vrijdag 29 april 2011

Familie


Bij de herdenking op 28 maart j.l. van de V1-explosie op de Molenbult in Warnsveld, ontmoette ik mijn nicht Willy (zie blog: Monument, 29.03.2011). We stonden voor het huisje van onze grootouders, dat ook het geboortehuis is van mijn vader en haar moeder. Op deze 28e maart gedenken wij ook altijd mijn vader, die op deze dag overleed.

Het voelde heel vertrouwd en we hebben veel aan elkaar verteld over vroeger. Daarna heb ik mijn adres gegeven en gisteren kwam Willy met haar zus Hennie bij mij op bezoek. Het werd het een geweldige avond!
Er viel zoveel uit te wisselen over vroeger! Dingen waar ik met veel moeite achter was gekomen, wisten zij allang. Wat me het meest deed was dat ze mij echt identificeerden met de familie van mijn vaders kant. Heel expliciet, net zoals de jongste zus van mijn vader deed toen ik haar na jaren weer ontmoette. Daar word ik emotioneel van omdat ik eigenlijk altijd met de familie van mijn moeder werd geassocieerd.

Hennie en Willy kende ik nog als kleine meisjes. We ontmoetten elkaar bij opa en oma. Ik was in die tijd zo'n 14 jaar oud. Willy was toen 10 of 11 en Hennie een jaar of 8,9. Ik tekende voor ze. We keken TV. Ze hadden een schat van een moeder. Ik voelde me veilig en welkom bij Oma en als zij er waren was het helemaal tof.

Als je de fiets tegen de boom aanzette bij het keukenraam, dan keek oma al glimlachend door dat raam. Ze zette koffie, die ik dronk met veel suiker en wat koffiedrab. Ik zat het liefst op de leuning van haar grote stoel aan de tafel. Het was er lekker warm bij de kookkachel in de winter. De geur van het petroleumstel. De pomp, waar helder koud water uit kwam. Willy vertelde dat opa tot  ca. 1980 nog steeds zijn haar waste onder de pomp met groene zeep. Aan hun moeder dank ik de mahoniehouten beeldjes van een Javaan en zijn vrouw. De beeldjes staan altijd bij mij in de kamer als herinnering aan die tijd.


Nadat we al een heleboel hadden uitgewisseld pakte Hennie iets groots uit. Terwijl ze dat deed vertelde ze dat het bij onze grootouders in de kamer had gehangen boven de deur. Na hun overlijden had Hennie het gekregen en het heeft jaren bij haar gehangen, maar ze vond dat ik het nu moest hebben...
Ze liet het me zien: een pastel van mijn vader uit october 1942,
een vaas met kleurige anemonen! Grote ontroering maakte zich meester van mij.

Jee, hieraan heeft mijn vader gewerkt met z'n eigen handen.
Hij was toen 22 jaar en dan zo'n mooi werkje! Het maakte mij vreemd gelukkig en sinds ik het heb gekregen, kijk ik er voortdurend naar. Het maakt me blij. Een gevoel dat mijn vader nabij is.
Ik vind het echt een mooie pastel. Zo mooi broos zijn die anemonen. De tere bloemblaadjes symboliseren de vergankelijkheid zo mooi . Eigenlijk een echte Vanitas-afbeelding! Ach, de broosheid van het leven. De jaren die voorbij vliegen. En wat vreemd toch. Eerst jaren geleden op een wonderlijke manier de zus van mijn vader weer ontmoet en nu weer mijn lieve nichten. 

Het zijn bepaald geen fraaie verhalen die we uitwisselen. Er is veel gebeurd in onze familie en daardoor zagen we elkaar niet meer.
Wat jammer eigenlijk, want tussen ons speelde er eigenlijk niets. Het is zo mooi elkaar nu weer mee te maken! Ik vind het ook heel merkwaardig dat dit me nu allemaal overkomt. Wonderlijk. Toen ik was bijgekomen van dit prachtige geschenk zei ze dat ik toch ook op zoek was naar oude foto's van vroeger.
Dat had Willy goed begrepen toen ik haar dat vertelde bij de onthulling van het V1-monument.

Mijn broer wilde net als ik een reconstructie van de Molenbult voor de vernietiging ervan in 1945. Hij wilde het hebben voor zijn blog waarin hij al tekenend de geschiedenis van onze ouders weergeeft. Prachtige sfeervolle tekeningen. Nu pakte Hennie een oud fotoboek uit haar plastic tas.

Ik ben gelijk reuze enthousiast. De eerste beste foto is een hele oude -weliswaar gehavende- foto van het meest bekende huis op de Molenbult, maar uit een andere hoek genomen. Daarnaast nog vier foto's die de situatie laten zien van vóór de inslag, zodat we nu echt een goede indruk krijgen van deze plek. Degene die een beamerpresentatie heeft gemaakt van dit gebeuren zal er ook blij mee zijn!

Ik ben ook erg onder de indruk van de jeugdfoto's van mijn vader, zijn broers en zusjes. Goh, wat leek hij ook erg op z'n moeder! Wonderlijk je vader zo als een kleine jongen te zien met z'n zondagsche jasje aan en een stropdasje om. En in een theehuisje waarvan ik nu niet weet waar het stond, maar dat weet m'n tante vast nog wel!

Opa werd wel de Baron genoemd en inderdaad als je hem -met z'n dochter Minie op de fiets- ziet staan, vermoedelijk op de hoek Bonendaal/Molenstraat- dan straalt hij wel wat uit! Een man, die begin 1945 een jaar of acht was (Mijn tante noemt hem 'De sterrenkijker' vanwege zijn dikke brillenglazen), bevestigde dat als opa de straat in kwam op de fiets, je voor hem wel aan de kant ging! Hij werkte per slot van rekening bij de Spoorwegen. Hennie heeft ook een fotootje van opa op het station! Ze gaat nog verder speuren naar oude foto's nu ze weet dat we er heel dankbaar voor zijn en er wat mee kunnen.

Zomaar een heel stuk verleden terug. Het voelt als verzoening met dat verleden. Zo is het gegaan. Zo kijk ik steeds vrediger op terug. Het is goed zo. Het heeft me gemaakt tot wat ik nu ben. Daar ben ik eigenlijk best tevreden mee. Ik had gisteren een onvergetelijke avond, een godsgeschenk. 
De Voorzienigheid heeft weer onverwachts voor een verrassing gezorgd. En wat voor één. Op die bijzondere 28 maart brengt het Willy en mij samen bij het huisje van opa en oma, het geboortehuis van mijn vader en haar moeder.

Vol dankbaarheid schrijf ik er vandaag over.
Ik zie in mijn stamboomboek dat het een heel bijzondere dag is!
Het is 29 april: het was de verjaardag van oma...
Bedankt, oma, en nog van harte!

dinsdag 26 april 2011

Jezusbeelden

De afgelopen dagen vroeg ik me af welke Jezusbeelden voor mij bepalend zijn geweest. Ik heb al eens geblogd over de positieve beelden die ik meekreeg van de christelijke school waar ik op zat en van jeugdkerk. Terugkijkend valt me op dat de mogelijk zware kant nooit in mij een plek heeft gekregen. In sommige liedjes ging het wel over zonde en zo, maar het is net of het langs me heengleed. Daarom kon ik me goed kwijt bij Jezus. Toen ik vlak voor mijn doop psalm 51 te bidden meekreeg, het is een boetepsalm, vond ik dat maar niks. Het raakte me niet. Net zomin als biechten. Dat moet wel ergens over gaan. Op die momenten had het pas echt waarde.


