zondag 17 april 2011

Surge, amica mea...


Een dag vol bloeiende bomen, bosanemonen, speenkruid, pinksterbloemen en narcissen. De plek waar we met 15 personen onze stiltedag heb gehouden is een waar paradijsje. Gelukkig was het mooi weer anders kom ik in de problemen. Onze zitmeditatie wisselen we af met een kwartier wandelen in stilte en als dat niet buiten kan dan, heb ik eigenlijk geen alternatief. Deze afwisseling is heel aangenaam en houdt je ook bij de realiteit. Door te lopen aard je weer en je kijkt weer even de wereld in en ben je even in de natuur.

Opvallend op deze plek is ook de overvloed aan vogels, die je aan alle kanten hoort fluiten, kwetteren en wat ze verder ook kunnen. O, ja, het roffelen van een specht.
Het was weer een fijne groep die ontspannan de stilte ingaat en het maar laat gebeuren. Eén mevrouw die de vorige keer graag bezig gehouden wilde worden met mooie teksten, in plaats van de weg van het niets te gaan van San Juan de la Cruz, had het wel weer moeilijk. Haar mobieltje ging dus meerdere keren af, ze kan niet het tempo bijhouden van de wandeling en op het eind van de dag vroeg ze of ze ook een half uur meditatie kon overslaan....tja, waarom niet, maar wat zoek je dan op een stiltedag? Ik ga het haar toch eens vragen.

Het is merkwaardig wat voor een aangename energie er in stilte wordt opgebouwd door het zitten in een kring. De meeste mensen ken ik en weet hoe divers ze zijn, maar het zwijgend op zoek gaan naar God maakt ons één. Onze opvattingen tellen dan niet. San Juan is er heel stellig in. Alles wat we denken, vinden, voelen, menen of geloven doet er niet toe. De kunst is het alles van jezelf los te  laten en God Zélf te ontmoeten, die woont op de bodem van je ziel. Ook al kom je daar nog niet, toch is de stilte helend. Het is mooi zo in een kring te zitten, want in je eentje houd je het nog geen kwartier vol. De eerste sessie viel mij niet mee. Het duurde even voor ik rustig werd.

Bij de tweede sessie, na zo'n wandeling als (geklede) Adam in het paradijs kwamen er allerlei mooie dingen in mij op. Ze doen er eigenlijk niet toe (God heeft er niets mee te maken), maar ik kwam wel in een dankbaar en vreugdevol bewustzijn. Ik herinnerde mij ineens de vreugde van de solo uit Monteverdi's Mariavespers: Surge, amica mea, et venit..., Kom mijn liefste en sta op! Dat wordt toch zo prachtig gezongen en gedurende de zitmeditatie begeleidde dit lied mij in mijn hoofd. Deze Mariavespers hebben mij vele malen in het leven een intense extatische vreugde gebracht. Vooral in krisistijden. Wat muziek al niet kan doen!

Ik blogde volgens mij al eerder dat ik het Gloria Patri van het Magnificat uit deze vespers wel zou willen horen als ik deze wereld verlaat. Overigens mogen dan ook wel de trommels van Ondekoza (later: Kodo, een Japanse groep) ten gehore worden gebracht. Door deze grandioze stukken muziek heb ik vast de gedachte ontwikkeld dat je leven hoort te eindigen met een prachtige slotapotheose! Inmiddels begin ik er aan te wennen dat je waarschijnlijk gewoon roemloos ten ondergaat...als een golfje op de stroom. Dat is ook prima, zo zit het leven nu eenmaal in elkaar.
Op het moment dat ik weer de innerlijke stilte ervaar, rijst er een 'wonderlijke vrolijkheid des harten' in mij op. Pure Liefde! Wat een geschenk, om niet ontvangen. De tijd vliegt en het stoort me niet dat ik de tijd in de gaten moet houden.

De dag vliegt om en als we op het eind van de dag de Eucharistie vieren voel ik mij vol vreugde en vind het fantastisch met deze mensen ons Heer samen te delen, die zo werkelijk in ons midden is. Iedere sessie beginnen en eindigen we met elkaar even vast te houden en naar het midden te buigen: naar de (Verrezen) Heer in ons midden....
Nu delen we Hem als Brood en Wijn. Goddelijke Liefde mag ons voeden en door onze aderen stromen.

Na de viering gingen een aantal mensen gelijk weg omdat ze de stilte in zichzelf niet wilden verjagen door het gezamenlijk afsluitend koffiedrinken. Gelijk hebben ze. Voldaan kom ik thuis. Toch nog even naar de supermarkt, al heb ik niet veel zin om te gaan eten, en ik eet dan ook weinig.
Dan maar genieten van de Volheid der Stilte
en wegglijden in een zoete nachtrust.

Om met Psalm 131,2 te eindigen:

Nee, bedaren liet ik, verstillen mijn ziel
als een kind bij zijn moeder geborgen;
     als dat kind zo voel ik mijn ziel.