Gisterenavond ben ik nog bij Google-afbeeldingen gaan kijken naar vader-dochter foto's.
Het gaat bij anderen net zo als ikzelf op de foto ga met mijn dochter.
Ze koestert mij met een glimlach. En ik zit (of sta) een beetje vader te wezen, die het zich laat gebeuren.
Het is frappant dat ik dit beeld zo vaak zie en herken.
Hoe ziet nu dan een vrouw, een dochter, God als vader?
Ik herinner me I. een Surinaamse vrouw voor wie ik veel respect heb en voor wie God, net als haar vader, een lieve Vader is. Ze kan zo ontroerend voorbidden. Door haar liefdevolle vader kan zij God ook zo zien. En ze beseft heel goed dat een liefhebbende Vader je het leed niet kan besparen (al wil je dat heel graag als vader!), maar je geborgen weten in zijn liefde maakt je wel heel sterk. Dat weet ik uit haar levensgeschiedenis. Ze is echt een gelovig prachtvrouw(tje)! Om jaloers op te worden!
Daar tegenover zie ik H. met haar tirannieke vader. Toen ze, om van hem af te komen vroeg ging trouwen, belandde ze bij een even tirannieke echtgenoot die een groot deel van haar leven heeft kapot gemaakt en dat van hun kinderen.
Gelukkig herstelt ze zich ervan, ook al blijven er gevoelige littekens.
Ze zegt dat haar geloof haar er doorheen heeft geholpen.
Het gaat bij H. dan niet om een vadergod, zelfs geen moedergod, maar om Maria als een soort vriendin (geen wonder dat ze fan is van Lourdes!).
Het bidden van de rozenkrans heeft haar altijd leren focussen op haar innerlijke kern. Nu ze ook aan meditatie en contemplatie doet zegt ze dat ze eigenlijk kloosterlinge had moeten worden. Maar ze is nu evengoed een gelukkige moeder. Als ik kind van haar was, zou ik heel trots op haar zijn.
Hoe meer ik nadenk over God als vader of als moeder, hoe onbevredigender ik het vind worden. Je komt dan helemaal in het veld van de projecties.
Wil je echt God ontmoeten dan zul je aan al die beelden en projecties voorbij moeten gaan.
Ik heb dat ook bij mijzelf zo ervaren. Ik wilde helemaal geen Vader-God.
Want als deze ook weer zo snel zou sterven, waar moest ik dan heen?
Gelukkig was Christus er, Hij is een blijver, want Hij is onsterfelijk.
Een Moeder-God sprak me ook niet aan. Ik zie Maria, net als mijn moeder, als een onafhankelijke alleenstaande moeder, die het niet gemakkelijk had.
Maar ik ervaar haar niet als moederlijk.
Ik kocht toen ik in Amsterdam woonde al wel snel een Mariabeeldje.
Ik heb het nog op een prominente plaats staan.
Het is meer een symbool van de hoop dat ook mijn moeder trots op mij zou zijn, net zoals Maria op haar zoon. Ik weet nog als de dag van gisteren, toen ik slaagde voor mijn doctoraal cum laude, dat ze zei dat ze trots op mij was.
Ik kreeg hetzelfde gevoel als 13-jarige toen ik in haar bijzijn slaagde voor de zwemproef in het zwembad. Eigenlijk kreeg ik nooit bevestiging, de ouderlijke stimulans waardoor je zin in het leven krijgt. Wat dat betreft was mijn leven wel een eenzaam avontuur.
Christus was en is voor mij een goed substituut voor alles waar het me aan ontbrak. Maar juist die relatie leert mij al die projecties los te laten en de verantwoordelijkheid te nemen voor mijn eigen leven.
Ik ben de weg gaan kennen van San Juan de la Cruz 'todo y nada'. De berg bestijgen langs het pad van de volmaakte geest: niets, niets, niets, niets, niets, en op de berg niets.
Daar verheft mij niets meer en niets drukt mij terneer.
Hier in de glorie van God word je jezelf tot wet.
Een volmaakte geest houdt niet in dat je volmaakt bent en via verbetermanagement streeft naar perfectie, maar dat je jezelf volkomen durft te accepteren, alomvattend.
Je blijft aan niets hangen wat jezelf betreft, pas dan breekt de volle glorie aan van Gods Aanwezigheid.
Dus uiteindelijk ziet God er niet uit. God lijkt nergens op.
God is belangenloze onvoorwaardelijke liefde.
Daar mogen we op gaan lijken. Mooi toch?
Daarom zullen we als het aan mij ligt in Lourdes het niet hebben over God de Vader en het boekje niet gebruiken. We maken er ook geen God de Moeder van, want de verschijning zag er uit als een klein meisje. Dat niet en ook zeker geen Vader. Het riekt naar macht en zo. Het is gedateerd en patriarchaal.
Het ademt de sfeer van de 19e eeuw, een jansenistisch katholicisme, waar ik droevig van word. Natuurlijk bidden we het Onze Vader, als bron van Liefde, en we leggen de nadruk op de komst van zijn Rijk.
We zullen het hebben over God, boven alle beelden uit.
We hopen God daar te ervaren als liefde en dat hopen we naar elkaar uit te stralen.
Maar gestimuleerd door het boekje zal ik wel regelmatig aan mensen vragen hoe zij God zien, in de hoop dat we God zullen aanbidden in geest en waarheid.
God ziet er niet uit. God lijkt nergens op.
In God zijn wij, bewegen wij en hebben wij ons bestaan.