Het eerste wat ik mij herinner na deze puber-schooltijd is de Jezusfilm van Pier Paulo Pasolini, 'Il Vangelo secondo Matteo' (1964), die heb ik geloof ik de eerste keer gezien in mijn woonplaats en een tweede keer in Amsterdam waar ik woonde en verkering had met LoekieMet haar moet ik die film gezien hebben, want zij wist dat de mooiste muziek in de film uit de Kongolese Missa Luba kwam. Geweldige muziek. Een mix van Afrikaanse muziek met de klassieke misteksten in het Latijn. De hoes van de LP had ik tijdenlang aan de muur hangen. Een mooie ontwerp!


Daarna volgde de dubbel LP van Jesus Christ Superstar, een rock opera door Andrew LLoyd Webber en Tim Rice (1970), die ik werkelijk grijs gedraaid heb en die vast veel heeft bijgedragen aan mijn Jezusbeeld. De radicaliteit sprak me aan en ook de dubbelheid, want ik had ook te doen met Judas.


De film van toen vond ik niet erg sterk (1973), hoe hippie-achtig de film ook was. Misschien had ik er toen al wel last van dat ik vind dat de Evangelieverhalen en de ervaring van Jezus zich niet laat vangen in beelden. Of het moet haast een abstractie zijn. De  Godescalc-miniatuur uit 781 (zie blog: Ressurrexit! 24.04.11) vond ik destijds prachtig. Een jonge Jezus, die kracht uitstraalde. Ik had toen deze miniatuur op mijn Nieuwe Testament met psalmen en gebeden geplakt. In zekere zin ervaar ik geloven vooral beeldloos, hoezeer ik ook van beelden en kunst houd. Jezus laat zich moeilijk uitbeelden. Ik mis altijd wel een facet van zijn persoonlijkheid. Bij beelden denk ik vaak: nee, niet zo, en ook niet zo! Het komt vast omdat ik Jezus altijd innerlijk heb ervaren en dat laat zich niet verbeelden. Alles wat van buiten komt is het dan niet.

In de jaren tachtig herinner ik me ook een verfilming van Jesus Christ Superstar met bijbehorende LP, maar ik was zo vergroeid met de oude LP dat ik er nooit aan gewend ben geraakt. Ik was toen meer op de tour van de Mattheüs Passion van Bach (de Harnoncourt-versie).

Ik heb ook de musicalversie (2005) van Jesus Christ Superstar op het toneel gezien. Het was best goed uitgevoerd, maar dat na iedere solo luid geklapt en gefloten werd, voelde voor mij als een blasfemie. Klappen doe je toch niet bij een Passieverhaal. Ik vind het nog steeds niet gepast, zeker niet na de Mattheüs, al kun je het ook best een normale muziekuitvoering vinden.


Ongeveer twee jaar geleden kreeg ik van een vriendin een remake op DVD van Jesus Christ Superstar uit 2000. Wat een prachtige versie, geweldig uitgevoerd. Zoals The making of zegt, staat de film stijf van de testosteron.  Maria Magdalena zorgt wel voor een zeker tegenwicht.


In de film wordt het duidelijk dat het gaat om de strijd (de liefde?) tussen Judas en Jezus. In kleding zie je overeenkomst tussen Judas en Maria Magdalena. Zij draagt een donkerrode jurk en Judas een donkerrood T-shirt. Ze houden allebei van Jezus, dat is duidelijk. Verder zie je Judas in de film overgaan naar zwarte kleding en draagt hij schoenen van slangenleer. Uiteindelijk loopt hij rond in een gescheurd zwart shirt en zingt liggend: I don't know how to love him. I don't know why he moves me.... Indrukwekkend. Een mooie tegenhanger van het moment waarop Magdalena hetzelfde zingt.
Een sterke film waarin een flinke dosis mannenliefde tot uitdrukking komt, dat zie je niet vaak!

Ook al lijkt deze Jezus ook niet, naar mijn smaak, de dynamiek van het lijdensverhaal wordt geweldig in beeld gebracht en in hoge snelheid.
Iedereen in de film ziet er fantastisch uit. Simon heeft een prachtige groot kruis getatoeëerd staan op zijn bovenarm en draagt een camouflagebroek.
De voorhof van de Tempel en Jezus woede over de handel aldaar wordt heftig uitgebeeld. Hij gooit zelfs een TV stuk.
Zijn geseling is afschuwelijk om te horen en kruiselings lopen personen in het zwart op Hem toe en geven Hem een veeg 'bloed'. De kruisiging is heel bijzonder, evenals Judas' lied: 'Every time I look at you I don't understand...'.

Tja, wat blijft? Uit de film van Pasolini: het lege graf met ervoor Maria. Er klinkt het Gloria uit de Missa Luba. De opstanding komt zowaar voor in deze film van atheïst en marxist Pasolini!
Dan de LP uit 1970, in zijn geheel, en de verfilming van 2000.
Daar doe ik het voor. Verder lees ik liever de passieverhalen uit de Evangelies.

Ik heb ook vorige week naar the Passion gekeken die live werd uitgevoerd in Gouda. Met o.a. Syb van der Ploeg (Jezus), Thomas Berge en Do.
Mooie liedjes. De verteller, de sympathieke jakhals Erik Dijkstra uit De Wereld Draait Door, doet het goed. Maar ik vind het geen verhaal worden. De dramatiek is volkomen afwezig. Ik mis het bij de gevangenneming, ondanks alle ME'ers.
De verloochening van Petrus (Thomas Berge, jammer jongen!) komt weinig overtuigend over en hij weent geen enkel traantje!
De kruisiging wordt niet in scene gezet. Te gruwelijk.
Jezus verschijnt uiteindelijk op een kerktoren, met een mooi lied van André Hazes weliswaar, maar als wie? Een Verrezene?


Het ergste vond ik nog het commentaar rond de processie met het lichtbakkenkruis. Mooie opnamen, dat wel, maar mensen die meeliepen zeiden dingen die mij enorm verbaasden en ook de commentatrice wilde het geloof ik vooral  leuk houden. Er liepen mensen achter het kruis aan voor de gezelligheid en uit saamhorigheid!
Een Joods meisje vertelde niets te hebben met Jezus! Hoe bestaat het! Is ze de gevolgen vergeten van die ene verdomde regel in Mattheus waarin het volk zegt dat Zijn bloed maar over hen moet komen? ...dat hebben ze geweten en hoe! Kijk maar naar de film 'Shoah' van Claude Lanzmann (1985). Ik snap wel dat Joden met het christendom niets te maken willen hebben.
Een moslimjongen staat doodleuk te vertellen dat Jezus voor hem maar een profeet is. In de Koran wordt verteld dat Jezus niet werd gekruisigd, maar een ander in zijn plaats. Waarom loop je mee?

Nee, haal je de goddelijkheid uit Jezus (en uit ons allemaal) dan houd je inderdaad een verhaal over van Elkerlijc, het verhaal van ieder mens die onschuldig lijdt. Wellicht is dat ook genoeg. Het is al heel mooi als je het gesymboliseerd ziet in dit verhaal en is het helemaal geweldig als je erdoor empathie ontwikkeld voor je lijdende medemens.

