zaterdag 21 april 2012

Engeltje


Afgelopen week heb ik "ons engeltje" herdacht.
Ze draagt de naam van twee engelen: Gabriëlle en Rafaëla.
Gabriël is de engel van de verkondiging. Deze engel vertelde Maria dat zij een kind zal baren.
Rafaël is de engel van de genezing uit het boek Tobit.
Verder heet ze nog Margaretha, wat o.a. "parel" kan betekenen. En een parel was ze. Want ik heb het over een doodgeboren kindje.

Gabriëlle zou dit jaar vijf geworden zijn. Maar ik kan alles van vijf jaar geleden nog goed herinneren.
Ik was als pastor 'toevallig' een avond vrij. Tegen achten kreeg ik telefoon van de verloskundige afdeling van ons ziekenhuis. Een echtpaar, van wie het dochtertje dood ter wereld was gekomen, wilde heel graag een pastor.
Dan zit je al in de auto voor je ja hebt gezegd.

Ik kende dit jonge echtpaar uit één van de lokaties van onze parochie.
Ik wist dat ze al twee zoons hadden en wat zou dit meisje welkom geweest zijn! De vader liep verdrietig rond met zijn dochtertje.
De moeder vertelde dat de kans dat ze levend geboren zou worden al gering was vanwege een erfelijke ziekte. Maar dan nog.
Ik hoorde dat alles stilzwijgend aan en keek naar deze droeve vader met zijn dode kindje.
Och, wat is ze mooi!

De vader komt naar me toe en ziet dat ik zijn verdriet deel.
Ik neem het kindje in mijn armen. Ze is zo mooi, maar ze is zo stil. Ik streel haar gezichtje en wieg haar.
Het slaat natuurlijk nergens op, maar ze is toch een mensje!
Ik sta met haar op de arm bij het kraambed waar haar moeder op ligt  en ook haar vader komt er dichtbij staan.
Dan vraagt haar moeder: Pastor, zou u net zoals Jezus willen bidden, zodat ons kindje levend wordt?
Ik krijg een brok in de keel. De tranen zitten hoog. Ik kijk naar dat wondermooie stille gezichtje.
O wat zou ik graag willen dat ik dàt kon, zeg ik en in mezelf bid ik dat het werkelijk zou mogen gebeuren. Natuurlijk gebeurt er niets.
Gabriëlle blijft stil en ook wij zeggen niets.

Dan zegt haar moeder: Ik weet ook wel dat het niet zal gebeuren, maar ik moest het u vragen.
Ik knik. Dan vraagt ze of Gabriëlle nog gedoopt moet worden.
Dat hoeft niet, want ze volgens onze traditie zuiver en wel terug naar God. Maar ik bid voor Gabriëlle, besprenkel haar hoofdje, en deel met haar ouders dat Gabriëlle een echt mens voor ons is, een mens met een naam.
Ook al kwam ze stil ter aarde, wij hebben haar in onze armen gedragen.
Wij zullen haar meedragen ons leven lang. Haar moeder beaamt het.

Vader neemt Gabriëlle van mij over en koestert het meisje dat ze zo graag bij zich hadden willen hebben. Dan zegt haar moeder dat het niet voor niets was dat ze haar engelennamen hebben gegeven. Ze gelooft dat hun meisje vanuit Gods Werkelijkheid ons nabij zal blijven als een engeltje. Ik vind het mooi dat te geloven en haar haar ouders bevestigen in de afgelopen jaren dat ze hun meisje vaak nabij ervaren.

In deze tijd stuur ik hen altijd een engelenkaart ter herinnering. De eerste jaren kwam ik moeder in deze periode steeds tegen. Vol liefde delen we dan dat wij Gabriëlle hebben mogen kennen.

De dag na het ziekenhuis bezocht ik de ouders van Gabriëlle thuis.
Ook hun zoontjes waren aanwezig. Van die jochies met computerspelletjes en GI Joe. We liepen naar de hoek van de kamer waar Gabriëlle in een biezen mandje lag opgebaard.
Kijk eens, pastor, zegt haar moeder, wat de jongens voor hun zusje hebben gedaan! Ze hebben er zo'n mooi hoekje van gemaakt!
Dan zie ik het. Ze hebben een Disneykleed van Sneeuwwitje aan de wand geprikt! Het ontroert me diep. Die treurende dwergen en dan Sneeuwwitje in haar glazen kistje.
Ik denk ook aan Bernadette die zo mooi in een glazen kist ligt in Nevers. Sprookje en werkelijkheid gaan hier moeiteloos in elkaar over!


En dan uit eindelijk de engelenmis en de begrafenis. Ontroostbaar was iedereen. Gabriëlle's vader wilde zelf het mandje ten grave dragen.
Alle dagen had hij met stil verdriet Gabriëlle nog op de arm genomen, gestreeld en gekoesterd. Tot het laatst toe een prachtig kindje, een parel in Gods Hand.

Hun oudste zoon hielp pappa mee om zijn zusje te begraven. We bedekten het mandje met bloemen. We zwoeren dat we Gabriëlle nooit zullen vergeten. Ik geef toe dat ik 'De gebroeders Karamazow' van F.M.Dostojefski goed heb gelezen, want één van die broers, Aljosja, zegt dat ook als hij een gestorven kind gedenkt met een groep jongens. 

Ga dan maar eens weg van zo'n plek waar je zo'n kostbare parel hebt begraven. Een mensenkindje dat wij in onze armen hebben gedragen, zo mooi, zo stil. Voor ons bestaat ze...

Een paar degen later vertel ik het hele gebeuren aan een collega/vriendin.
Zij was oorspronkelijk werkzaam op een verloskundige afdeling en verloor zelf een kind. Ze luisterde naar mijn verhaal.
Het enige wat ze me vroeg was: Heb je het kindje vast gehouden?
Natuurlijk! zei ik.
Oké, zei ze, je beseft kennelijk niet hoe belangrijk dat was...
Nee, dacht ik, hoezo?
Nou, vervolgde ze, door dat kind in je armen genomen te hebben heb je voor de ouders het kind erkend. Daardoor is hun dochtertje één van ons geworden hier op aarde...
En zo voelt het ook. Daarom gedenk ik haar ook.
We hebben een engeltje in de hemel,
ze is een parel in Gods Hand.