zaterdag 23 april 2011

Goede Vrijdag

Goede Vrijdag blijft voor mij een bijzondere dag. Gisteren sloten we de viering van Witte Donderdag af met de woorden van de Heer: 'Kom, laten we gaan, mijn verrader is nabij'.
Vanmiddag om drie uur hebben we met de hele parochie de kruisweg gebeden. De hele viering is zo'n beetje een voorproefje van hoe het in de toekomst zal gaan. Dan komen we uit alle geloofsgemeenschappen bij elkaar, zoals nu speciaal ook het koor uit al die groepen werd samengesteld. Zo vier je weer met volle kerk.
Aan het begin van de kruisweg is het stil. De voorgangers komen gekleed in albe met rode stola binnen en gaan plat ter aarde liggen voor het ontblote altaar met daarboven een prachtige beamerprojectie van de kruisiging van de Lochemse kunstenares Marijke van Dijk. Wat maakt deze vrouw een schitterend werk! Zwart/wit met heel subtiel ergens een rode lijn. Het kruiswegboekje is werkelijk prachtig met die veertien kunstwerkjes die momenteel tentoongesteld zijn de de Lebuïnuskerk in Deventer.

Teksten, gebeden en liederen wisselen elkaar in alle rust en ernst af. Het blijft een indrukwekkend gebeuren!
Aanvankelijk had ik moeite met het lied dat regelmatig terug kwam en als eerste regel had: 'Leg je handen in de wonden...' Eén van de coupletten vervolgt dan: '...van zovelen in de knel, die door duisternissen dwalen op de bodem van de hel'. Die eerste zin vervult mij met afschuw. In de verpleging heb ik genoeg met wonden te maken gehad, letterlijk, en later ook met geestelijke wonden.
Ik kreeg onmiddellijk het schilderij voor ogen van Caravaggio van de ongelovige Thomas, die zijn vingers in de zij van Jezus mag leggen en dat doet hij dan ook heel plastisch.
Handen spelen zo wie zo een grote rol in de kruisweg van Marijke van Dijk: wijzende handen, fuck-handen, koesterende handen, handen die verscheuren, maar ook de wonden deppen.
Een indrukwekkend gebeuren. Al zingende ga ik de teksten wel begrijpen en geef mijn verzet op tegen deze expliciete verwijzingen naar lijden en mededogen. Het is er zo onbarmhartig hard. Ik blijf het betreurenswaardig vinden dat het lijden en de dood van onze Heer vrijwel niet op zichzelf beschouwd wordt, maar gelijk in het licht van andere mensen wordt gezien.

Het is alsof je bij de dood van een dierbare gelijk begint over het leed en verdriet van anderen. Daar heb je even helemaal geen behoefte aan, ik tenminste niet. Ook hier denk ik is het verhaal van Jezus' sterven, zijn offer, helemaal gedevalueerd en vervangen door ons eigen leed. Ik heb er zelf ook wel last van dat ik niet wil dat een ander zijn leven voor mij geeft, maar ik zie inmiddels wel dat het wel zo gebeurt. We geven allemaal ons leven voor een ander. Het is de wet van het leven.