Ondanks de secularisatie van het Jezus-verhaal valt of staat het met hoe je Hem ziet: gewoon als mens van vlees en bloed (ja, dat is Hij óók) of tevens als drager van een aspect van menszijn die tevoren ongehoord was in Joodse kringen, namelijk dat we van Goddelijke afkomst zijn. Dat we kunnen vergoddelijken. Dat deze platte werkelijkheid (óók zo al zo'n wonder!) doordrongen is van God!

Dat de Kerk in een crisis verkeerd is mij maar al te duidelijk. Als ik over dit mysterie niets meer hoor, dan kan ik ook wel volstaan met gewoon te leven zoals ieder ander. Merkwaardig genoeg kan ik met deze opvattingen uitstekend leven:
Ieder mens is geneigd tot het kwade én tot het goede.
Wees blij dat het leven geen zin heeft.
Wees blij dat het leven geen doel heeft!

zondag 24 april 2011

Resurrexit!


Het is het Pasen van de Heer! Toen ik pas de smaak te pakken kreeg van het geloof, ik zal een jaar of zestien zijn geweest, schreef ik in deze Paastijd vaak met heel mooie letters en een gestileerd Grieks kruisje: Resurrexit, et adhuc tecum sum, alleluja, Hij is verrezen, en Ik ben nog steeds bij u.... Het vervult mij nog altijd van grote vreugde.

Voor mij is die belofte ook in vervulling gegaan. Hij is altijd bij mij. Beeldloos, niet speciaal te ervaren, dan alleen als zachte vreugde, een lieflijke tederheid op de bodem van mijn ziel, waar de toegang is tot het eeuwig leven dat bestaat uit pure liefde! Ik ervaar Hem als Voorzienigheid.
Ik zou met Sint Jan van het Kruis willen zeggen: zonder steun en toch gedragen. Dat is het geheimenis van geloven. Je wordt niet gespaard in je leven. Ook al geloof je: verdriet, eenzaamheid, pijn, lijden en dood worden je niet bespaard. Maar je moet er doorheen en trouw blijven aan het innerlijk licht. Je leert getuige te worden van wat je overkomt. Het gebeurt allemaal wel, maar je bent er niet wezenlijk bij betrokken. Je identificeert je niet met je ervaringen, rampspoed en ander werelds leed.

Dat is werkelijk een verrijzenis: van een biologisch, fysisch bestaan naar een geestelijk leven. Ach, het leven is zoveel groter, fantastischer, wijdser dan je je ooit kunt voorstellen...lijfelijk beperkt, maar geestelijk oneindig.
Dat is voor mij Pasen. Weet hebben van dit Mysterie, wakker geworden tot dit Mysterie: dat Leven eeuwig is!

Vandaag werd ik bijzonder geinspireerd door een fragment uit een preek van Augustinus dat achterin het Misboekje stond. Ik kon het zelfs gebruiken in mijn eigen overweging! Augustinus laat de Heer zeggen op Pasen:
Laten wij een ruilovereenkomst aangaan; ik geef u, geef gij Mij.
Ik krijg van u de dood, ontvang gij van mij het leven. (...)
Ik heb van u het lichaam ontvangen, om daarin te sterven;
ontvang gij van Mij de levendmakende Geest,
om daardoor met mij te leven.
Ik ben gestorven door u; leef gij door Mij.

Als in een flits zie ik dat de eucharistie daarop aansluit. Als wij het Lichaam des Heren tot ons nemen en het Bloed des Heren drinken wordt Hij levend, incarneert Hij, wordt de Heer opnieuw vlees en bloed in ons en doet Hij ons verrijzen tot eeuwig leven! Ah! Wat een prachtig gebeuren! Wat een dynamiek! Het is een toppunt van wederzijdse afhankelijkheid, van relationeel leven, werkelijk interbeing zoals de boeddhistische monnik Thich Nath Hanh omschrijft. Wat hoop ik dat we als gelovigen weer allemaal dit geheimenis van interbeing leren verstaan. Dat we door communio werkelijk deel hebben aan 's Heren Verrijzenis...in ons! Wie zijn we dat we dat kunnen ervaren: Ach, Heer, ik ben niet waardig...en toch komt Gij tot mij...inderdaad laten we ruilen! Dan kunnen we ook anders met elkaar om gaan. Dan ontmoeten we in de medemens onze Verrezen Heer Zélf! Eigenlijk zou je bij ieder ontmoeting moeten beseffen: O, het is de Heer!

In de prachtige plechtige Eucharistieviering waarin ik mocht voorgaan heb ik deze gedachten meegenomen in de overweging. Het was erna doodstil en pas bij de uitnodiging tot het uitspreken van de geloofsbelijdenis begon weer het gekuch en gerommel. Wat hoop ik dat mensen dit geheimenis van de wederzijds elkaar doordringende goddelijke en menselijke werkelijkheid mogen beseffen en ervaren! Dat maakt het leven zo vervullend. Of je nu in de kerk zit, de communie ontvangt, de Schrift beluistert of thuis zit te ontbijten en de krant leest! We maken deel uit van een groot mysterie!

Eénmaal thuis kan ik het niet laten de Bach Cantates te beluisteren die met Pasen samenhangen. Liefst in de uitvoering van Karl Richter met opnamen tussen 1968 en 1975. Vroeger had ik ze op LP's en moest echt afkicken van de volgorde die op de CD's anders is. Maar inmiddels ben ik eraan gewend. Ook hier geldt dat ik nauwelijks weet welke cantates het zijn en waar de één begint en de ander eindigt. Voor de liefhebbers: het zijn BWV 4, 6, 158 en 67.

Op weg naar huis had ik BWV 158 al in mijn hoofd: 'Der Friede sei mit dir'. Een cantate voor derde Paasdag! De aria wordt gezongen door de mij geliefde Dietrich Fischer-Dieskau: 'Welt, ade, ich bin dein müde'.
Een geniale compositie voor solo en koor, zo'n mix. Bij de cantate hoort Lukas 24, 36-42, waar Jezus verschijnt aan zijn leerlingen. Ze zijn bang, want ze menen een geest te zien. Als Jezus hun zijn handen en voeten toont, konden ze van vreugde en verbazing niet geloven dat Hij het was! Dan eet Hij ook nog een stuk vis! Dan vertelt Jezus welke taak hen wacht en dat ze in Jeruzalem moeten blijven. Daarna wordt Jezus ten hemel opgenomen. In deze aria wil de zanger naar de hemel en daar verblijven bij de Heer, maar in het daarop volgende recitatief vraagt hij toch leiding aan de Heer en zal proberen op aarde een kind van de vrede te zijn. Het kenmerk van Jezus' verschijningen is vrede!

Evangeliarium Reichenau, ca. 980.
De Engel op het lege graf.

