Geen film heeft zoveel invloed op mij gehad als 'Easy Rider' (1969). Maar voordat ik de film leerde kennen heb ik de LP ervan grijs gedraaid.
Het was net zo'n gebeuren als met Hermann Hesse. Een collega schonk mij 'Demian' bij het slagen voor mijn diploma psychiatrisch verpleegkundige. Het was echt is voor mij, vond ze, en dat bleek ook het geval.
Ik heb vrijwel alles gelezen van Hesse en me erin herkend. Demian, Siddhartha en Narziss en Goldmund herlas ik vele malen. Siddhartha is ook momenteel een actueel boek vanwege de symboliek van de rivier.
De LP van 'Easy Rider' is ook nu actueel vanwege de laatste song, geschreven door Bob Dylan en gezongen door Barry McGuire, met als titel: The Ballard of Easy Rider. De hoofdpersonen uit de film worden alledrie van hun leven beroofd: Peter Fonda, Dennis Hopper en Jack Nicholson. De vrijheid wordt hen niet gegund. Als op het eind de twee motorrijders worden doodgeschoten door Zuidelijke locals, worden de brandende motoren van bovenaf gefilmd en zwenkt naar de rivier. Dan hoor je eerst een hartverscheurende mondharmonica en zingt McGuire met een droevige stem:
The river flows / It flows to the sea / Where ever this river goes / that's where I want to be // Flow, river flow, / Let your waters wash down / Take me from this road / to some other town, // All I wanted / was to be free / and that's the way / it turned out to be / Flow, river flow (...) Flow, river flow, Flow to the sea...
Als er een CD nodig is op mijn begrafenis dan wil ik dat iedereen dit lied hoort, dat zo bij mij past en waarmee ik me heel verbonden voel. Als je de film bekijkt met commentaar van de director Peter Fonda vertelt hij dat Bob Dylan hem vroeg wat het einde van de film voor hem betekende.
Hij zei: "Ik had geen antwoord klaar. Ik zei: Daar heb je de weg die de mens heeft gebouwd. Dat kunnen we zien. En dan heb je de rivier, de weg die God heeft gebouwd. Je ziet wat op de weg van de mens gebeurd..."
Ik heb zelf in die tijd ondervonden hoe het is je onafhankelijkheid en vrijheid te behouden tegenover het establishment. Iedereen met een corduroypak, T-shirts en lange haren was langharig werkschuw tuig. Hoe hard ik ook werkte als leerling-verpleegkundige, dat imago had je nu eenmaal. We vonden onze weg wel in de subcultuur. In de slotfase van Provo, dan in de Flower-Power en bij Kabouter. We lazen Hitweek, Witheek, Aloha. Men genoot nog ongecompliceerd van softdrugs. Ik heb nooit gebruikt, want ik voelde me al high genoeg van mezelf. Make love, not war, ging er bij ons in als koek. Het was ook een heerlijke vrije tijd!
Mijn helden waren Neil Young, Pink Floyd, Leonard Cohen...en nog! Afgewisseld met Elly en Rikkert totdat ze 'gristenen' werden, Boudewijn de Groot, Jaap Fischer, Armand. Soms draai ik ze weer om de ervaringen van toen weer op te snuiven. Het was goed zo.
Ik vond het geweldig dat Peter Fonda de rivier de weg van God noemde.
Daar gaat het om, die stroomt in vrijheid.
In mijn hoofd hoor ik de eerste tonen al van het klagend lied,
dat ik vaak niet kan beluisteren zonder tranen in mijn ogen:
Flow, river flow, flow to the sea...