maandag 12 december 2011

Genieten van citaten

Het zal niemand verbazen dat ik een liefhebber ben van mooie en sterke teksten die je wat doen en je leven verrijken of verdiepen. Bij mij kunnen dat uiteenlopende teksten zijn. Van Annie Proulx tot Hui Neng, van Walt Whitman, heiligenlegenden tot uit tekenfilms of kinderboeken.


Deze week keek ik weer eens naar de geweldige film van Ingmar Bergmann "Fanny en Alexander". De film hoort, wat mij betreft,
vanwege het begin bij de Kerstdagen.


Op de één of andere manier vind ik ook dat de film over mijzelf gaat.
Ik herken het traumatische gebeuren van het verlies van een vader. Alexander heeft dezelfde leeftijd als ik toen: 11 jaar, en net als ik heeft hij een jonger zusje. Wij beleefden ook het mee moeten gaan in de keuzen van je moeder, dat ook in ons leven in de war schopte: het verlies van het ouderlijk huis. Net als dat voor Fanny en Alexander een breuk met het verleden opleverde was dat bij ons het geval.


De vreselijke relatie tussen Alexander en de bisschop, die zijn stiefvader wordt, raakt mij altijd ontzettend. Het is alsof ik in mijn jeugd, God zij dank, ontsnapt ben aan een tiranniek en meedogenloos, hypocriet christendom. Ik wordt nog steeds kwaad als ik die scenes zie van vernedering en harteloze 'liefde'. Ik onderschrijf meer het godsbeeld van de moeder van Alexander. Een God met duizend gezichten, creatief en vrij. Dat wordt in de film vakkundig door de bisschop en zijn familie de nek omgedraaid.

Op het eind van de film als moeder en de kinderen bevrijd zijn van deze bisschop, omdat hij sterft bij een brand, zie je Alexander lekker stiekum uit een koektrommel eten. Plots loopt de bisschop achter hem en in close up zie je alleen nog zijn borstkruis. Dan geeft hij Alexander een klap waarbij hij met koektrommel en al op de grond valt en zegt hem dat hij hem nooit meer zal kwijtraken. Dat geloof ik. Ik ken nog al wat gelovigen die achtervolgd worden door benepen gelovige visies en moordend moralisme. Ik dank God dat ik er vrij van ben en dat ik me zonder deze dingen heb kunnen ontwikkelen. Het heeft ook geen vat op me, voor zover ik weet.

De film is evengoed een loflied op het leven met alle leed en liefde die je maar kunt meemaken. Merkwaardige relaties, overspel, geldproblemen, alcoholisme, noem maar op. Maar wat een vitaliteit straalt de film uit, wat een veerkracht! De film eindigt met een citaat van August Strindberg (die vrouwenhater!, zegt Oma Ekdahl, naar ik begrijp, terecht). Strindberg (1849-1912) schreef in 1901 het toneelstuk "Droomspel" (Ett drömspel), dat ze op willen voeren in het familietheater. Daarmee wordt duidelijk dat men in de film kiest voor de kunst, voor het leven. De film eindigt met een prachtig citaat.
Oma Ekdahl spreekt het uit nadat Alexander bij haar is komen liggen en zijn hoofd op haar schoot legt:




Alles kan gebeuren.
Alles is mogelijk en waarschijnlijk.
Tijd en ruimte bestaan niet.
De verbeelding heeft maar een
heel klein plekje werkelijkheid nodig
om te gedijen
en nieuwe patronen te weven.

Jarenlang heb ik deze vertaling gekoesterd van dit citaat. Ineens zie
ik dat in een latere versie van de film het citaat anders wordt vertaald:

Alles staat open.
Alles is mogelijk en waarschijnlijk.
Tijd en ruimte bestaan niet.
Op een ragdun laagje werkelijkheid
ontluikt de verbeelding
en weeft zij nieuwe patronen.

Het is al net bij bijbelvertalingen: wat is de mooiste keuze?
Of moet je het citaat gewoon koesteren in alle mogelijke vertalingen?
Opdat je het steeds als nieuw kunt ervaren
en met liefde kunt smaken?
Dat vind ik...want:
alles staat open...