In de kamer heb ik bij mijn bureau en op een andere in het oog vallende plek afbeeldingen geplaatst van het lege graf ( uit: Sacramentarium St. Gereon, Keulen, ca. 1000, en Evangeliarium, Reichenau, ca. 980) Ik houd niet zo van afbeeldingen waarbij Jezus opstaat uit het graf. Dat is door niemand gezien. Er is van dat mysterie niets te verbeelden vind ik. Wat er is, is een leeg graf. Dat ervoer ik ook zo in Jeruzalem toen ik daar in het heilig graf stond...er is niets te zien...daar waar je samen bent met anderen wordt de Heer ervaren. Zo loop ik ook vaak op een begraafplaats en denk steeds wat doe ik hier eigenlijk? Ik heb hier eigenlijk niets te zoeken... Ik houd het op herinneringen ophalen van hen die zijn heengegaan en bewust blijven van m'n eigen sterfelijkheid.

De Verrezen Heer.
Piero della Francesca (1420-1492).

De enige afbeelding die ik echt mooi vind van de Verrijzenis is van Piero della Francesca (1420-1492) waar aan de ene zijde van Christus de natuur nog doods is en aan de andere zijde tot bloei gekomen is. De Heer van de nieuwe schepping, de nieuwe Adam.

Christus, de Nieuwe Adam.
Michelangelo (1475-1564).

Ook Michelangelo (1475-15640 beeldde dat schitterend uit in een beeld, dat eeuwenlang niet in oorspronkelijke staat te zien was. Ik heb het gerestaureerd en ongekuist mogen aanschouwen in Rome. De tweede Adam die de barst in de schepping heeft hersteld door het perspektief van de onsterfelijkheid. Alles is niet meer beperkt tot deze realiteit. De gedachte is ongetwijfeld neoplatoons. Deze realiteit is slechts een schaduw van de ideale wereld, zoals Plato reeds liet zien met het verhaal van de grot. Wat wij zintuiglijk waarnemen is slechts een schaduw van de wereld der ideeën. Ik vind het de grote kunst de schaduw net zo te beminnen als het idee. Iets wat in de Zen geweldig mooi is uit gewerkt.

Vanmiddag las ik die mooie preek die wordt toegeschreven aan Johannes Chrysostomus (354-407). Hij werkt daarin het thema uit van de werkers in de wijngaard, waarbij de eersten evenveel loon kregen dan de laatsten die er kwamen werken. Allemaal zijn ze welkom op het Pasen van de Heer. Zo zegt hij:

Aan de trage betoont hij zijn ontferming, en aan de eerstgekomene wijdt hij zijn zorgen. De een geeft Hij diens loon, de ander schenkt Hij om niet.
Hij aanvaardt de werken, en verheugt zich over de goede wil.
Hij eert de daad, en het goede voornemen prijst Hij.
Zijt gij allen nog niet ingegaan tot de vreugde van onze Heer?
Eersten en laatsten, neemt uw loon in ontvangst! (...)
Niemand jammere over zijn fouten,
want vergeving is opgebloeid uit het graf.
Niemand zij bevreesd voor de dood,
want vrijgemaakt heeft ons de dood van de Verlosser. 

Majestas Domini.
Godescalc, Reichenau,
ca. 780







Ga vol vreugde binnen
in de vreugde van uw Heer!
Zalig Pasen! 

Nederdaling ter helle

De Nederdaling ter helle is zo'n mooi oerthema in de christelijke traditie. Het komt voor in de apostolische geloofsbelijdenis. Het is zo'n mooi symbolisch verhaal. Je kunt het je zo voorstellen.


Het stelt de bevrijding voor van alle mensen door het verlossingswerk van Christus. De eerste Adam bracht de dood, de tweede Adam het leven. Op de hierbij behorende ikoon zie je Jezus op de gekruiste deuren (symbool van zijn plaatsvervangend lijden aan het kruis) stappen die Hem de toegang geeft tot de Hades.
De toegang tot de Hades is nu vrij en ieder aanschouwt Christus als het Licht des Levens. Hij neemt Adam en Eva en allen mee naar Zijn Werkelijkheid van Licht en Leven, een ware Hemel!
Het thema is natuurlijk genomen uit de Griekse mythologie, maar er wordt wel iets moois mee uitgedrukt. In een oude hymne klinkt het:

               Toen Gij zijt nedergedaald in de dood,
               o, leven zonder dood,
               hebt Gij de Hades door
               de bliksem uwer Godheid doen sterven....


Mooi die personificatie van de onderwereld (of hoe het ook mag heten) als Hades. In een overweging bewaard bij de geschriften van Epiphanius (+ 403) wordt mooi geschreven over Stille Zaterdag:

Heden is er grote stilte op de aarde,en een grote verlatenheid. Er is een grote stilte want de Koning slaapt.
De aarde was ontsteld en is weer tot rust gekomen, want God is in het vlees ontslapen en heeft hen, die reeds eeuwen in slaap waren verzonken, weer opgewekt.
God is in het vlees gestorven, en de onderwereld heeft gesidderd.
God is voor korte tijd ingeslapen en heeft hen die in de onderwereld zijn, doen verrijzen!

En Johannes van Damascus (+ 749) jubelt uit:

Wij vieren het sterven van de dood, de vernietiging van de Hades, het begin van een ander, van het nieuwe leven; en jubelend bezingen wij de Bewerker, de enig gezegende God der vaderen en bovenal verheerlijkt!

Volgens de hymne van Johannes is het tijdeloze Licht in de vorm van lichaam uit het graf voor allen opgestaan. De Heer heeft de onderwereld geplunderd en de mens door zijn verrijzenis doen verrijzen! Want uit de dood tot het leven, en van de aarde naar de hemel heeft Christus God ons uitgeleid!

Nu is al vervuld van licht, hemel en aarde en onderwereld; viere daarom geheel de schepping de opstanding van christus, in wie zij is gegrondvest.


Mooi dat al vervuld is van licht, de duisternis is niet meer! Er is alleen nog leven! Het lijkt wel een apokatastasis, een algeheel wederherstel van de wereld. De gebrokenheid van de wereld, de dood en het kwaad hebben niet meer het laatste woord.

Christus, ons Leven en Licht, zal alles in allen zijn!
Het wachten is op de verrijzenis...van Hem, van ons!

zaterdag 23 april 2011

Bomen

De laatste weken zijn vol van het thema bomen. Bij de vergadering van de Academie voor Praktische mystiek werd ter inleiding gevraagd wat voor ons de twee massieve beuken symboliseren waar we onder zaten vanwege het mooie weer. Er staat een prachtige rode en een groene beuk. Ik heb meer met eiken en lindebomen, maar deze bomen zijn een weldaad voor mij. Ik ervaar ze als beschermend en krachtig.

Het past goed bij het stamboomonderzoek. Onze oudste stamvader heet Teunis op den Oldenboom. De stamsate bevindt zich als ik het goed heb in buurschap (de) Haar, net onder Ruurlo. We zijn dan aan het begin van de 17e eeuw. Verder terug is haast niet mogelijk. We wortelen vast in deze streek. Eeuwenlang wordt er gewoond en getrouwd tussen Hengelo en Ruurlo. Je kunt de bewegingen goed nagaan op de kaart van 1741. Ervoor is moeilijk. De streek was vrijwel ontvolkt door oorlogen en de pest. Daarbij ook nog een hoog percentage kindersterfte.