Toch is er met de dood van Christus iets nieuws aan het leven toegevoegd. Door voor de zonden der mensen vrijwillig te sterven opent Hij nieuwe perspectieven op het leven. De grote zonde der mensen is al vroeg verwoord in de Hebreeuwse Bijbel bij monde van Kaïn: Ben ik mijn broeders hoeder? Ben ik verantwoordelijk voor een ander? Jezus ging vrijwillig en met totale acceptatie zijn lijden en dood tegemoet. De onschuldig lijdende rechtvaardige. Zoals al indrukwekkend werd beschreven in het boek Wijsheid. Wie kan dat aan? Zo zonder concreet doel voor ogen. Het ging niet om principes, om macht, om masochisme, nee, het ging om een Rijk...maar niet van deze wereld, die je kennelijk alleen maar volstrekt ontledigt van jezelf kunt bereiken. Los van alles wat je als mens maar wilt vasthouden, zelfs helemaal los van je godsbeelden.
Naakt tussen hemel en aarde. Alleen nog rauw vlees en bloed, pijn en verlatenheid...om niet. Om uiteindelijk te kunnen tonen dat God als pure liefde je niet loslaat en je opneemt in zijn Werkelijkheid, waarin geen duisternis is, geen kwaad, geen wrok, geen wraak. Dat lijkt mij de boodschap van Pasen. Ach, van dit verhaal, van deze realiteit zal ik wel nooit loskomen en dat wil ik ook niet. Liever zou ik glimlachend als een Boeddha door het leven gaan, niet dat hij geen leed heeft gekend, maar ik zie zozeer de waarde van het hele leven omarmen, zoals Christus dat deed en die na te zijn opgewekt door God glimlachend komt getuigen van deze realiteit.

Ik ken een hevig verzet tegen lijden, kwaad, onzin, niet te begrijpen verschrikkelijkheid. Ik kan het niet aan, dat gigantische surplus aan kwaad en lijden. Maar ik wil het ook niet uit de weg gaan. Al neem ik het niemand kwalijk als hij dat wel doet.
Er is zo iets rauws en gruwelijks aan dit bestaan. Ik vind dat Mel Gibson in zijn controversiële film 'The Passion of Christ' dat onverholen laat zien.
Het gaat om het universele kwaad, dat zich vaak zo absurd voordoet dat we het personifiëren als duivels, als demonisch. In The Passion zie je hem/haar ook als persoon overal opduiken. En het erge van het kwaad is ook nog naar mijn mening dat het 'slechts' afwezigheid is van het goede (Privatio boni).
Die klassieke kerkelijke leer onderschrijf ik wonderwel. Ik kan me niet herinneren ooit iets substantieels ervaren te hebben aan kwaad. Okay, door het kwaad kan ook iets goeds ontstaan. Je kunt veel leren door contrastervaringen in je leven. Maar op zich is kwaad niet iets. Het is als roest dat bij ijzer ontstaat, zoals Augustinus al schreef.
Ik denk in dit verband ook aan die diepe passage in Dostojefski's 'De Idioot' naar aanleiding van 'Christus in het graf' van Hans Holbein. Dat schilderij past bij 'The Passion' en dat gruwelijk realistische schilderij van Matthias Grünewald.
Hoe kan het vraagt men zich in dat boek af, dat de Heer van het Leven zo vreselijk werd toegetakeld en dit alles werkelijk geleden heeft (en niet in schijn zoals beschreven staat in de Koran en diverse gnostische geschriften).
Hoe kun je dit lijk ziende nog ooit geloven dat deze mens zou opstaan uit de dood? Bij leven had Hij de macht over leven, ziekte en dood. Nu ligt Hij allerverschrikkelijkst terneer. Misschien, zo eindigt de korte overweging op dit bijzondere schilderij, is die vreselijke machinerie van het kwaad er om de verschijning van dat hoge en onschatbare Wezen mogelijk te maken. Dualisme dat transformeert in dualiteit. Tegendelen worden complementair. Zou Christus zijn lijdensweg zijn gegaan als Hij zelf van tevoren dit schilderij gezien zou hebben?

We zullen nooit een passend antwoord vinden en we kunnen ook hieraan niet ontsnappen. Altijd weer zal deze gruwelijke kant van het leven zich aandienen. Natuurlijk wil ik mijn ogen er wel voor sluiten en psychologisch heeft het misschien ook geen zin om je er druk om te maken...maar ik wil als mijn Heer het hele leven omarmen, hoe ongerijmd ook. Niet dat ik het ooit verstandelijk zal begrijpen, daar gaat het niet om, het gaat om leven, maar dan ook echt en alomvattend. Juist daarin vindt men de ware vreugde, die de Heer rijkelijk beloofd aan wie Zijn weg gaat. Daarom wil ik zonder Evangelie niet leven, geloof ik. Nou, dit soort dingen dus gaan door mij heen op Goede Vrijdag en tijdens de kruisweg. 
Eénmaal thuis draai ik Loreena McKennit. Ik ben er via een blog achter gekomen  dat zij 'Dark night of the Soul' op muziek heeft gezet. Een gedicht van San Juan de la Cruz. (Hierboven zijn beroemde tekening van Christus aan het kruis). Het komt verrassend nieuw bij mij over door haar muziek en bewerking. Ineens een gedicht vol belofte en ingetogen vreugde! Het past wonderwel goed bij vandaag.