Maar hoe is dat dan?
Heb lief en leef!
Het gaat bij anderen net zo als ikzelf op de foto ga met mijn dochter.
Ze koestert mij met een glimlach. En ik zit (of sta) een beetje vader te wezen, die het zich laat gebeuren.
Het is frappant dat ik dit beeld zo vaak zie en herken.
Hoe ziet nu dan een vrouw, een dochter, God als vader?
Ik herinner me I. een Surinaamse vrouw voor wie ik veel respect heb en voor wie God, net als haar vader, een lieve Vader is. Ze kan zo ontroerend voorbidden. Door haar liefdevolle vader kan zij God ook zo zien. En ze beseft heel goed dat een liefhebbende Vader je het leed niet kan besparen (al wil je dat heel graag als vader!), maar je geborgen weten in zijn liefde maakt je wel heel sterk. Dat weet ik uit haar levensgeschiedenis. Ze is echt een gelovig prachtvrouw(tje)! Om jaloers op te worden!
Daar tegenover zie ik H. met haar tirannieke vader. Toen ze, om van hem af te komen vroeg ging trouwen, belandde ze bij een even tirannieke echtgenoot die een groot deel van haar leven heeft kapot gemaakt en dat van hun kinderen.
Gelukkig herstelt ze zich ervan, ook al blijven er gevoelige littekens.
Ze zegt dat haar geloof haar er doorheen heeft geholpen.
Het gaat bij H. dan niet om een vadergod, zelfs geen moedergod, maar om Maria als een soort vriendin (geen wonder dat ze fan is van Lourdes!).
Het bidden van de rozenkrans heeft haar altijd leren focussen op haar innerlijke kern. Nu ze ook aan meditatie en contemplatie doet zegt ze dat ze eigenlijk kloosterlinge had moeten worden. Maar ze is nu evengoed een gelukkige moeder. Als ik kind van haar was, zou ik heel trots op haar zijn.
Hoe meer ik nadenk over God als vader of als moeder, hoe onbevredigender ik het vind worden. Je komt dan helemaal in het veld van de projecties.
Wil je echt God ontmoeten dan zul je aan al die beelden en projecties voorbij moeten gaan.
Ik heb dat ook bij mijzelf zo ervaren. Ik wilde helemaal geen Vader-God.
Want als deze ook weer zo snel zou sterven, waar moest ik dan heen?
Gelukkig was Christus er, Hij is een blijver, want Hij is onsterfelijk.
Een Moeder-God sprak me ook niet aan. Ik zie Maria, net als mijn moeder, als een onafhankelijke alleenstaande moeder, die het niet gemakkelijk had.
Maar ik ervaar haar niet als moederlijk.
Ik kocht toen ik in Amsterdam woonde al wel snel een Mariabeeldje.
Ik heb het nog op een prominente plaats staan.
Het is meer een symbool van de hoop dat ook mijn moeder trots op mij zou zijn, net zoals Maria op haar zoon. Ik weet nog als de dag van gisteren, toen ik slaagde voor mijn doctoraal cum laude, dat ze zei dat ze trots op mij was.
Ik kreeg hetzelfde gevoel als 13-jarige toen ik in haar bijzijn slaagde voor de zwemproef in het zwembad. Eigenlijk kreeg ik nooit bevestiging, de ouderlijke stimulans waardoor je zin in het leven krijgt. Wat dat betreft was mijn leven wel een eenzaam avontuur.
Christus was en is voor mij een goed substituut voor alles waar het me aan ontbrak. Maar juist die relatie leert mij al die projecties los te laten en de verantwoordelijkheid te nemen voor mijn eigen leven.
Ik ben de weg gaan kennen van San Juan de la Cruz 'todo y nada'. De berg bestijgen langs het pad van de volmaakte geest: niets, niets, niets, niets, niets, en op de berg niets.
Daar verheft mij niets meer en niets drukt mij terneer.
Hier in de glorie van God word je jezelf tot wet.
Een volmaakte geest houdt niet in dat je volmaakt bent en via verbetermanagement streeft naar perfectie, maar dat je jezelf volkomen durft te accepteren, alomvattend.
Je blijft aan niets hangen wat jezelf betreft, pas dan breekt de volle glorie aan van Gods Aanwezigheid.
Dus uiteindelijk ziet God er niet uit. God lijkt nergens op.
God is belangenloze onvoorwaardelijke liefde.
Daar mogen we op gaan lijken. Mooi toch?
Daarom zullen we als het aan mij ligt in Lourdes het niet hebben over God de Vader en het boekje niet gebruiken. We maken er ook geen God de Moeder van, want de verschijning zag er uit als een klein meisje. Dat niet en ook zeker geen Vader. Het riekt naar macht en zo. Het is gedateerd en patriarchaal.
Het ademt de sfeer van de 19e eeuw, een jansenistisch katholicisme, waar ik droevig van word. Natuurlijk bidden we het Onze Vader, als bron van Liefde, en we leggen de nadruk op de komst van zijn Rijk.
We zullen het hebben over God, boven alle beelden uit.
We hopen God daar te ervaren als liefde en dat hopen we naar elkaar uit te stralen.
Maar gestimuleerd door het boekje zal ik wel regelmatig aan mensen vragen hoe zij God zien, in de hoop dat we God zullen aanbidden in geest en waarheid.
God ziet er niet uit. God lijkt nergens op.
In God zijn wij, bewegen wij en hebben wij ons bestaan.
Maar hoe is dat dan?
Heb lief en leef!