Kroezeboom uit 1651 te Ruurlo.
Oldenboom. Ik vind het een mooie naam. Ik denk er iets Saksisch bij. Kerst Zwart, de Reurlse schrijver, zegt van het bosje Oldengod dat de naam teruggaat op een Saksisch Heiligdom. Meester Heuvel zegt van het nabijgelegen buurschap Linde dat deze boom er werd vereerd. Dan kan het haast niet anders dan dat Oldenboom ook teruggaat op een plek waar een boom vereerd werd. Er worden in Ruurlo ook nog steeds twee bomen vereerd, in het bijzonder de Kroezeboom. In Vorden ook twee. Er staat ook een prachtige boom op het Landgoed Den Bramel. Nee, de bomenverering is niet voorbij! Ik vind het mooi dat de oudste stamvader Op den Oldenboom heet en dat mijn jongste kleinzoon ook een bomennaam heeft: Heerser van het Bos. En dan ook nog een kleindochter vernoemd naar de boom van de Liefde: Linde!

Zomereik in Vorden
In deze Goede Week denk ik natuurlijk aan de Boom des Levens. Het Kruis. Een boom die laat zien, zoals alle bomen in de lente, dat de dood transformeert in nieuw leven. Je mag steeds je oude ik (die toch nooit voldoet) kruisigen op die Boom die leven brengt. In mijn kamer heb ik omringd met palmtakjes het Kruis staan uit de San Clemente. Mijn lievelingskerk in Rome. Een prachtig kruis met symboliek van de levensboom en erop duifjes die de apostelen symboliseren. Onder deze absis heb ik vlak na mijn wijding mogen concelebreren aan dit aloude altaar.


Op het dieptepunt van mijn leven ging ik vanwege een suggestie van Bhagwan Shree Rajneesh op zoek naar een boom om bij te verwijlen wanneer het leek dat ik niet verder kon. Net als Sint Bernardus leerde ik van bomen dat je gewoon ondanks alles doorgroeit. Ik vond het toeven bij mijn Tranenboom heel troostrijk en het gaf me kracht om door te gaan. Dat je na een schijnbare dode periode weer begint uit te botten, gaat groenen en weer tot bloei kan komen. Bomen staan elkaar niet in de weg. Altijd weer zal iedere boom met zijn takken groeien naar het licht. Zo vond ik ook weer mijn plek, kon ik wortelen, en mijn weg naar de zon weer vinden. Je hoeft er eigenlijk niets voor te doen... 


Het is toch haast onvoorstelbaar dat uit zoiets kleins als een kastanje zo'n magistrale kastanjeboom kan groeien. Ik heb haast net zo'n ontzag voor bomen als Tolkien aan de dag legt in zijn 'Lord of the Rings'. Als Elessar (zowel mijn zoon en mijn kleinzoon dragen deze naam!) weer zijn Koningschap aanvaardt dan bloeit weer de Witte Boom. Ook zo'n prachtig Germaans motief in zijn werk. 

Kruis als Levensboom,  Handschrift uit Regensburg 1170. 

Maar terug naar de Boom des Levens. Door de nadruk op solidariteit met de lijdende medemens (wat óók goed is!) op Goede Vrijdag is de focus op het lijden van Christus, de Godmens, verdwenen. Door deze toch wat horizontale ontwikkeling, krijgen we mijns inziens geen zicht meer op het Mysterie van Lijden en Dood. Zien we ook niet meer het kosmische gebeuren dat daar toen plaatsvond. Daarom hoor je nooit meer die mooie hymnen die bij Goede Vrijdag horen. Zoals die mooie hymne die niet meer mag omdat het zo antisemitisch kan klinken: Popule meus, quid feci tibi? Mijn volk, wat heb ik u gedaan?...de klacht van Christus die na al het Goede nu dit moet ondergaan. Er staan mooie oude Griekse aanroepingen in: Hagios athánatos, eleïson himas, Heilige Onsterfelijke, ontferm u over ons!

De andere mooie hymne is 'Crux fidélis':

     Kruis van het geloof, van alle bomen edelste alleen;
     nimmer bracht een woud gelijke voort
                                                  in bloesem, loof of vrucht;
     lieflijk hout met nagels lieflijk, beurend liefelijk gewicht.

en dan wordt het hout toegezongen:

     Neig uw takken, hoge boomstam,
     maak uw vezels minder hard,
     en maak minder straf die stugheid
     welke u de afkomst gaf,
     en de leden van 's hemels Koning
     span ze uit op zachte stam.

De tederheid die daar uitspreekt doet me wat. Ik zie er wel een heel diep mededogen in. In mijn hoofd vermengen zich de verhalen van Adam, de stamvader aller mensen met die van de nieuwe Adam, bode van de nieuwe schepping, die wij wellicht moeten herontdekken. Het zou toch een ander levensperspectief mogen opleveren en een andere levensstijl. Een ja op deze schepping en op Gods Werkelijkheid die haar doordringt.

Deze week ontdekte ik via een blog de 'Keltische' zangeres Loreena McKennitt. Ik vind het een goed teken als mijn CD-winkel de CD heeft staan, zodat ik het meteen kan aanschaffen. Het ging me om het nummer 'The dark night of the soul', naar een gedicht van Sint Jan van het Kruis. Er staan meer mooie nummers op en ik vind het geen toeval als ik het nummer 'CÉ HÉ MISE LE ULAINGT? beluister. Het is een gedicht van W.B.Yeats, een mooi slot voor dit blog:

            Beloved, gaze in thine own heart
              The holy tree is growing there
            From joy the holy branches start
          And all the trembling flowers they bear.


Beloved, gaze in thine own heart,
the holy tree is growing there.....

             

Goede Vrijdag

Goede Vrijdag blijft voor mij een bijzondere dag. Gisteren sloten we de viering van Witte Donderdag af met de woorden van de Heer: 'Kom, laten we gaan, mijn verrader is nabij'.
Vanmiddag om drie uur hebben we met de hele parochie de kruisweg gebeden. De hele viering is zo'n beetje een voorproefje van hoe het in de toekomst zal gaan. Dan komen we uit alle geloofsgemeenschappen bij elkaar, zoals nu speciaal ook het koor uit al die groepen werd samengesteld. Zo vier je weer met volle kerk.
Aan het begin van de kruisweg is het stil. De voorgangers komen gekleed in albe met rode stola binnen en gaan plat ter aarde liggen voor het ontblote altaar met daarboven een prachtige beamerprojectie van de kruisiging van de Lochemse kunstenares Marijke van Dijk. Wat maakt deze vrouw een schitterend werk! Zwart/wit met heel subtiel ergens een rode lijn. Het kruiswegboekje is werkelijk prachtig met die veertien kunstwerkjes die momenteel tentoongesteld zijn de de Lebuïnuskerk in Deventer.

Teksten, gebeden en liederen wisselen elkaar in alle rust en ernst af. Het blijft een indrukwekkend gebeuren!
Aanvankelijk had ik moeite met het lied dat regelmatig terug kwam en als eerste regel had: 'Leg je handen in de wonden...' Eén van de coupletten vervolgt dan: '...van zovelen in de knel, die door duisternissen dwalen op de bodem van de hel'. Die eerste zin vervult mij met afschuw. In de verpleging heb ik genoeg met wonden te maken gehad, letterlijk, en later ook met geestelijke wonden.
Ik kreeg onmiddellijk het schilderij voor ogen van Caravaggio van de ongelovige Thomas, die zijn vingers in de zij van Jezus mag leggen en dat doet hij dan ook heel plastisch.
Handen spelen zo wie zo een grote rol in de kruisweg van Marijke van Dijk: wijzende handen, fuck-handen, koesterende handen, handen die verscheuren, maar ook de wonden deppen.
Een indrukwekkend gebeuren. Al zingende ga ik de teksten wel begrijpen en geef mijn verzet op tegen deze expliciete verwijzingen naar lijden en mededogen. Het is er zo onbarmhartig hard. Ik blijf het betreurenswaardig vinden dat het lijden en de dood van onze Heer vrijwel niet op zichzelf beschouwd wordt, maar gelijk in het licht van andere mensen wordt gezien.