                 Oh night thou was my guide
         of night more loving than the rising sun
                 Oh night that joined the lover
                       to the beloved one
        transforming each of them into the other 

Vanavond ging ik voor in de viering van Goede Vrijdag in een klein dorp. Vlak voor de viering verneem ik dat er geen koor is. Dus besluiten we zang maar weg te laten. De misdienaars balen omdat ze niets te doen hebben. De één laat ik voor de viering maar ratelen (al gaan kort erna toch nog de klokken luiden in de toren!). De ander krijgt de supervisie bij het aansteken der  lichtjes bij de Kruishulde. Om de lector te ontlasten lees ik zelf de prachtige tekst van de lijdende dienstknecht uit de Profeet Jesaja (Hoofdstuk 53). Het is een indrukwekkende tekst over plaatsvervangend lijden. Ik ken nogal wat mensen die veel steun ervaren aan deze tekst. Händel heeft van deze tekst iets heel moois gemaakt in zijn 'Messiah'.

Dan lees ik afwisselend met de lector het Passieverhaal. We hadden het dacht ik goed verdeeld. De voorganger de teksten van Jezus, de lector de rest en waar staat 'allen' leest iedereen hardop mee. Dat is best heftig, want zo roept de goegemeente een paar keer: 'Kruisig Hem!!!'. De lector weet geen raad met de P. die er ook in voorkomt en waar we niemand voor hebben gevraagd. In plaats van deze teksten in zijn verhaal op te nemen, verwacht hij van het volk dat zij deze teksten hardop lezen. Zo roepen ze uit met Pilatus 'Wat is waarheid?' (Mijn lievelingsvraag toen ik nog bij Justitie werkte!) en dan weer met het gepeupel: 'Kruisig Hem!'. Ik sta machteloos af te wachten wanneer ik als Jezus wat mag zeggen, want mijn hints pakt hij niet op. Ach, het is ook wel goed zo. Als het niet gaat zoals je wilt, wil dan maar zoals het gaat! 

Bij de kruishulde is mijn lector snel verdwenen na het aansteken van het lichtje, terwijl ik een mooie plechtige buiging in gedachten had. Het aansteken der lichtjes gaat mooi. Met zo'n 40 kerkgangers is dat goed te doen. Het is een mooi gezicht. Ineens begint een man het lied te zingen dat bij de Kruishulde staat in het boekje. Uiteindelijk zingen we allemaal mee! Ik ben helemaal ontroerd door deze spontaniteit:

        We hebben ons verenigd, met al wat is gebeurd.
        Uw licht en waarheid beide, zendt Gij ons tegemoet,
        En zo maakt deze vrijdag, ons hele leven goed.

Zo naderen we in alle rust het einde van de viering. We eindigen met de kruisafname en de graflegging. Als ik dit deel van het Johannes Evangelie lees heb ik beelden voor me van de Heilige Grafkerk in Jeruzalem. De oudste plaats van verering voor ons, christenen....alleen: er is eigenlijk niets te zien...
Ja, een leeg graf. Hij is hier niet.
Hij is bezig te verrijzen in onze medemens.
Hij wil verrijzen in ons.
Hij wil dat we tegen elkaar zeggen:
'Was ons hart niet brandende toen Hij met ons onderweg was?'.


Omdat het graf dichtbij was legden zij Jezus daar neer...