zaterdag 19 februari 2011

Ludgerpad (2)


Morgen gaan we het laatste traject lopen van het Ludgerpad (daarna nog enige alternatieve routes). Van Radstake naar Aalten. Het gaat dit keer over echt oude wegen. De heelwegen, die de hoven van de edelen met elkaar verbonden.
De weg langs de Vennebulten werd in 1766 nog door statenlid van der Capellen (uit een oud Gelders geslacht, met vele patriotten) ondeugdelijk bevonden: meerdere sporen door de hei.
Ik las ook nog dat het Aaltense Goor (=moeras) en het Zwarte Veen de turf leverde per boot voor de Magistraat van Zutphen. We lopen er langs.
We hoeven het Goor niet in. Al wil ik graag eens ergens lopen waar die knuppelwegen waren. Gemaakt van boomstammetjes en zo een weg vormden door de moerassen, waar de Achterhoek rijk aan was.

Op de wegen die we nu betreden liepen ooit de hessenkeerls. Deze, meestal uit Hessen (Duitsland) afkomstige, kooplieden introduceerden in de Achterhoek de blauwe kiel en de strooien hoed. In de voorzomer zag je er ook de straatmuzikanten en de hannekemeiers, die hielpen bij de oogst in het 'steinreiche' Holland.

Bij huifkarren denk ik eigenlijk altijd aan de pioniers in Amerika, maar die huifkarren reden hier natuurlijk ook! Het valt nog niet mee lopend in dit nog steeds mooie landschap je voor te stellen hoe het was in vroeger tijden. Slechte wegen, struikrovers, op weg in konvooien, met huifkarren, paarden en voetvolk. De marskramers met hun handel in een rietenmand op de rug.

De Romienendiek is heel oud, maar helaas de doorgaande weg, zodat we een parallelweg lopen ten noorden hiervan. Die dijk was de ingangsweg van Ludger naar Aalten.
De Helenakerk van Aalten is vast gesticht door Ludger. Er woonden rijke edellieden in dit gebied. Uit Ludgers tijd is een zilvervondst gedaan, die dat aantoont. In die tijd schonk men graag land aan een missionaris, waardoor de kloosters later een sterke economische rol gingen spelen. Veel land in de Achterhoek behoorde toe aan kloosters en abdijen.

Tenslotte hopen we te gaan rusten onder de Ludgerboom in Aalten, een koningslinde. Vanwege mijn kleindochter Linde ben ik gek op lindebomen en zal met plezier vertoeven bij deze Liefdesboom. (Er zal toch wel een bank zijn?). Ik ben zelfs lindebloesemthee gaan drinken en nam een traject of wat geleden bij Hengelo een potje lindehoning mee. Ik hoop dat Ludger ons wel goed gezind is, hij hield niet van heilige bomen. Ik vraag me af of hij wel blij is met die boom!

Ik ben me erg bewust hier te wandelen in het land van mijn voorouders.
Door internet kom ik achter allerlei genealogische gegevens die mijn verbondenheid met het land doen toenemen.
De oudste voorvader Teunis (Tönis, Tonnis), geboren op 04.03.1698, komt uit Doetinchem. Zijn tweede en derde huwelijk vonden plaats in Hengelo (Gld). Ook twee kinderen van hem trouwen er. Alleen de zoon waar wij van afstammen Roelof, geboren op 23.04.1730 in Doetinchem, kan ik natuurlijk nergens vinden, en zijn zoon Jan trouwt in Neede op 09.10.1774, maar geen idee waar hij geboren is.
Maar gelukkig kun je nu thuis een heel eind komen om hier achter te komen.
Ik zie de rij voorvaderen aan me voorbijkomen. Hoe hebben ze het volgehouden in dit povere natte land, vol armoe en hardwerken? Ik heb veel respect voor ze!

Zouden ze het eens zijn met Ds. Willem Sluiter, uit hun tijd, die woonde in Eibergen en dichtte:
Waar iemant duisent vreugden soek,
mijn vreugt is in dees' achterhoek..
Al wandelend ben ik het daar wel mee eens...