Het is alsof je bij de dood van een dierbare gelijk begint over het leed en verdriet van anderen. Daar heb je even helemaal geen behoefte aan, ik tenminste niet. Ook hier denk ik is het verhaal van Jezus' sterven, zijn offer, helemaal gedevalueerd en vervangen door ons eigen leed. Ik heb er zelf ook wel last van dat ik niet wil dat een ander zijn leven voor mij geeft, maar ik zie inmiddels wel dat het wel zo gebeurt. We geven allemaal ons leven voor een ander. Het is de wet van het leven.

Toch is er met de dood van Christus iets nieuws aan het leven toegevoegd. Door voor de zonden der mensen vrijwillig te sterven opent Hij nieuwe perspectieven op het leven. De grote zonde der mensen is al vroeg verwoord in de Hebreeuwse Bijbel bij monde van Kaïn: Ben ik mijn broeders hoeder? Ben ik verantwoordelijk voor een ander? Jezus ging vrijwillig en met totale acceptatie zijn lijden en dood tegemoet. De onschuldig lijdende rechtvaardige. Zoals al indrukwekkend werd beschreven in het boek Wijsheid. Wie kan dat aan? Zo zonder concreet doel voor ogen. Het ging niet om principes, om macht, om masochisme, nee, het ging om een Rijk...maar niet van deze wereld, die je kennelijk alleen maar volstrekt ontledigt van jezelf kunt bereiken. Los van alles wat je als mens maar wilt vasthouden, zelfs helemaal los van je godsbeelden.
Naakt tussen hemel en aarde. Alleen nog rauw vlees en bloed, pijn en verlatenheid...om niet. Om uiteindelijk te kunnen tonen dat God als pure liefde je niet loslaat en je opneemt in zijn Werkelijkheid, waarin geen duisternis is, geen kwaad, geen wrok, geen wraak. Dat lijkt mij de boodschap van Pasen. Ach, van dit verhaal, van deze realiteit zal ik wel nooit loskomen en dat wil ik ook niet. Liever zou ik glimlachend als een Boeddha door het leven gaan, niet dat hij geen leed heeft gekend, maar ik zie zozeer de waarde van het hele leven omarmen, zoals Christus dat deed en die na te zijn opgewekt door God glimlachend komt getuigen van deze realiteit.

Ik ken een hevig verzet tegen lijden, kwaad, onzin, niet te begrijpen verschrikkelijkheid. Ik kan het niet aan, dat gigantische surplus aan kwaad en lijden. Maar ik wil het ook niet uit de weg gaan. Al neem ik het niemand kwalijk als hij dat wel doet.
Er is zo iets rauws en gruwelijks aan dit bestaan. Ik vind dat Mel Gibson in zijn controversiële film 'The Passion of Christ' dat onverholen laat zien.
Het gaat om het universele kwaad, dat zich vaak zo absurd voordoet dat we het personifiëren als duivels, als demonisch. In The Passion zie je hem/haar ook als persoon overal opduiken. En het erge van het kwaad is ook nog naar mijn mening dat het 'slechts' afwezigheid is van het goede (Privatio boni).
Die klassieke kerkelijke leer onderschrijf ik wonderwel. Ik kan me niet herinneren ooit iets substantieels ervaren te hebben aan kwaad. Okay, door het kwaad kan ook iets goeds ontstaan. Je kunt veel leren door contrastervaringen in je leven. Maar op zich is kwaad niet iets. Het is als roest dat bij ijzer ontstaat, zoals Augustinus al schreef.
Ik denk in dit verband ook aan die diepe passage in Dostojefski's 'De Idioot' naar aanleiding van 'Christus in het graf' van Hans Holbein. Dat schilderij past bij 'The Passion' en dat gruwelijk realistische schilderij van Matthias Grünewald.
Hoe kan het vraagt men zich in dat boek af, dat de Heer van het Leven zo vreselijk werd toegetakeld en dit alles werkelijk geleden heeft (en niet in schijn zoals beschreven staat in de Koran en diverse gnostische geschriften).
Hoe kun je dit lijk ziende nog ooit geloven dat deze mens zou opstaan uit de dood? Bij leven had Hij de macht over leven, ziekte en dood. Nu ligt Hij allerverschrikkelijkst terneer. Misschien, zo eindigt de korte overweging op dit bijzondere schilderij, is die vreselijke machinerie van het kwaad er om de verschijning van dat hoge en onschatbare Wezen mogelijk te maken. Dualisme dat transformeert in dualiteit. Tegendelen worden complementair. Zou Christus zijn lijdensweg zijn gegaan als Hij zelf van tevoren dit schilderij gezien zou hebben?

We zullen nooit een passend antwoord vinden en we kunnen ook hieraan niet ontsnappen. Altijd weer zal deze gruwelijke kant van het leven zich aandienen. Natuurlijk wil ik mijn ogen er wel voor sluiten en psychologisch heeft het misschien ook geen zin om je er druk om te maken...maar ik wil als mijn Heer het hele leven omarmen, hoe ongerijmd ook. Niet dat ik het ooit verstandelijk zal begrijpen, daar gaat het niet om, het gaat om leven, maar dan ook echt en alomvattend. Juist daarin vindt men de ware vreugde, die de Heer rijkelijk beloofd aan wie Zijn weg gaat. Daarom wil ik zonder Evangelie niet leven, geloof ik. Nou, dit soort dingen dus gaan door mij heen op Goede Vrijdag en tijdens de kruisweg. 
Eénmaal thuis draai ik Loreena McKennit. Ik ben er via een blog achter gekomen  dat zij 'Dark night of the Soul' op muziek heeft gezet. Een gedicht van San Juan de la Cruz. (Hierboven zijn beroemde tekening van Christus aan het kruis). Het komt verrassend nieuw bij mij over door haar muziek en bewerking. Ineens een gedicht vol belofte en ingetogen vreugde! Het past wonderwel goed bij vandaag.

                 Oh night thou was my guide
         of night more loving than the rising sun
                 Oh night that joined the lover
                       to the beloved one
        transforming each of them into the other 

Vanavond ging ik voor in de viering van Goede Vrijdag in een klein dorp. Vlak voor de viering verneem ik dat er geen koor is. Dus besluiten we zang maar weg te laten. De misdienaars balen omdat ze niets te doen hebben. De één laat ik voor de viering maar ratelen (al gaan kort erna toch nog de klokken luiden in de toren!). De ander krijgt de supervisie bij het aansteken der  lichtjes bij de Kruishulde. Om de lector te ontlasten lees ik zelf de prachtige tekst van de lijdende dienstknecht uit de Profeet Jesaja (Hoofdstuk 53). Het is een indrukwekkende tekst over plaatsvervangend lijden. Ik ken nogal wat mensen die veel steun ervaren aan deze tekst. Händel heeft van deze tekst iets heel moois gemaakt in zijn 'Messiah'.

