maandag 19 december 2011

Lievelingsbomen nu


Pasgeleden een blog geschreven over CaYa en de boom die ik voor haar geplant heb op de Ramenberg in Loenen,
niet ver van de bomen van Silven en Linde.
Vandaag kwamen we met een groot deel van de familie samen in De Lutte. In een ongelofelijk mooi gebied in Dinkelland, vlakbij de Duitse grens volgens mij. Die vergeten stukjes natuur in het Oosten des lands zijn echt juweeltjes. Het restaurant waar we verbleven was uitermate aangenaam. De open haard brandde en we hebben heerlijk geluncht.

Ik heb heerlijk een hele tijd met CaYa in mijn armen gezeten. Wat is ze mooi! Prachtige lange donkere haren. Ze lachte zelfs een paar keer! Wat een wondertje, hé. Zo'n baby is hèt voorbeeld van overgave. Gewoon maar zorgeloos in je armen liggen. Vertrouwend op lieve woordjes, zachte strelinkjes en een liefdevolle energie.
Nou, dat gaat gewoon vanzelf bij zo'n kleintje.

Silven begon zich al een hele vent te voelen tussen the boys van mijn nichten. Tollen is blijkbaar de nieuwe hype en ze doen het met hele aerodynamische tollen van een mij onbekende vormgeving en met een apparaatje dat veel beter werkt dat het zweepje van vroeger. Maar het effect is hetzelfde de tollen tollen!

Vandaag zaten we in een boomrijk gebied, net als in de Achterhoek een coulissenlandschap. Het geeft een apart gevoel van beslotenheid, van intimiteit. Ruimtelijk, zonder je te overvallen met al te grote vlakken en ruimten. Heerlijk, echt het landschap waar ik me in thuis voel.

Wat over is van mijn lievelingsboom in het Kraaiendal.
Toen ik nog in Nijmegen woonde en het zwaar had in mijn leven leerde ik van Osho een boom uit te zoeken in het bos om daar steeds naar toe te gaan als ik het even niet meer zag zitten.
Uiteindelijk vond ik mijn boom in het Kraaiendal, niet ver van Groesbeek. Je loopt eerst op een pad door een wonderschoon dal. Af en toe zie je rechts naar boven een pad lopen naar een dijk. Op één van die paden zag ik toen die prachtige grote boom. Groot, sterk en fier. Een stevige naaldboom. Uit een bomenboekje maakte ik op dat zo'n boom een tranenboom heet. Een boom met een toepasselijke naam op een mooi plekje. Hij stond een beetje schuin. Ik kon dan heerlijk in de zon tegen de boom aanleunen. Het was ook een prima boom om te omarmen. Een fijn idee dat hij altijd groen bleef. Ik beleefde bij hem diepte- èn hoogtepunten!

Ik was zo graag op die plek dat ik er later ook met mijn kinderen heen ging. In het dal lopend vertelde ik spannende verhalen over kabouters en dwergen...ik geloofde er bijna zelf in! Ook nu staat er nog een boomstronk vol met fantasiefiguren, zoals je ziet....

De fantasieboom in het Kraaiendal.
Naast mijn boom stonden nog twee bomen, iets kleiner, maar van dezelfde soort. De kinderen bouwden hutten om hun boom. We zochten steentjes die we als een soort edelstenen in de gaten stopten in de schors waar eerst takken zaten. Mijn zoon noemde zijn boom Michael. Ik had mijn boom nog niet echt een naam gegeven maar mijn zoon aanvullend noemden we de boom van mijn dochter Gabriel. Omdat ze ook Maria heet en deze engel bij Maria op bezoek kwam. Ik noemde mijn boom Rafael. De engel van genezing en voorzienigheid. Nog ervaar ik vaak die energie, vooral van voorzienigheid. Het was er goed toeven.
 
De lievelingsboom Michael van mijn zoon: de wortels en een stuk van de stam.
Veel later, mijn zoon was vast al een jaar of veertien, ben ik met hem nog eens terug geweest. Zijn boom was helaas omgewaaid, met wortel en al. We hebben hem met zijn boom gefotografeerd om er mee aan te geven dat de boom het heeft begeven, maar dat hijzelf verder mag groeien! Nou, dat is gelukkig gebeurd en nu gaat hij zelf met zijn zoon de bossen in. Met een zoon wiens naam betekent Heer van het bos. We hebben wel wat met bomen (ik mag een boom worden als het niet zo is!).

Recht op de grond liggend de lievelingsboom van mijn dochter,
in de verte rechts rechtop de stam van mijn boom.
Ook de boom van mijn dochter was omgewaaid, maar zonder de wortels. Op bovenstaande foto zie je de top van haar omgevallen boom, zichtbaar vanaf het pad dat ernaast loopt. In de verte rechts zie je dan mijn eigen boom: er stond nog zo'n vier meter overeind. Aan de schors te zien leek hij nog levend, maar verder ook niet. Wat een wonderlijk gezicht. We hebben alledrie onze bomen overleefd!

Links de stam van mijn lievelingsboom, rechts de wortels
van de boom van mijn zoon.
Ik was altijd in de veronderstelling dat bomen heel oud worden. Hier in mijn eigen woonplaats werd ik me jaren geleden plotsklaps bewust dat bomen ook tijdelijk zijn. Vanuit mijn jeugd stonden er langs een paadje naar de ijsbaan prachtige hoge populieren. Na een storm waren er ineens twee omgewaaid. Zo kaal was het er ineens en veel te licht. Het hoorde niet vond ik!

Ook bomen moeten eraan geloven. Ook het landschap verandert onherroepelijk. Dat weet je wel, maar het besef van de kortstondigheid moet je leren beseffen, je moet het zien, voelen. Het duurt een tijd voordat je ook dáárvan de schoonheid gaat zien.
Ik ben blijkbaar erg gesteld op continuïteit. Het is niet voor niets dat uiteindelijk mijn thema de rivier is geworden. Ineens werd ik me ten diepste bewust van het vlietende leven. Ik ben het zelfs aangenaam gaan vinden het leven zo te beschouwen.

Ik was erg onder de indruk van wat ik op die plek aantrof. Drie sterke bomen op zo'n mooi plekje die terneerliggen op de grond. Omringd door opschietende kleine naaldbomen. Geen lekker bedje meer van droge naalden om op neer te vlijen. Geen schaduw meer tegen felle zon. De steentjes waren verdwenen uit de schors. Een geur van rottend hout, vochtige aarde.

Als herinnering nam ik een stukje schors mee van mijn boom en fotografeerde alledrie onze bomen in hun desolate staat. Vriendin M. , die mee was, heeft me gefotografeerd zoals ik vroeger tegen de boom aan ging staan. Met mijn rug tegen de boom, kijkend naar de  hemel boven me en weer kracht opdoend.


Bomen groeien naar het licht en dat is wat ik zelf ook deed: steeds meer groeien naar het licht.
Ook de kinderen deden dat. Ook zij groeiden naar het licht en ik hoop en geloof dat ook zij hun kinderen die weg zullen laten gaan.
Het was goed er weer even te verwijlen met een besef dat bomen ook meegaan in je leven, maar dat ook zij tijdelijke vrienden zijn en van ons heengaan.
Het is goed zo. 
Je kunt er wel eindeloos over blijven bomen...
maar zo is de natuur...
dag bomen...
ik kom nog terug met mijn kinderen
om jullie te bedanken...