zaterdag 26 februari 2011

Wie is de baas?


In de NRC staat op de achterzijde van dat saaie katern over de economie een blokje ik@nrc.nl. Het zijn vaak leuke anekdotische verhaaltjes. Uit het leven gegrepen. Zeker als er iets over kinderen in staat, kan ik er vaak van onder de indruk zijn. Zoals vandaag.

Een klein meisje vraagt aan haar vader: 'Wie de baas is van alle mensen?.'
Gekscherend zegt hij dat hij dat is (of hoorde hij: wie is de allerliefste van de hele wereld, ja, dan had hij gelijk).
Nee, zegt het meisje met een opgeheven vingertje:
Nee, dat is God, en dat is Allah, en dat zijn broers!
Wat een geweldige oplossing heeft dit meisje gevonden!
God en Allah zijn niet hetzelfde. Ze zijn familie! Ze zijn broers.
Dit is toch wereldoecumene.
Als kinderen zoiets kunnen zeggen, is er nog hoop.
Waarom zou één God de baas moeten zijn.
Ze kunnen toch als leden van één familie de baas zijn over de wereld?

Het is vaak zo indrukwekkend wat kinderen je kunnen meegeven. Na een week vol verhalen over calamiteiten (bedreiging, beroving) kwam weer ineens die gedichtjes in mij op van een zekere Henk. Een joch van een jaar of elf. Ik ken de gedichtjes al tientallen jaren!
Hij dichtte de volgende drie gedichtjes:

Alles wordt gestolen
gemeen en onbeheerst
behalve mijn liefde
die blijft mij trouw

De wereld is vol slechte levens
Iedereen wil stelen
Maar iedereen heeft liefde...
iedereen

Geld is voor de dieven
De huizen voor de brand
Maar mijn hart is voor de liefde

Je hoeft geen Hadewych te lezen om de kern van waar het om gaat duidelijk te krijgen.
Je hoeft geen Eckehart te worden om te begrijpen waar het werkelijk om gaat.
Vaak heb ik genoeg aan dergelijke gedichtjes en uitspraken als hierboven.
Naast mijn stelling dat de weg naar binnen je niets hoeft te kosten,
durf ik ook de stelling aan dat je het niet te ver weg moet zoeken.
Het is heel dichtbij,
het zit verborgen in jezelf...