Dan lees ik afwisselend met de lector het Passieverhaal. We hadden het dacht ik goed verdeeld. De voorganger de teksten van Jezus, de lector de rest en waar staat 'allen' leest iedereen hardop mee. Dat is best heftig, want zo roept de goegemeente een paar keer: 'Kruisig Hem!!!'. De lector weet geen raad met de P. die er ook in voorkomt en waar we niemand voor hebben gevraagd. In plaats van deze teksten in zijn verhaal op te nemen, verwacht hij van het volk dat zij deze teksten hardop lezen. Zo roepen ze uit met Pilatus 'Wat is waarheid?' (Mijn lievelingsvraag toen ik nog bij Justitie werkte!) en dan weer met het gepeupel: 'Kruisig Hem!'. Ik sta machteloos af te wachten wanneer ik als Jezus wat mag zeggen, want mijn hints pakt hij niet op. Ach, het is ook wel goed zo. Als het niet gaat zoals je wilt, wil dan maar zoals het gaat! 

Bij de kruishulde is mijn lector snel verdwenen na het aansteken van het lichtje, terwijl ik een mooie plechtige buiging in gedachten had. Het aansteken der lichtjes gaat mooi. Met zo'n 40 kerkgangers is dat goed te doen. Het is een mooi gezicht. Ineens begint een man het lied te zingen dat bij de Kruishulde staat in het boekje. Uiteindelijk zingen we allemaal mee! Ik ben helemaal ontroerd door deze spontaniteit:

        We hebben ons verenigd, met al wat is gebeurd.
        Uw licht en waarheid beide, zendt Gij ons tegemoet,
        En zo maakt deze vrijdag, ons hele leven goed.

Zo naderen we in alle rust het einde van de viering. We eindigen met de kruisafname en de graflegging. Als ik dit deel van het Johannes Evangelie lees heb ik beelden voor me van de Heilige Grafkerk in Jeruzalem. De oudste plaats van verering voor ons, christenen....alleen: er is eigenlijk niets te zien...
Ja, een leeg graf. Hij is hier niet.
Hij is bezig te verrijzen in onze medemens.
Hij wil verrijzen in ons.
Hij wil dat we tegen elkaar zeggen:
'Was ons hart niet brandende toen Hij met ons onderweg was?'.


Omdat het graf dichtbij was legden zij Jezus daar neer...

vrijdag 22 april 2011

Respice finem

'Overdenk het einde', luidt de zin boven mijn blog op Goede Vrijdag, 'Respice finem'. Vandaag herinneren we ons het lijden en sterven van Onze Heer Jezus Christus. Gisteren, Witte Donderdag, werd het Paastriduüm ingezet. Gedurende het Gloria klonken nog alle klokken, die erna zullen zwijgen tot Pasen.

Eigenlijk is het Paastriduüm het absolute hoogtepunt van het kerkelijk jaar en de grote uitbeelding van het Mysterie van Leven en Dood. Er zijn maar weinig mensen te interesseren voor dit mysterie. Ik heb de indruk dat de christelijke 'mythologie' hier velen niet meer aanspreekt. De Grote Verhalen doen het niet meer en kennelijk heeft de Kerk niet de kracht op zodanige wijze er uitdrukking aan te geven dat het raakt. Ik vermoed dat zo'n straatuitvoering als 'The Passion' gisteren in Gouda daar geen verandering in brengt. Ik heb het opgenomen en hoop het zelf nog te bekijken één dezer dagen. 
Ik ben zelf natuurlijk goed ingeleid in mijn geloofstraditie en iedere viering ontroert mij ook. Op Witte Donderdag zou ik graag de voetwassing verricht zien worden, waarbij zo mooi gezongen wordt: Ubi Caritas et Amor, Deus ibi est: Waar Vriendschap heerst en liefde, daar is God. Toen ik nog in mijn thuisklooster deze dagen meevierde waste de Abt ook mij de voeten. Een merkwaardige ervaring. Een man die ik zo hoog had, die zich neerbuigt naar je blote voeten (ook al zo gek in een kerk!) en ze wast en droogt en met een buiging bij je komt en gaat! Helaas vind je in een parochie geen animo voor deze handeling!
De instelling van de Eucharistie wordt mooi opgepakt met de Romeinse Canon, het oudste Eucharistisch gebed van de Kerk, die speciaal voor deze dag is aangepast. Het verleden wordt zo heden: Die op de avond voor zijn lijden en dood , dat is op déze avond, het brood in zijn handen heeft genomen... Ik blijf het prachtig vinden dat de Heer toen heeft gezegd dat Hij onder de tekens van Brood en Wijn blijvend aanwezig zal zijn. Dat moet je ook niet wegrationaliseren.
De Aanwezigheid Gods in Brood en Wijn, verheft ons tot deelgenoten aan Gods Werkelijkheid. Deze alledaagse werkelijkheid is doordrongen van een Goddelijke Werkelijkheid en wanneer deze in je samenvallen -dat is de bedoeling bij de Heilige Communie- is de liefde compleet, is het onvoorwaardelijke liefde geworden. Gisteren verbond ik de Evangelielezing van de voetwassing met het tafelgebed. Zo vier je alle elementen van de liefde: Liefde voor jezelf, je geliefd weten, en deze liefde delen met anderen (Ik noem dat vaak mededogen, maar dat blijft voor mij toch iets neerbuigends houden. Het beeld wat ik bedoel is die van overvloeiende liefde, zoals men bedoelt in het neoplatonisme van Plotinus en zoals je dat terugvindt bij Meester Eckhart).
Het meest indrukwekkende moment is als de ciborie op het altaar staat en het Pange Lingua wordt aangeheven. De prachtige hymne van Thomas van Aquino. Dan zingen we: Schenk uw zinnen geen vertrouwen, slechts geloof versterkt uw geest! Daarna dragen we Ons Heer in processie de kerk uit. Omdat het zo mooi weer was deden we dat buitenom. Een eigenaardige ervaring om met ons Heer in de handen Zijn schepping in te lopen. Een tapijt van groen gras, madeliefjes, paardebloemen, omzoomd door aloude bomen. Een helderblauwe hemel, beschenen door de avondzon. O, wonderlijk gebeuren. Alles tesamen één! 
Daarna terug in de kerk: de altaarontbloting. Het woord is echt gepast. Naakt staat het altaar daar, godverlaten. Alles aan bloemen, kleden, licht wordt verwijderd. Het tabernakel is leeg en de deurtjes staan open. Dan op het eind heb ik het voorrecht de Godslamp te doven. Het hele jaar doe je je best om de Godslamp continu brandend te houden en nu blazen we het zomaar uit.

Dan is alles kaal, leeg, naakt, ja echt, godverlaten, en lezen we als slotevangelie het verhaal van Jezus in de Hof der olijven, waar Hij ten leste tegen zijn leerlingen zegt dat ze kunnen blijven slapen...Dan is het uur gekomen...de mensenzoon wordt overgeleverd...Dan volgt die indrukwekkende slotzin, waarna we in stilte allemaal vertrekken:
Staat op, laten we gaan: mijn verrader is nabij....

