kan zetten, aldus het krantje over het beeld. Ik zie het belachelijke erin van holle frasen en niet meer beleefde etiquette, die dus geen uitdrukking meer zijn van het innerlijk. Het is uiterlijke dienst, men lacht erom. Die superieur die de koutou toekomt ziet dat niet...wij mogen het wèl zien... Het beeld heet flexible latitude, wat ik zou vertalen als buigzame speelruimte, de flexibele ruimte van de geestelijke vrijheid, van ruimdenkendheid. Je superieuren geef je de hun toekomende eer, maar in je eigen binnenruimte lach je erom.


Het is onmogelijk alle werk te bespreken dat we hebben gezien. Er was nog meer verrassend werk, zoals van Cang Xin(1967) en Wenda Gu (1955), maar helaas was de kloosterkerk al gesloten. Heel gepast besloten we de dag met een maaltijd in Chinatown. Even waande ik me weer in Beijing. Sobere inrichting. Tafels met draaiplateau. Veel mensen.
Ja, er is veel gedoe onder de hemel.