zaterdag 26 februari 2011

Wat ruist er door het struikgewas


Ik herinner me nog goed dat ik mijn kinderen ophaalde voor het 'pappa-weekend'. In die week had mijn zoontje Toon Hermans gezien.
We zongen op de fiets luidkeels 'Wat ruist er door het struikgewas' en we keken gelijk in de struiken of er iets ruiste. Maar nee, hoor.
Toon, o nee Frits Verkade, wist het ook niet gelukkig.
Maar nog steeds kan ik me er een ongeluk om lachen.

Pasgeleden gaf ik mijn inmiddels volwassen zoon het cassettebandje waar hij met z'n hoge jongensstemmetje deze zin zingt en ik dat stukje beeindig met stevig shit! te roepen. Ik had per ongeluk de recorder aangezet. Zo mist er een stuk van J.J.de Bomshow, met van die zinnige liedjes, die helaas nooit op CD verschenen zijn.

Maar vandaag las ik de ontknoping van dit grote vraagstuk, dat toch zeker jaarlijks terugkomt. De NRC is echt een kei om dit soort dingen te publiceren en weten er wat leuks van te maken.
Ik begrijp uit het artikel dat Toon in zijn jeugd Karl May gelezen moet hebben.
In 'Kara Ben Nemsi, de held uit de woestijn' (1962) heeft Karl May het over een lied dat hij daar in het Arabisch hoort, maar dat hij kent in het Duits: 'Was kraucht nur dort im Busch herum? Ich glaub' es ist...' Men gaat speuren naar oude liederen. En warempel dan komt de oplossing: 'es ist Napolium'! Het lied was er zelfs al in 1813. Toen betrof het Napoleon Bonaparte! Dit soort ontknopingen vind ik op zijn beurt ook weer erg humoristisch! Waar gáát dit over?

Toen Jacques Klöters aan Toon Hermans vroeg of hij weleens een antwoord op de vraag had verzonnen, schijnt hij gezegd te hebben: 'Ja, weet ik veel, zo'n klein wit dingetje, een kameleonnetje of zo.'
Ik moet het nog eens goed beluisteren of hij verraad wat het is. Ik dacht van niet. Ik hóóp ook van niet. In mijn hoofd weet hij het echt niet meer, en dat hoort ook zo.
(Op de CD deze conference toch even beluisterd. Hij heeft het over een lang dun dingetje...helaas! Al kan hij het verder niet benoemen.)
Sommige dingen moet je gewoon niet willen weten. Ieder antwoord is al bij voorbaat fout.
Er mag geen antwoord zijn. De vraag is goed, houden zo!
Omdat er geen antwoord is, blijft het grappig. Ongelofelijk dat die grap al tientallen jaren meegaat. Vanaf 1958 om precies te zijn. Mijns inziens hoort dit op de Nederlandse canon van het cabaret. Je moet je blijven afvragen WAT het is. Je zult het antwoord nooit krijgen.

Is het in de mystiek ook zo? Moet je eigenlijk op al je vragen juist géén antwoord krijgen?
Alleen een hint misschien? (Ik zie het zo voor me, het is...)
Kan daarom mystiek ook humorvol zijn en grappig? Ik vind van wel.
Ik vond Freek de Jonge ook altijd zo sterk in één van zijn shows waarin hij zegt: 'We stellen wel vragen, maar geven geen antwoord. Antwoorden hebben al zo vaak iets stukgemaakt...'
Je mag de vraag wel stellen, maar het is te hopen dat je niet op een antwoord komt.
Houd de grap erin. Laat het nooit af zijn. Blijf erom lachen!
We moeten het mysterie heel laten. Nee, geen antwoord!
Potverdorie nog 'ns an toe zeg!