dinsdag 18 januari 2011

Spreekverbod

Met veel interesse heb ik het boek gelezen van Charles Vergeer over het Evangelie volgens Marcus. Hij kan zo heerlijk priegelig exegetiseren vanuit het koiné-grieks dat ik helemaal enthousiast ben over zijn uitleg. Weer een mooi beeld van Jezus, hier in een kader gezet voor de Romeinen van die tijd.

Zoals zoveel boeken over Jezus klinken ook zijn argumenten overtuigend. In de Bijbelgroep vertel ik regelmatig over deze Jezusboeken. Dan vragen ze me welke theorie over Jezus nou waar is, wie heeft gelijk? Ik denk daar eigenlijk nooit over na. Ik vind iedere mening wel interessant en het levert me altijd wel weer een nieuw perspectief op.

Het lijkt een onverzadigbaar onderwerp. Het verbaast me hogelijk als er een schrijver is die van mening is de ultieme uitleg te bieden. De één ziet Jezus als een gedachtenexperiment van een vroegchristelijke gemeente en de ander wil onomstotelijk aantonen dat de Verrijzenis een materieel feit is of juist heel spiritueel opgevat moet worden. Voor de één is Jezus werkelijk een wonderdoener, de ander ziet alles symbolisch. De één raakt helemaal geschokt door de kruisiging, terwijl een ander hier de verlossing in ziet.

Ik lees graag over mijn Heer, Die ik ervaar als Levende Aanwezigheid.
Hoe meer ik mij innerlijk met Hem verbind hoe meer ik de intensiteit van leven ervaar en een overvloeiende onvoorwaardelijke Liefde. Een ervaring waarbij ik nogal eens terugdeins.
Het is letterlijk teveel van het goede! Het valt nog niet mee om te verdrinken in die Zee van Liefde.
Als je zo onvoorwaardelijk liefhebbend in het leven gaat staan, waar blijf je dan?
Nergens! kan ik nu wel zeggen, maar dat is maar een woord. Dat gevaar ligt steeds op de loer. Ook nu. Je gaat in je woorden geloven en je blijft niet bij je innerlijke Ervaring.

Maar ja, je wilt er ook niet over zwijgen. Ik geef geen enkel boek gelijk of juist alle, ik blijf bij geen enkel beeld staan of juist bij alle.
Het is altijd hoger, verder, ja dat, maar toch ook weer niet. Ik kan wel zeggen wat het niet is, maar je zou moeten zien wat het wel is!
God, Jezus, Geest is als water voor de vis. Je zwemt erin en je weet niet beter.

Als Jezus mij zou vragen zoals in Marcus 8, 27-30: Wie zeggen de mensen dat ik ben?
Dan ben ik nog wel even bezig, terwijl Petrus kon volstaan met een paar meningen.
Ik zou moeten vragen: Hebt U even? En als Hij mij zou vragen (wat Hij gelukkig nooit doet!): Maar jij, wie zeg jij dat ik ben? Dan hoop ik dat we zwijgen en glimlachen.
En ik hoop dat Hij net als toen bij zijn leerlingen mij verbiedt erover te spreken.