De goede Toon


Deze week genoten van de musical Toon, met Alex Klaasen als Toon Hermans. De musical had goede recensies en alle reden op samen met vriend F. te gaan kijken. Zoals gewoonlijk zorgt F. voor fantastische plaatsen. Weer keurig in het midden op rij vier met prachtig zicht op het podium.

Mooi de spelers van zo dichtbij te zien! F. is een groot fan van Alex Klaasen. Hij had het zo mooi voor elkaar, al mocht die prachtige engel (Wouter Zweers) er ook wezen en die zorgde wel voor wat afleiding!
Naast mij zit een man in z'n uppie, iets wat ik nooit zou doen of durven zelfs! Ik verblijd hem maar met een praatje. Aan de zijde van F. schuiven kennissen van mij aan. Ook daar maar even van alles uitwisselen en achter mij zie ik een mij bekende journalist die ik maar even hartelijk op afstand begroet. Zo, alle plichtplegingen weer verricht.
Ik zat er voor Toon, de musical. Het was inderdaad een prachtige voorstelling. De show begint met een monoloog waarin hij vertelt dat hij er eigenlijk niet meer is. Dat het verleden is, dat nu gespeeld wordt. We dachten dat hij alleen optrad, maar er zijn nog zes spelers en vier muzikanten. Je krijgt een heel stuk van het leven van Toon mee. Zijn liefde voor Rietje zijn vrouw, zijn drie zonen, die hem toch wel typeren als een afwezige vader. Al zal Maurice later steeds met hem verbonden blijven omdat hij voor zijn vader werkte. Behalve Toon spelen dus als het ware ook zijn vrouw er in mee, zijn zonen en allerlei andere personen die belangrijk waren voor Toon.

Daardoor wordt mijns inziens vermeden dat het een Onemanshow wordt, dat natuurlijk niet na te bootsen valt. Nee het is een aangename mix van liedjes en acts. Alex Klaasen doet niet alles, soms zingt een ander een lied.
Die afwisseling is bijzonder aangenaam. Sommige liedjes ontroeren me nog steeds. Ook al lijkt Alex absoluut niet op Toon zijn stem komt aardig in de richting. Hetzelfde warme timbre in zijn stem. Zo vind ik 'Vierentwintig Rozen' nog steeds een prachtig én humoristisch lied. Wij, als publiek, begonnen spontaan het refrein mee te zingen. Het andere sterke lied vind ik 'Lente me', waar ook zo'n ontroering vanuit gaat: Lente me, zomer me, september me...Met de huidige zonnige lente een prachtig lied!

Een levensgeschiedenis raakt me altijd en dat gebeurde ook bij deze musical. Wat een leven heeft Toon geleid! En gelijk wat gewoon en herkenbaar. Die humor, ontstaan in een beroerde tijd, is voor hem levensreddend geworden. Het gewone, onverwacht humoristische, is echt zijn kracht geweest en Alex Klaasen vertolkt dat goed!

Het is humor die de jaren overleeft. Ik gebruik nog heel vaak 'Go your gang' en mijn broer ís een fan van 'Make it a little! Ook de sketches gaan er in als koek en de mensen voor ons zie je gewoon, net als wijzelf, al voorpret hebben.
De sketch van de Voorzitter van 'Ons Genoegen' (Mevrouw Hak...Hak, Mevrouw Loof-Hutjes) doet het heel goed evenals de goochelaar (Doif ies tod). Mijn zus gaat helemaal voor 'Charelli', de goochelaar heette Charles en zijn assistente Elli en dat haben we zusammengeklebt tot Charelli! Ik miste 'De Sprekert', maar dat was vast te moeilijk. Daar toont Toon zich echt een taalvirtuoos. Hij kan echt spelen met klanken die dan net woorden lijken.

Een mooie avond. Vol nostalgie ongetwijfeld. Het vooral oudere publiek zit aan het begin van iets al vaak te gniffelen en zou zo wel kunnen zeggen hoe het verder gaat. Ik kende de sketch van de piano niet en in de uitvoering van Alex Klaasen kon ik er kostelijk om lachen!. Daar moet je het ook hebben van wat je ziet. Later dacht ik dat Hans Teeuwen hier het idee vandaan heeft om zinnen die je normaal spreekt te zingen, dat dan een buitengewoon grappig effect geeft. Het rijmt niet, is te kort of te lang, maar erg leuk! Toon is echt een fundament van het Nederlandse cabaret!

Een geslaagde avond. Om nog even na te genieten gaan we ter plekke nog een glas wijn drinken. We zaten al vaker op dat plekje, niet wetend dat daar de artiestenuitgang is. En warempel komen Alex en andere leden van de cast voorbij. Met anderen klappen we nog even en hij reageert blij verrast. F. heeft niet meer de moed gehad de CD te laten signeren....en ik dacht later dat ik hem mooi had kunnen vragen wat er nu eigenlijk door het struikgewas ruiste....

zondag 17 april 2011

Silence is the answer


Het is een prachtige dag. De zon schijnt en de weldadige stilte van de retraitedag hangt nog om mij heen. Ik ben gaan wandelen langs de bloeiende bomen in de buurt. Prachtig rose, diep rood, stralend wit en de openbarstende groenende takken van allerlei andere bomen. Vlakbij huis ontstond er een haiku:

            zondagmorgen
            bloeiende kersenbloesems
            voor oude stadspoort

Ik vind het mijn ervaring wel omvatten. De bloeiende kersenbloesems hebben de aarde nog niet bereikt. De bomen in volle dracht. Een stralende zon, een werkelijke zondag. En dan is het ook nog morgen! Het symbool van Verrijzenis, opstaan uit doodsheid en onvermogen. De nieuwe dag!
Vol mogelijkheden, vol pracht en schoonheid. 
Het sacrament van het het huidige moment.

Koninklijk mag je de weg gaan naar de oude stadspoort. De oude stadspoort die in 1572 het startpunt was van een gruwelijke moord op vele poorters van de stad. Massief staat de ruïne temidden van de bloesempracht. De twee rijen kersenbloesembomen staan in het verlengde van de poort. Aan iedere zijde eerst een witte kersenboom en verder rose bomen. Een stille kolos van rode baksteen, getuige van zoveel eeuwen leven...en dan toch steeds weer die groei, die bloei en dan weer het neerdalen van die schoonheid naar de aarde en de tere blaadjes die weer vergaan tot vruchtbare aarde en zo maar door en door.

In alle stilte toef ik er en draag in mijn hart een lied mee van Rikkert Zuiderveld:

            Witte bloesem aan de boom
            stroom door mij heen
            de dageraad vouwt alle kelken open
            van m'n hart
            de stem van stilte

Ach, hoe past het wonderlijk mooi bij de instrumentale muziek van Deuter's 'Silence is the answer', waar bij het nummer 'Aus der Stille' een lievelingsgedicht van mij staat:

            Aus der stille trete ich heraus
            und singe
            Aus der Leere trete ich
            und bin
            Aus der Stille trete ich heraus
            und schaffe
            Und alles was ich bin und mache
            drängt wieder nur zur Stille hin 

Wat valt er nog te zeggen? Tedere ontroering is mijn deel.
Alles drängt wieder nur zur Stille hin...